direct naar inhoud van 3.2 Onderzoeken
Plan: Landgoed Nieuwe Weuste
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0294.BP1002BGNWOW-0002

3.2 Onderzoeken

3.2.1 Externe veiligheid

Met betrekking tot het onderwerp externe veiligheid is er contact geweest met de betrokken beleidsmedewerker Milieu en de specialist Externe Veiligheid van de gemeente Winterswijk (van 1 augustus 2008). Hieruit blijken ten aanzien van dit onderwerp de volgende zaken.

  • Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi)
  • Volgens de Integrale Herziening Buitengebied Winterswijk (2007) valt de steengroeve aan de Steengroeveweg niet onder het Bevi. Het is een provinciale inrichting. De steengroeve is opgenomen in het Register Risicosituaties Gevaarlijke Stoffen (RRGS) vanwege munitieopslag maar er zijn geen risicocontouren aangegeven die over het plangebied lopen.
  • Buisleidingen
  • Er zijn geen hogedruk aardgasleidingen op of in de buurt van het plangebied aanwezig.
  • Transport
  • Binnen de gemeente Winterswijk zijn geen verkeersaders aanwezig met een risicocontour buiten de wegen zelf.

Geen van bovengenoemde aspecten zijn dus aan de orde in het plangebied.

3.2.2 Omliggende functies

Nabij het plangebied zijn een aantal bouwkavels gelegen met een milieuvergunning. Deze kunnen van invloed zijn op de ontwikkeling van landgoed Nieuwe Weuste (zie tabel). Alleen de adresgegevens van de percelen worden genoemd. Op basis van deze gegevens is een indicatieve kaart opgesteld waarop staat aangegeven waar de beschreven hindercirkels zich bevinden en waar het woonhuis is gelokaliseerd (zie afbeelding 11). De hindercirkels mogen de woning niet overlappen. Dit is niet het geval, wat inhoud dat de ontwikkeling van Nieuwe Weuste geen hinder ondervindt van de omliggende bedrijvigheid.

De hindercirkel behorende bij het mestbassin zal verdwijnen. Dit bassin ligt in het plangebied en zal worden verwijderd. afbeelding "i_NL.IMRO.0294.BP1002BGNWOW-0002_0011.jpg"

Tabel 2: Bestaande milieuvergunningen

afbeelding "i_NL.IMRO.0294.BP1002BGNWOW-0002_0012.jpg"

Afbeelding 11: Indicatieve kaart milieucirkels in het plangebied (Bron: gemeente Winterswijk, afdeling Milieu, 2008)

3.2.3 Bodem

In juni 2008 is door Milieutechniek Rouwmaat Groenlo een verkennend bodemonderzoek verricht (zie bijlage 1). Het verkennend bodemonderzoek is uitgevoerd conform de Nederlandse Norm 5740. Het vooronderzoek is verricht onder dezelfde norm met nummer 5725.

Het bodemonderzoek spitst zich toe op de twee bouwblokken die opgenomen zijn in het schetsplan van Stichting Staring Advies. Doel van het onderzoek is de algemene bodemkwaliteit te bepalen ter plaatse van de onderzoekslocatie, waarmee gekeken kan worden in hoeverre deze bodemkwaliteit een belemmering kan vormen voor de beoogde ontwikkelingen.

Het onderzoek heeft plaatsgevonden met de hypothese dat de locatie als niet-verdacht kan worden beschouwd.

De bodem bestaat tot de verkende diepte van 2.5 m-mv hoofdzakelijk uit matig fijn zand. Visueel is op de bodem en in het opgeboorde materiaal gelet op het voorkomen van asbest. Visueel is in beide gevallen geen asbestverdacht materiaal waargenomen.

Op basis van de analyseresultaten kan het volgende geconcludeerd worden.

  • In de bovengrond en ondergrond is geen van de onderzochte componenten aangetoond in een concentratie boven de streefwaarde en/of detectiegrens.
  • Het grondwater is licht verontreinigd met arseen en chroom.

Dit betekent dat de hypothese 'de gehele locatie is niet-verdacht' grotendeels aangenomen dient te worden. Op basis van de onderzoeksresultaten bestaat er op grond van de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem geen bezwaar voor het toekomstige gebruik van het terrein.

Echter, vrijgekomen grond kan niet zomaar in het grondverkeer worden opgenomen.

3.2.4 Luchtkwalliteit

De Rapportage Luchtkwaliteit 2006 voor de gemeente Winterswijk geeft aan dat er geen knelpunten waren in 2006 en dat ook in 2010 en 2020 geen overschrijdingen van de luchtkwaliteit worden verwacht. Dit rapport betreft de rapportage over de luchtkwaliteit van de gemeente Winterswijk in de provincie Gelderland voor het jaar 2006 conform het Besluit Luchtkwaliteit 2005 (Stb. 2006, 316) van 23 juni 2005. Een aanvullend onderzoek naar luchtkwaliteit is dan ook niet noodzakelijk.

