direct naar inhoud van Artikel 14 Recreatie - In den Olden Bongerd
Plan: Verblijfsrecreatieterreinen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0294.BP1104BGRECREATIE-VA01

Artikel 14 Recreatie - In den Olden Bongerd

14.1 bestemmingsomschrijving

De voor Recreatie - In den Olden Bongerd aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. verblijfsrecreatie in de vorm van vrijstaande recreatiewoningen, met dien verstande dat binnen de gehele bestemming maximaal 86 recreatiewoningen zijn toegestaan;
  • b. dagrecreatie;
  • c. één bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding bedrijfswoning;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.

14.2 bouwregels
14.2.1

Beheer- en dienstgebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd binnen het bouwvlak met dien verstande dat de oppervlakte van het gebouw ten behoeve van horeca maximaal de bestaande oppervlakte mag bedragen;
  • b. goothoogte maximaal 3,5 m;
  • c. bouwhoogte maximaal 9 m.
14.2.2

Recreatiewoningen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. oppervlakte maximaal 66 m2, met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte van de recreatiewoning en het bijbehorende bijgebouw niet meer dan 75 m2 mag bedragen;
  • b. inhoud maximaal 300 m3;
  • c. goothoogte maximaal 4 m;
  • d. bouwhoogte maximaal 6,5 m;
  • e. onderkeldering is uitsluitend toegestaan onder bovengrondse gebouwen.
14.2.3

Bijgebouwen, inclusief overkappingen, bij de recreatiewoningen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. maximaal één vrijstaand bijgebouw per recreatiewoning;
  • b. bouwhoogte maximaal 3 m;
  • c. oppervlakte maximaal 15 m2, met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte van de recreatiewoning en het bijbehorende bijgebouw niet meer dan 75 m2 mag bedragen;;
  • d. onderkeldering is uitsluitend toegestaan onder bovengrondse gebouwen.
14.2.4

Bedrijfswoningen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. goothoogte maximaal 3,5 m;
  • c. bouwhoogte maximaal 9 m;
  • d. inhoud maximaal 750 m3.
14.2.5

Bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gezamenlijke oppervlakte per bedrijfswoning maximaal 150 m2;
  • b. goothoogte maximaal 3 m;
  • c. bouwhoogte maximaal 6 m.
14.2.6

Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal:

  • a. erf- en terreinafscheidingen 2 m;
  • b. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 6 m.
14.3 afwijken van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 14.2.2 onder a en b ten behoeve van vergroting van de oppervlakte en inhoud van de recreatiewoning, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. de oppervlakte maximaal 125 m2 mag bedragen;
  • b. aantoonbaar markttechnische behoefte bestaat voor de vergroting; en
  • c. per bouwperceel de verhouding 1 : 4 wordt aangehouden.
14.4 specifieke gebruiksregels
14.4.1

Tot een gebruik in strijd met de bestemming wordt verstaan een gebruik van recreatiewoningen en stacaravans ten behoeve van permanente bewoning.

14.4.2

In afwijking van het bepaalde in artikel 14.4.1 is permanente bewoning van recreatiewoningen toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie – permanente bewoning' met dien verstande dat

  • a. op het moment dat de permanente bewoning van de desbetreffende recreatiewoningen eindigt, permanente bewoning niet langer is toegestaan.
14.4.3

Indien het gebruik na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

14.5 afwijken van de gebruiksregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 14.1onder a ten behoeve van het toestaan van een extra recreatiewoning, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. de recreatiewoning vanuit stedenbouwkundig oogpunt bijdraagt aan de kwaliteit van het recreatieterrein;
  • b. per bouwperceel de verhouding 1 : 4 wordt aangehouden.