direct naar inhoud van Artikel 8 Wonen
Plan: Grijsen Brinkheurne
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0294.BP1009BGGRIJSSEN-VA01

Artikel 8 Wonen

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woonhuizen al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan-huis-verbonden-beroep;
  • b. aan-/uitbouwen en bijgebouwen,

met daaraan ondergeschikt:

  • c. tuinen, erven en terreinen;
  • d. verhardingen;
  • e. overpaden en inritten ten behoeve van aanliggende bestemmingen;
  • f. voorzieningen ten behoeve van afvoer, tijdelijke berging en infiltratie van hemelwater;
  • g. nutsvoorzieningen,

met de daarbij behorende:

  • h. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
8.2 Bouwregels
8.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. als hoofdgebouw mogen uitsluitend woonhuizen worden gebouwd;
  • b. een hoofdgebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • c. een hoofdgebouw mag vrijstaand, twee-aaneen of aaneengebouwd worden gebouwd;
  • d. de goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' mag niet worden overschreden;
  • e. de bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' mag niet worden overschreden;
  • f. de dakhelling mag niet minder dan 40o en niet meer dan 60o bedragen.
8.2.2 Aan-/uitbouwen en bijgebouwen

Voor het bouwen van aan-/uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. aan- en uitbouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. bijgebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd, en indien en voor zover de gronden op de plankaart zijn aangeduid met 'bebouwing' binnen de grenzen van deze aanduiding;
  • c. de goothoogte van een vrijstaand bijgebouw mag niet meer dan 3 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte van een vrijstaand bijgebouw mag niet meer dan 6,5 m bedragen.
8.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. indien zij vóór de voorgevel of een naar de weg gekeerde zijgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan worden opgericht mag de bouwhoogte niet meer dan 1 m bedragen;
  • b. in overige gevallen mag de bouwhoogte niet meer dan 2,25 m bedragen.
8.3 Nadere eisen
8.3.1 Stellen van nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen op basis van het Beeldkwaliteitsplan nadere eisen stellen aan de verschijningsvorm van de bebouwing. De nadere eisen worden gesteld indien sprake is van een aantasting van de architectonische samenhang met de direct omliggende woonhuizen.

8.3.2 Procedure nadere eisen

Op de voorbereiding van een besluit tot het stellen van nadere eisen als bedoeld in8.3.1 is de procedure van toepassing zoals vermeld in14.1 van het plan.

8.4 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik in de zin van artikel 7.10 Wro wordt in ieder geval begrepen het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor doeleinden van zelfstandige bewoning.