3.2.5 Licht(hinder)

Bij het aanleggen van verlichting wordt rekening gehouden met vleermuizen. Opgaande landschapselementen zullen niet worden aangelicht. Er zal terughoudend worden omgegaan met verlichting. Op basis van deze uitgangspunten zijn er geen knelpunten te verwachten.

3.2.6 Ecologie

De natuurtoets (en bijbehorend veldonderzoek) is in juli 2008 verricht (zie voor de rapportage bijlage 2). Dit wettelijk verplichte onderzoek is uitgevoerd in de vorm van een quick-scan. Het doel van de scan is te inventariseren of door geplande werkzaamheden schade kan ontstaan aan populaties van beschermde soorten en hoe deze schade beperkt of gecompenseerd kan worden. Het voorkomen van beschermende planten en dieren in het plangebied wordt nagegaan. Daarnaast wordt onderzocht op welke wijze de plannen voor de locatie in overeenstemming gebracht kunnen worden met hetgeen bepaald is in de Flora- en Faunawet. Dit rapport is opgesteld conform het voorschrift zoals opgenomen in het aanvraagformulier 'Aanvraag ontheffing, ingevolge artikel 75, vierde deel, onderdeel C, Flora- en Faunawet (Ontheffing voor ruimtelijke ingrepen)'.

Uit het onderzoek is naar voren gekomen dat in het plangebied enkele beschermde diersoorten voorkomen (zoals vogels en bruine kikker). Deze genieten bescherming krachtens de Flora- en Faunawet. Daarnaast is het aannemelijk dat er enkele soorten voorkomen die niet zijn waargenomen tijdens het veldbezoek en niet tijdens de bureaustudie naar voren zijn gekomen. Deze soorten vallen onder de vrijstellingsregel voor ruimtelijke ingrepen. Uitzondering vormen hierop de das en de steenmarter. Het biotoop voor deze soorten zal door de ingrepen verbeteren. De ingrepen zullen daarnaast naar verwachting niet verstorend zijn voor beide soorten. Hierdoor zijn nadere ontheffingen of onderzoeken niet noodzakelijk.

Ten aanzien van de Flora- en Faunawet zullen de ingrepen geen gevolgen hebben voor de soorten die vermeld staan in tabel 2 en 3 van de betreffende wet. Negatieve invloeden op natuurwaarden in de omgeving van het toekomstige landgoed Nieuwe Weuste zijn niet te verwachten. Een ontheffing in het kader van de Flora- en Faunawet hoeft niet te worden aangevraagd.

Op basis van de streekplanherziening 'herbegrenzing EHS' is de EHS vervallen voor het plangebied. Het gehele gebied is inmiddels aangeduid als waardevol landschap.

Er wordt niet in de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) gebouwd. Negatieve invloed op het waardevolle landschap zal door de geplande ingreep verwaarloosbaar zijn aangezien er geen grondwater ontrokken wordt en daarnaast geen waardevolle biotopen vernietigd worden. Verder zal er van verstoring in de vorm van geluidsoverlast en toename van licht nauwelijks sprake zijn. De mogelijke marginale negatieve effecten op het waardevolle landschap zullen ruimschoots worden gecompenseerd door de realisering van nieuwe natuur op het landgoed. Ontheffing in het kader van ruimtelijke ontwikkelingen in de EHS hoeft dan ook niet te worden aangevraagd.

Voor Willinks Weust zijn instandhoudingsdoelen geformuleerd. Deze hebben betrekking op de volgende habitattypen:

  • Noord-Atlantische vochtige heide H4010;
  • Sub-Atlantische en midden-Europese wintereikenbossen of eikenhaagbeukenbossen H9160;
  • Heide of kalkgrasland H5130;
  • Oude zuurminnende eikenbossen op zandvlakten H9190;
  • Soortenrijke heischrale graslanden op arme bodems van berggebieden H6230;
  • Kamsalamander H1166;
  • Grasland op kalkhoudende, venige, of lemige kleibodem H6410;
  • Alkalisch laagveen H7230 [complementair].

Naar verwachting zal de aanleg van het landgoed geen significante negatieve invloed hebben op deze instandhoudingdoelen.

Een negatieve invloed zou kunnen ontstaan door:

  • Een toenemende ontwatering van de omgeving van Willinks Weust;
  • Een extreme vernatting van de omgeving van Willinks Weust;
  • Een toename van de uitstoot van stoffen in de omgeving van Willinks Weust die voor de in stand te houden habitattypen schadelijk kunnen zijn.

Van deze bedreigingen van de instandhoudingsdoelen is geen sprake bij aanleg van het nieuwe landgoed. Een vergunning in het kader van de natuurbeschermingswet is niet nodig als aangetoond kan worden dat de voorgenomen activiteit geen negatieve gevolgen heeft op de instandhoudingdoelen van Willinks Weust.

De aanleg van landgoed Nieuwe Weuste het een positief effect op de instandhoudingdoelen van Willinks Weust omdat voor verschillende soorten het leefgebied vergroot wordt en ecologische verbindingen met andere gebieden verbeteren.

