HOOFDSTUK 1: INLEIDENDE REGELS
|
||
ARTIKEL |
1. |
BEGRIPPEN |
|
|
In deze regels wordt verstaan onder:
|
|
1.1 |
Plan: het Bestemmingsplan "Opslag Jonkersbrug" van de gemeente Winterswijk.
|
|
1.2 |
Bestemmingsplan: de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0294.BP1002BGJONKERSBRG-VA01.gml met de bijbehorende regels.
|
|
1.3 |
Aanduiding: een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
|
|
1.4 |
Aanduidingsgrens: de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
|
|
1.5 |
Bebouwing: één of meer gebouwen en/of andere bouwwerken geen gebouwen zijnde.
|
|
1.6 |
Bebouwingsvlak: Een door bebouwingsgrenzen op de kaart aangegeven vlak, waarbinnen ingevolge deze voorschriften bepaalde gebouwen mogen worden gebouwd.
|
|
1.7 |
Bedrijf: Een gebouw dan wel een gedeelte van een gebouw, dat blijkens zijn indeling en inrichting is bestemd voor het produceren en/of diensten.
|
|
1.8 |
Bedrijfsgebouw: Een gebouw, dat door indeling en inrichting is bestemd te worden gebruikt voor bedrijfsruimte.
|
|
1.9 |
Bestemmingsgrens: de grens van een bestemmingsvlak.
|
|
1.10 |
Bestemmingsvlak: een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
|
|
1.11 |
Bijgebouw: een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw dan wel een overkapping, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw en functioneel dienstbaar is aan een op hetzelfde perceel gelegen hoofdgebouw, zoals een garage en een berging.
|
|
1.12 |
Bouwen: het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
|
|
1.13 |
Bouwgrens: de grens van een bouwvlak.
|
|
1.14 |
Bouwlaag: een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van kelder en zolder.
|
|
1.15 |
Bouwperceel: een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
|
|
1.16 |
Bouwperceelgrens: een grens van een bouwperceel.
|
|
1.17 |
Bouwvlak: een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
|
|
1.18 |
Ander bouwwerk: Een bouwwerk geen gebouw zijnde
|
|
1.19 |
Gebouw: elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
|
|
1.20 |
Peil: a. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw; b. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende, afgewerkte terrein ter plaatse.
|
|
1.21 |
Perceelsgrens: de scheiding tussen bouwpercelen, die niet aan éénzelfde eigenaar behoren dan wel niet door éénzelfde gebruiker worden benut.
|