direct naar inhoud van 2.3 Toekomstige situatie
Plan: Landgoed Nieuwe Weuste
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0294.BP1002BGNWOW-0002

2.3 Toekomstige situatie

Bij de planvorming voor landgoed Nieuwe Weuste heeft als belangrijk uitgangspunt gediend dat het landgoed een positieve bijdrage levert aan natuur en landschap. Ook is het plan opgezet vanuit een cultuurhistorische context. In vergelijking met de huidige situatie heeft het landgoed een gunstig effect op het landschapsbeeld, de hydrologie, de ecologische rijkdom van het gebied en op de recreatieve mogelijkheden. Verder vormt het een natuurlijke afscherming van de naastgelegen honderd recreatiewoningen van recreatiepark Wiltershaar.

2.3.1 Planconcept

Het landgoed wordt ontwikkeld binnen de vigerende beleidskaders van rijk, provincie en gemeente. Met name een winst aan landschappelijke, cultuurhistorische en ecologische kwaliteiten speelt daarbij een belangrijke rol. De oppervlakte te realiseren nieuwe natuur voldoet aan de voorwaarden van de gemeente Winterswijk. Ook wordt voldaan aan de normen van de Natuurschoonwet (zie voor verdere uitleg van deze wet paragraaf 3.1.1). Tevens wordt er ongeveer één kilometer aan recreatieve paden aangelegd. De huidige agrarische bestemming wordt grotendeels omgezet in 'natuur'. Volgens de aangepaste Natuurschoonwet vallen door deze functieverandering de landschapselementen bos, schraalland en moeras dan samen met bos onder de noemer 'natuurterreinen'.

De verschillende beleidskaders, eisen en wensen zijn vertaald in een inrichtingsplan en een schetsontwerp dat is opgesteld door Stichting Staring Advies (referentienummer 0628 van maart 2006), zie afbeelding 8.

Met de inrichting worden de volgende doelen nagestreefd.

  • Het verbeteren van de ecologische infrastructuur van lage, schrale vegetaties door het ontwikkelen van een heideveld en schrale graslanden.
  • Het verbeteren van de ecologische infrastructuur voor amfibieën, libellen en andere waterafhankelijke natuur middels het aanleggen van een zogenaamde stapsteen amfibie zoals verwoord in het Gebiedsplan Natuur en Landschap Gelderland.
  • Het verbeteren van de leefomgeving van flora en fauna die afhankelijk is van een kleinschalig agrarisch cultuurlandschap door op een perceel traditioneel milieu- en natuurvriendelijk bouwlandbeheer uit te voeren in combinatie met de overige ontwikkelingen op het landgoed.
  • Het bouwen van een landhuis met één wooneenheid op een ruim kavel.

In totaal wordt er minimaal 5,8 hectare nieuwe natuur gerealiseerd. De verschillende te realiseren elementen zijn.

  • Heide: in het noordoosten, aangrenzen aan het stukje bos en wordt de zanderige bouwvoor natuurtechnisch ontgraven. Naar verwachting zal zich hier heide ontwikkelen uit de zaadbank.
  • Schraal vochtig grasland: dit type wordt ontwikkeld door het verwijderen van de bouwvoor. Hierdoor wordt meteen een verschralend effect bereikt, terwijl oude zaadbanken worden aangeboord en het maaiveld dichter bij het grondwater wordt gebracht.
  • Moeras: samen met de poelen, het schraal vochtig grasland en het struweel vormt dit terreindeel een zogenaamde Stapsteen Amfibie, zoals verwoord in het Gebiedsplan Natuur en Landschap Gelderland.
  • Struweel: langs de greppels die in de lengterichting over het landgoed lopen, wordt de aanwezige begroeiing van de bomen en struiken versterkt door de ontwikkeling van struweel te stimuleren.
  • Kruidenrijke zomen: in de inrichtingenschets zijn deze begroeiingen opgenomen langs de struwelen. De kruidenrijke zomen met een breedte van 3 tot 5 meter vormen hier de overgang van het struweel naar het aangrenzende grasland.
  • Poelen: het plan voorziet in de aanleg van vier poelen. Hiervan maken drie poelen in de noordelijke punt van het gebied deel uit van het Stapsteenpakket 'Amfibie', zoals opgenomen in het gebiedsplan Natuur en Landschap Achterhoek.
  • Wegen en paden: op het landgoed wordt een wandelroute aangelegd. De lengte hiervan is ongeveer 1.000 meter.
  • Bouwperceel: de ligging van het bouwperceel is zodanig dat komend vanaf de zuidwestelijk gelegen Wilterdinkweg een goed zicht op het te bouwen landhuis mogelijk is.

Voorgaande ambities zijn vertaald in een schetsplan, welke onderstaand is weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0294.BP1002BGNWOW-0002_0008.jpg"

Afbeelding 8: Schetsplan voor het landgoed Nieuwe Weuste (Bron: Stichting Staring Advies, 2007)

De maatschappelijke baten, die met de realisatie van het landgoed Nieuwe Weuste behaald zullen worden, staan in tabel.1 opgesomd.

