direct naar inhoud van Artikel 4 Bedrijf
Plan: Verblijfsrecreatieterreinen
Status: voorontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0294.BP1104BGRECREATIE-VI03

Artikel 4 Bedrijf

4.1 bestemmingsomschrijving
4.1.1

De voor Bedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. een klompenmakerij;
  • b. verkoop van ter plaatse geproduceerde producten;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.

4.1.2

De hoogte van opslag ten behoeve van de bestemming bedraagt maximaal 4 m.

4.1.3

Bedrijfswoningen zijn niet toegestaan.

4.2 bouwregels
4.2.1

Bedrijfsgebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. bedrijfsvloeroppervlak maximaal 110 m2;
  • b. goothoogte maximaal de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' aangegeven goothoogte;
  • c. bouwhoogte maximaal de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' aangegeven bouwhoogte;
  • d. onderkeldering is toegestaan tot een diepte van maximaal 3 m.
4.2.2

Bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, maximaal:

  • a. bedrijfsinstallaties, lichtmasten en vlaggenmasten 8 m;
  • b. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 2 m.
4.3 afwijken van de gebruiksregels
4.3.1 Ander bedrijf

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de gebruiksregels voor het toestaan van een ander bedrijf dan ter plaatse is toegestaan, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. het bedrijf is opgenomen in de categorieën 1 of 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten dan wel het betreft een bedrijf dat voor wat betreft de aard en de omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt gelijk kan worden gesteld met een bedrijf genoemd in de categorieën 1 of 2;
  • b. geen onevenredige aantasting mag plaatsvinden van in de omgeving aanwezige functies en waarden;
  • c. geen onevenredige aantasting mag plaatsvinden van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.
4.4 wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders hebben de bevoegdheid het plan te wijzigen:

  • a. voor het toestaan van een grotere bebouwde oppervlakte van de bedrijfsgebouwen dan op grond van artikel 4.2.1 onder b mogelijk is, met inachtneming van tenminste de volgende voorwaarden:
    • 1. de vergroting mag niet meer bedragen dan 26,5% van de bestaande oppervlakte bedrijfsgebouwen;
    • 2. zorggedragen dient te worden voor een streekeigen landschappelijke inpassing;
    • 3. de uitbreiding is noodzakelijk voor de agrarische bedrijfsvoering;
    • 4. parkeren dient volledig op eigen terrein plaats te vinden;
    • 5. geen onevenredige aantasting mag plaatsvinden van in de omgeving aanwezige functies en waarden;
    • 6. geen onevenredige aantasting mag plaatsvinden van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden;
  • b. voor het toestaan van een bedrijf dat is opgenomen in categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten dan wel een bedrijf dat voor wat betreft de aard en de omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt gelijk kan worden gesteld met een bedrijf genoemd in categorie 3.1, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
    • 1. geen onevenredige aantasting vindt plaats van de verkeersveiligheid;
    • 2. geen onevenredige aantasting vindt plaats van de bouw- en gebruiksmogelijkheden van nabijgelegen gronden.