3.2.7 Water

In juli 2008 is door Stichting Staring Advies een watertoets uitgevoerd (opgenomen in bijlage 3).

In overleggen tussen de initiatiefnemer, Stichting Staring Advies en het betrokken Waterschap Rijn en IJssel, zijn een aantal relevante thema's voor het bestemmingsplan bepaald. Deze komen hier aan de orde.

  • Ontwikkeling (natte) natuur

Een van de doelen van het landgoed is het ontwikkelen van nieuwe natuur. Om dit te realiseren worden de volgende maatregelen uitgevoerd die positief uitwerken op het ontwikkelen van een rijke, gevarieerde en natuurlijk karakteristieke aquatische natuur:

    • 1. verondiepen van greppels en sloten op het landgoed;
    • 2. opheffen van aanwezig drainage;
    • 3. natuurtechnisch ontgraven van de voedselrijke bovengrond van een aantal percelen.
  • Wateroverlast
  • Oppervlaktewater- en grondwaterkwaliteit
  • Verdroging

3.2.8 Archeologie en cultuurhistorie

Door de Rijksdienst voor oudheidkundig bodemonderzoek is de indicatieve kaart van archeologische waarden (IKAW) ontwikkeld. Deze kaart geeft inzicht in gebieden waarvan geen archeologische waarden bekend zijn. Door de aanwezigheid van een middelhoge en hoge verwachtingswaarde voor het plangebied wordt aanbevolen rekening te houden met eventuele archeologische vondsten. Om inzicht te krijgen in de eventuele aanwezigheid van archeologische waarden in het plangebied is inmiddels een archeologisch onderzoek inmiddels verricht.Dit onderzoek is in augustus 2008 uitgevoerd door RAAP (referentienummer WIVW). Het volledige onderzoek is opgenomen in bijlage 4.

Gezien de onderzoeksresultaten is geconcludeerd dat bij de realisatie van de nieuwbouw zeer waarschijnlijk geen archeologische resten zullen worden verstoord. Op basis hiervan wordt aanbevolen om in het plangebied van landgoed Nieuwe Weuste geen aanvullend archeologisch vooronderzoek te laten verrichten en het deelgebied vrij te geven.

3.2.9 Akoestiek

De woning die geprojecteerd is op Landgoed Nieuwe Weuste is binnen de geluidszone van de weg gelegen (deze is 250 meter breed). Toetsing aan de Wet geluidhinder voor het onderdeel weglawaai is dan aan de orde.

Dit onderzoek naar geluidbelasting is uitgevoerd in september 2008 door AdviesBuro Van der Boom (referentienummer 08-264) en is opgenomen in bijlage 5. De geluidbelasting is berekend met behulp van een rekenmodel op basis van de weg- en verkeersgegevens van de gemeente Winterswijk. Conclusie van het onderzoek is dat de geluidbelasting van de Vosseveldseweg niet boven de voorkeursgrenswaarde uitkomt. Er hoeft voor de woning dan ook geen hogere waarde te worden aangevraagd. Ook aanvullende geluidwerende voorzieningen zijn niet noodzakelijk op de locatie.

Op enige afstand van het landgoed ligt een steengroeve. Deze ligt op een gezoneerd industrieterrein. Hiervoor geldt een geluidszone. Deze zone is in het kader van de milieuvergunning opgesteld. De geluidszone is gebaseerd op de 50 dB(A) geluidscontour van 1993. Binnen deze zone mogen geen nieuwe geluidsgevoelige objecten worden opgericht. De woning op het landgoed ligt echter op ruime afstand van deze contour, zodat er geen problemen zijn met dit aspect.

3.2.10 Economische uitvoerbaarheid

Op 1 juli 2008 is de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) in werking gegaan. Van deze nieuwe wet maakt de grondexploitatie (grex) deel uit. Ten aanzien van deze wet kan het volgende worden gesteld ten aanzien van de economische uitvoerbaarheid van het plan.

Het plangebied is in particulier eigendom. De eigenaar draagt zorgt voor de realisatie van het nieuwe landgoed en ook voor de kosten van de openbare ruimte. De gemeente Winterswijk loopt bij de uitvoering van het plan geen financieel risico en zal niet investeren in landgoed Nieuwe Weuste. Om de aanlegkosten te verduidelijken is hieronder een exploitatieopzet opgenomen (zie tabel 2).

De gemeente Winterswijk loopt bij de uitvoering van het plan geen financieel risico. Een beheersovereenkomst wat betreft de instandhouding van het landgoed, derdenbeding, boetebeding, het overhevelen van planschade en dergelijke zal door de gemeente Winterswijk worden opgesteld en bijgevoegd.

Kosten      
Verwerving   €   455.000,-  
Wegen en paden   €   20.000,-  
Terreininrichting   €   30.000,-  
Bouw- en woonrijpmaken   €   10.000,-  
Bouwkosten   €   700.000,-  
Beplanting   €   40.000,-  
Plankosten   €   60.000,-  
Totaal   €   1.315.000,-  

Tabel 3: Exploitatieopzet landgoed Nieuwe Weuste