  Te realiseren  
Natuurterrein (heide, schraal vochtig grasland, poelen, dichte houtsingels, bos)   5,8 ha   44,6%  
Agrarisch cultuurlandschap   6,0 ha   46,1%  
Landhuis en erf   0,8 ha   6,2%  
Zandpaden en wegen   0,4 ha   3,1%  
Totaal   13 ha    

Tabel 1: Specifieke winsten bij de realisatie van landgoed Nieuwe Weuste

Het plan beoogt een toename van de landschappelijke en cultuurhistorische waarden. Dit wordt op de navolgende wijzen vormgegeven.

  • De percelen worden tegenwoordig gebruikt voor de maïsteelt, welke het uitzicht in de zomermaanden op het gebied ontneemt en daarmee de landschappelijke kwaliteit geweld aandoet. Bij vestiging van een landgoed worden de landschappelijke kwaliteiten versterkt. Bovendien sluit de inrichting en het beheer dan beter aan bij het historische gebruik (grasland, kleinschalig bouwland, heide).
  • Landschapsherstel door versterking van de opgaande begroeiing langs de greppels die in de lengterichting over het landgoed lopen. Hierdoor wordt de landschapsstructuur hersteld zoals deze vermoedelijk was in de periode na de ontginningen die rond 1900 plaatsvonden.
2.3.2 Padenstructuur en parkeerplaatsen

Paden zijn een belangrijk onderdeel van nieuwe landgoederen. Om als Natuurschoonwet-landgoed aangemerkt te worden dient een landgoed openbaar toegankelijk te zijn. Wandelpaden dragen daar in grote mate aan bij. De paden op landgoed Nieuwe Weuste maken deel uit van een groter zandpadennetwerk. Samen met het nieuwe landgoed Den Es ontstaan er meer wandelmogelijkheden in een aantrekkelijker landschap. Bezoekers zullen niet specifiek op landgoed Nieuwe Weuste een ommetje komen maken. Veelal zullen het passanten zijn en komen ze van elders. Een enkele bezoeker vindt in de omgeving volop ruimte om te parkeren. Specifieke parkeerplaatsen zijn dan ook niet nodig.

2.3.3 Bebouwing en beelkwaliteit

Het landschapsontwerp is geïnspireerd op de cultuurhistorische situatie. Het plan maakt gebruik van de bestaande langgerekte verkaveling, die karakteristiek is voor het heideontginningslandschap. Houtsingels en bomenrijen worden extra aangezet en versterken het karakter van het landschap.

De bebouwing is iets uit het midden gesitueerd. Vanaf de Vosseveldseweg blijft zo doorzicht naar achteren mogelijk. De oprit naar het landhuis ligt net naast een beplantte kavelgrens. Een nieuwe langs deze oprit versterkt de kavelgrensbeplanting en geeft allure aan het landgoed.

Een deel van het landgoed blijft in gebruik als cultuurgrond (grasland). Aanleg van poelen en enkele solitaire bomen verrijken hier het landschapsbeeld. Het overig deel wordt conform de doelen uit het gebiedsplan natuur en landschap ontwikkeld tot heide en schraal vochtig grasland. De inrichting van het landgoed is informeel en natuurlijk. De natuurlijke kwaliteiten worden benut en versterkt. Van oorsprong hier thuishorende beplanting en een daarop afgestemd beheer zorgen voor realisering van de gewenste beeldkwaliteit.

Op het landgoed wordt een landhuis van allure gerealiseerd (zie afbeeldingen 9 en 10)). Vanaf de Vosseveldseweg gezien, is het landhuis prominent gesitueerd. Het landhuis heeft twee lagen met een kap en wordt gericht op de Vosseveldseweg. Het landhuis zal worden gebouwd met kwalitatief hoogwaardige materialen. Deze materialen zullen bijdragen aan de kwaliteit en uitstraling van het landhuis.

Naast het hoofdgebouw zal, terugliggend, een bijgebouw worden gerealiseerd. Dit bijgebouw dient voor de opslag van materieel dat gebruikt wordt voor het beheer van het landgoed en voor het stallen van paarden. Het bijgebouw zal in beeldvorming en uitstraling verwantschap vertonen met het hoofdgebouw. Ook het bijgebouw zal met hoogwaardige materialen worden gebouwd. Door vorm, materiaal en kleurstelling zal de verwantschap met het hoofdgebouw zichtbaar zijn. In de uitstraling zal echter wel een duidelijk verschil zichtbaar zijn tussen hoofdgebouw en ondergeschikt bijgebouw.

afbeelding "i_NL.IMRO.0294.BP1002BGNWOW-0002_0009.jpg"

Afbeelding 9: Indicatieve aanzicht voorgevel

afbeelding "i_NL.IMRO.0294.BP1002BGNWOW-0002_0010.jpg"

Afbeelding 10: Indicatief aanzicht achtergevel

2.3.4 Bodem en water

Bij de ontwikkeling van het landgoed wordt zorgvuldig omgegaan met de bodemopbouw, zodat de kenmerken zoveel mogelijk benut en soms versterkt worden. De van nature aanwezige verschillen in de waterhuishouding vormen de basis voor de ontwikkeling van de vegetatie. Er worden in het plan vier poelen aangelegd. Deze hebben een bufferend effect op de fluctuaties in de grondwaterspiegel in de directe omgeving van de poel.

2.3.5 Ontsluiting

Het landgoed zal met uitzondering van het erf en de toegangsweg, openbaar toegankelijk zijn. Daartoe wordt circa één kilometer zandpad gerealiseerd.