direct naar inhoud van Artikel 3 Gemengd
Plan: Meddosestraat
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0294.BP1202SGMEDDOSESTR-OW01

Artikel 3 Gemengd

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woningen;
  • b. detailhandel;
  • c. publieksgerichte en/of maatschappelijke dienstverlening;
  • d. kantoren;
  • e. beperkte, onzelfstandige horecafunctie, welke in direct en ondergeschikt verband met de aanwezige hoofdfunctie wordt uitgeoefend,

een en ander met bijbehorende bebouwing en (on)bebouwde terrein en voorzieningen, zoals groen- en parkeervoorzieningen (al dan niet ondergronds).

3.2 Bouwregels

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen de op de verbeelding aangegeven bouwvlakken worden opgericht;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' mag de goot- en bouwhoogte niet meer bedragen dan is aangegeven op de verbeelding;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan is aangegeven op de verbeelding;
  • d. de hoofdgebouwen dienen te worden afgedekt met een kap, tenzij op de verbeelding de aanduiding 'maximale bouwhoogte' is opgenomen. Dan is een platte afdekking toegestaan;
  • e. vanaf 15 meter achter de aanduiding 'gevellijn' mag de hoogte van gebouwen maximaal 3,5 meter bedragen, met dien verstande, dat indien op de verbeelding de aanduiding 'maximale bouwhoogte' is aangegeven, in afwijking van het voorgaande, deze maximale bouwhoogte geldt;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn' dient de bebouwing zich in ieder geval te oriënteren en te presenteren richting de gevellijn;
  • g. de afstand van gebouwen tot de achterste perceelsgrens bedraagt minimaal 2,5 meter;
  • h. de hoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag maximaal 4 meter bedragen, met dien verstande dat de hoogte van terreinafscheidingen maximaal 2 meter mag bedragen.

3.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ten behoeve van een goede ruimtelijke ontwikkeling nadere eisen te stellen met betrekking tot de situering van gebouwen en verkeersvoorzieningen zoals parkeervoorzieningen en in- en uitritten, teneinde te voorkomen dat:

  • a. blijvende onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende terreinen;
  • b. verkeersonveilige situaties ontstaan.

3.4 Afwijken van de bouwregels
3.4.1 Goot- en bouwhoogte

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. artikel 3.2 lid b van dit artikel ten behoeve van de bouw van gebouwen met een maximale goothoogte van 10 meter en een maximale bouwhoogte van 13 meter;
  • b. artikel 3.2 lid c van dit artikel ten behoeve van de bouw van gebouwen met een maximale bouwhoogte van 13 meter;
  • c. de afwijking mag worden verleend, mits:
    • 1. de stedebouwkundige karakteristiek in de omgeving niet negatief beïnvloed wordt;
    • 2. het vanuit stedenbouwkundig oogpunt wenselijk is een accent in de bebouwing te creëren.

3.4.2 Kap

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.2 sub d van dit artikel en artikel 1.27 ten behoeve van de bouw van gebouwen met kap in een gebogen vorm of set-back, mits:

  • 1. de gebogen dakvorm of een set-back in de totale vormgeving van het pand is opgenomen;
  • 2. het een vrijstaand pand betreft;
  • 3. geen afbreuk wordt gegaan aan de historische en karakteristieke opbouw van de straatwand.