direct naar inhoud van 2.3 Ontwikkeling
Plan: Streek & servicecentrum 't Tappunt, Misterweg 207-209 te Miste
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0294.BP0811BGMISTERW207-VA01

2.3 Ontwikkeling

Het concept is erop gericht om initiatieven die zich richten op streekproducten (organisaties, bedrijven, particulieren) een plek te geven om gebundeld producten en diensten te verkopen en om door deze bundeling een meerwaarde (beleving, ontspanning) te creëren. Zo wordt bijgedragen aan instandhouding van het agrarisch landschap en de economische versterking van het platteland en van het buurtschap. Daarnaast dragen maatschappelijke functies in buurtschapskernen bij aan de leefbaarheid op het platteland. Om dit in stand te houden is een evenwichtige bevolkingsopbouw noodzakelijk. De kinder- en naschoolse opvang tesamen met de servicediensten betekenen een versterking van de sociale samenhang in het buurtschap. Het concept steunt dan ook geheel op deze plattelandsbinding van Winterswijk; een afzwakking van dit concept heeft negatieve invloed op het rendement.


De deelnemende organisaties en bedrijven (merendeel aangesloten bij de Vereniging Streekproducten Achterhoek) zijn in de eerste plaats gevestigd in de regio Winterswijk / Achterhoek en verrichten activiteiten gebaseerd op de kwaliteit van de streek, zowel de verkoop of uitstalling van streekproducten (food en non-food), proeverij en servicediensten. Daarnaast gaat het om streekproducten uit andere streken die geen vaste plek in de detailhandel hebben, en een afhaalpunt / verkooppunt voor producten als service. De organisaties en bedrijven huren of nemen deel in een gezamenlijke stichting of coöperatie: dit is in onderzoek.


Initiatiefnemer draagt zorg voor het totale concept van samenwerking en imago (missie, PR) en draagt zorg voor de aspecten van terreininrichting, onderhoud en toezicht (milieu, verkeersafwikkeling, vergunningen etc.). De economische én ruimtelijke samenhang is van groot belang voor de continuïteit. Op deze wijze wordt verkoop, promotie streek, proef- en uitstallingruimte voor een groot aantal agrarische en plattelandsbedrijven uit de streek gebundeld en tot een meerwaarde gebracht. Anders gezegd: het centrum is de plek waar een deel van de verkoop of presentatie van landbouwbedrijven en non-foodbedrijven uit de regio een plek vinden. Zo worden -hoewel geen hoofddoel op zich- mogelijke negatieve effecten aldaar voorkomen (verkeer, veiligheid en toezicht, belasting ondernemer, marginaal gebruik gebouwen).


afbeelding "i_NL.IMRO.0294.BP0811BGMISTERW207-VA01_0007.jpg"

impressie vanaf Misterweg


De verkoop is gericht op toeristen en op de regionale bevolking die geïnteresseerd is in de streek en haar producten. Het terrein zal daarom als geheel aantrekkelijk moeten zijn omdat de verkoop het onderdeel is van de totale beleving van de streek als merk (belevingseconomie). Voor de beleving is het agrarisch karakter uitgangspunt. Terrein en de nieuwe gebouwen sluiten in vormgeving aan bij het agrarische streekkarakter. Zo ontstaat een nieuw toeristisch product dat de plattelandsrecreatie van Winterswijk als geheel versterkt. Op deze wijze draagt het concept direct bij aan:

  • Het gemeentelijk beleid rond het belang van werken en wonen in buurtschappen, en de vereiste kwaliteit in termen van sociale cohesie en welstand;
  • Het regionale en gemeentelijke beleid van functiewijziging en het vinden van nieuwe economische dragers;
  • Het gemeentelijk en regionale beleid van het versterken van het toeristisch-recreatieve product;
  • Het rijksbeleid van vermaatschappelijking van de landbouw.


afbeelding "i_NL.IMRO.0294.BP0811BGMISTERW207-VA01_0008.jpg"

impressie naar Misterweg

Vanuit het concept vindt een mix van activiteiten en functies plaats:

  • uitstalling en verkoop van agrarische streekproducten. Zowel producten direct van het land als bewerkte agrarische producten. Zowel producten uit de regio als producten uit andere regio’s die niet in de detailhandel verkrijgbaar zijn;
  • uitstalling en verkoop van ambachtelijke streekproducten. Dit zijn overige producten die in de streek gemaakt worden en een duidelijke binding met het platteland en de streek hebben door gebruik van materialen of werkprocedés. Zoals houtproducten. Het kan hierbij ook gaan om (decoratieve) kunst of fotografie;
  • verzorgen van afwerking, sortering, verpakking, en dergelijke van producten;
  • mogelijkheid tot proeven van streekproducten in de vorm van proeflokaal (open voor publiek van 10 tot 18 uur en voor besloten groepen: arrangementen mogelijk gehele dag). Er zijn lokale streekwijnen en streekbieren: het is de bedoeling deze te schenken en te verkopen. Dit moet uiteraard met een slijterij- en horecavergunning in het kader van Drank- en Horecawet;
  • startpunt en informatie recreatieve routes. Mogelijkheid ‘parkeer en fiets’. Mogelijke arrangementen of recreatieve diensten;
  • voorzover uit lokale en/of regionale behoefte naar voren komt het aanbieden van diensten zoals servicediensten (was, strijk, verstel, ‘scharen slijpen’, en dergelijke) en informatie / educatieruimte. Ook ruimte mogelijk voor maatschappelijke organisaties of vrijwilligerswerk zoals IVN, spreekuur gezondheidszorg, spreekuur financiële hulp. Verhuur als vergaderplek;
  • opvang van kinderen, naschoolse opvang of huiswerkbegeleiding;
  • erf: parkeren, uitstalling buitenproducten, speeltoestellen uit de streek, deel uitleg boerderijtuinen en landschap.

Voor het concept is het van belang dat erf en ruimten een goede inrichting en uitstraling (beeldkwaliteit) hebben. Hierbij is vanwege verkeersafwikkeling en mogelijke hinder de recreatieve zone langs de sportvelden gepland met de ingang aan de voorzijde, en is de servicezone langs De Klomp gedacht zodat service en parkeren direct aansluiten en overige hinder voor omwonenden tot een minimum wordt beperkt. Het erf krijgt een losse opbouw van gebouwen rond een open middengedeelte waarbij vanaf de ingang eerst wat kleinere gebouwen en achterin de grotere gebouwen zijn gedacht. Zo krijgt het erf een agrarische uitstraling en goede samenhang met sfeervol karakter. Het totaal aan gebouwen moet van voldoende omvang zijn voor een gezonde exploitatie. En tevens moet het gebruik van de gebouwen flexibel kunnen veranderen. Vanuit de bedrijfsvoering is een bedrijfswoning niet noodzakelijk.

Wat betreft de gebouwen wordt de boerderij gehandhaafd, alsmede de open kapschuur (voor werktuigen). De overige gebouwen en stallen worden (als ze nog niet zijn gesloopt) gesloopt en vervangen door nieuwbouw. Initiatiefnemer kiest om financieel-economische motieven voor een gefaseerde uitvoering. Het totaal bebouwd oppervlak van de nieuwbouw is gelijk aan de bestaande agrarische bedrijfsbebouwing.