direct naar inhoud van Artikel 33 Algemene aanduidingsregels
Plan: Kom Winterswijk 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0294.BP1106KO01-VA01

Artikel 33 Algemene aanduidingsregels

33.1 milieuzone - geurzone
33.1.1 aanduidingsomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - geurzone' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van het woon- en leefmilieu.

33.1.2 bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mogen op de in artikel 33.1.1 bedoelde gronden geen voor bewoning bestemde (delen van) hoofd- en bijgebouwen worden opgericht.

33.1.3 afwijken van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 33.1.2 voor het bouwen overeenkomstig het bepaalde in de andere bestemmingen, mits wordt aangetoond dat ter plaatse een aanvaardbaar woon- en leefmilieu kan worden gegarandeerd en omliggende agrarische bedrijven niet in hun bedrijfsvoering worden geschaad.

33.2 vrijwaringszone - molenbiotoop
33.2.1 aanduidingsomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor de bescherming van de functie van de molen als werktuig en zijn waarde als landschapsbepalend element.

33.2.2 bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemming mag op de in artikel 33.2.1 bedoelde gronden:

  • a. binnen een afstand van 100 m van de molen, bouwwerken niet worden gebouwd voor zover de bouwhoogte hoger is dan de hoogte van het onderste punt van de verticaal staande molenwiek;
  • b. binnen een afstand van 100 m tot 400 m van de molen, bouwwerken niet worden gebouwd voor zover de bouwhoogte hoger is dan de hoogte van het onderste punt van de verticaal staande molenwiek vermeerderd met 1/50 van de afstand tussen het nieuw op te richten bouwwerk en de molen.
33.2.3 afwijken van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 33.2.2 voor het bouwen overeenkomstig het bepaalde in de andere bestemmingen, mits advies is verkregen van de beheerder van de molen.

33.2.4 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 33.2.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het ophogen van gronden hoger dan de hoogte die op grond van het bepaalde in artikel 33.2.2 is toegestaan voor bouwwerken;
  • b. het aanleggen van bovengrondse constructies, installaties en apparatuur met een hoogte die hoger is dan op grond van het bepaalde in artikel 33.2.2 is toegestaan voor bouwwerken;
  • c. het aanplanten van bomen en/of houtgewas en het aanbrengen van beplanting met een uitgroeihoogte die hoger is dan op grond van het bepaalde in artikel 33.2.2 is toegestaan voor bouwwerken.
33.2.5 verlening omgevingsvergunning

Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 33.2.4 wordt niet eerder verleend dan nadat advies is verkregen van de beheerder van de molen.

33.2.6 uitzonderingen omgevingsvergunning

Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 33.2.4 is nodig voor:

  • a. werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen;
  • b. werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die op het moment van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde dan wel verleende omgevingsvergunning.