direct naar inhoud van Hoofdstuk 4 Milieu-aspecten
Plan: Grevinkweg - Hoog Antink
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0294.WP1104BGGRWEG-VA01

Hoofdstuk 4 Milieu-aspecten

In dit hoofdstuk worden de relevante milieu-aspecten aan de orde gesteld. Hierbij dienen aan de orde te komen het milieu, bedrijvigheid, bodem.

Een verzoek is ingediend om medewerking te verlenen voor een functiewijziging van het agrarische bedrijf aan de Grevinkweg 1 te Winterswijk-Meddo. De wens is om een nieuwe twee-onder-één-kap woning te realiseren op de locatie van het huidige agrarische bedrijf. In dit kader wordt vervolgens de milieuvergunning ingetrokken en zal tevens het perceel omgezet moeten worden van agrarisch naar wonen. Binnen het perceel zullen vervolgens de bedrijfsactiviteiten worden gestaakt, zullen de overtollige bedrijfsgebouwen worden gesloopt en zullen mogelijk slechts hobbymatig nog enkele dieren worden gehouden.

Algemeen

Voor het bedrijf gelegen aan de Grevinkweg 1 is op 18 december 2001 een revisievergunning verleend voor het houden van:

150 schapen;

10 zoogkoeien;

4 paarden;

20 kippen.

Inventarisatie van bedrijven die een belemmering kunnen ondervinden van de twee-onder-één-kap woning:

Nr.   Naam en Adres   Soort bedrijf   Vergunning/melding   Datum besluit/melding  
1   J.W. Knuivers, Grevinkweg 2   akkerbouw   Besluit landbouw (voorheen Besluit akkerbouwbedrijven milieubeheer)   24 januari 2002  
2   Elsinghorst, Grevinkweg 5
 
agrarisch   Oprichtingsvergunning   26 april 1983  
3   G.C. ten Dolle, Geldereschweg 86   agrarisch   Oprichtingsvergunning   6 augustus 1991  
4   Sportclub Meddo, Eibergseweg 1   horeca en sport   Activiteitenbesluit (voorheen Besluit horeca- sport- en recreatie-inrichtingen milieubeheer)   22 augustus 1994  
5   Ten Hagen-Wassink, Beitelweg 3   loonbedrijf   revisievergunning   11 september 1995  
6   Gebroeders ten Hagen, Beitelweg 9   agrarisch   revisievergunning
Besluit mestbassins milieubeheer  
25 januari 1994
14 december 1992  
7   Mts. Schilderinck, Beitelweg 11   agrarisch   revisievergunning   25 april 2008  

Wet milieubeheer

Voor de bedrijven die hierboven zijn genoemd moet worden beoordeeld of deze een belemmering ondervinden van de realisatie van de nieuwe twee-onder-één-kap woning op het perceel Grevinkweg 1.

Wet geurhinder en veehouderijen (Wvg)

Elsinghorst Grevinkweg 5

Voor het agrarisch bedrijf Elsinghorst gelegen aan de Grevinkweg 5 is een vergunning verleend voor het houden van:

19 stuks melk en kalfkoeien;

140 vleesvarkens.

Voor de melk-, kalfkoeien en het vrouwelijk jongvee is op grond van artikel 4 lid 1 van de Wet geurhinder en veehouderij bepaald dat de afstand tussen een veehouderij waar dieren worden gehouden van een diercategorie waarvoor niet bij ministeriële regeling een geuremmissiefactor is vastgesteld, en een geurgevoelig object bedraagt:

binnen de bebouwde kom ten minste 100 meter;

buiten de bebouwde kom ten minste 50 meter.

Uit het bovenstaande blijkt dat een afstand van 50 meter moet worden gehanteerd. De twee-onder-één-kap woning valt niet binnen deze afstand van 50 meter en vormt derhalve geen belemmering.

Voor vleesvarkens geldt artikel 3 lid 1 onder b van de Wet geurhinder en veehouderij. Hierin staat dat de geurbelasting op een geurgevoelig object buiten de bebouwde kom buiten een concentratiegebied maximaal 14 odour units per m3 lucht mag zijn.

Om de geurbelasting op een gevoelig object te bepalen moet een berekening worden uitgevoerd in Vstacks vergunningen. Deze berekening is globaal uitgevoerd (zie bijgevoegde bijlage 1). Uit de berekening blijkt dat geen overbelaste geurbelasting aanwezig is. Dit betekent dat geen belemmeringen aanwezig is voor de realisatie van de twee-onder-één-kap woning.

Ten Dolle, Geldereschweg 86

Voor het agrarisch bedrijf Ten Dolle gelegen aan de Geldereschweg 86 is een vergunning verleend voor het houden van:

15 stuks vrouwelijk jongvee;

1 paard (volwassen);

10 legkippen;

30 vleesvarkens.

Voor het vrouwelijk jongvee is op grond van artikel 4 lid 1 van de Wet geurhinder en veehouderij bepaald dat de afstand tussen een veehouderij waar dieren worden gehouden van een diercategorie waarvoor niet bij ministeriële regeling een geuremmissiefactor is vastgesteld, en een geurgevoelig object bedraagt:

binnen de bebouwde kom ten minste 100 meter;

buiten de bebouwde kom ten minste 50 meter.

Uit het bovenstaande blijkt dat een afstand van 50 meter moet worden gehanteerd. De twee-onder-één-kap woning valt niet binnen deze afstand van 50 meter en vormt derhalve geen belemmering.

Voor vleesvarkens en legkippen geldt artikel 3 lid 1 onder b van de Wet geurhinder en veehouderij. Hierin staat dat de geurbelasting op een geurgevoelig object buiten de bebouwde kom buiten een concentratiegebied maximaal 14 odour units per m3 lucht mag zijn.

Om de geurbelasting op een gevoelig object te bepalen moet een berekening worden uitgevoerd in Vstacks vergunningen. Deze berekening is globaal uitgevoerd (zie bijgevoegde bijlage 2). Uit de berekening blijkt dat geen overbelaste geurbelasting aanwezig is. Dit betekent dat geen belemmeringen aanwezig is voor de realisatie van de twee-onder-één-kap woning.

Gebroeders Ten Hagen, Beitelweg 9

Voor het agrarisch bedrijf Ten Hagen gelegen aan de Beitelweg 9 is een vergunning verleend voor het houden van:

429 vleesvarkens.

Voor vleesvarkens geldt artikel 3 lid 1 onder b van de Wet geurhinder en veehouderij. Hierin staat dat de geurbelasting op een geurgevoelig object buiten de bebouwde kom buiten een concentratiegebied maximaal 14 odour units per m3 lucht mag zijn.

Om de geurbelasting op een gevoelig object te bepalen moet een berekening worden uitgevoerd in Vstacks vergunningen. Deze berekening is globaal uitgevoerd (zie bijgevoegde bijlage 3). Uit de berekening blijkt dat geen overbelaste geurbelasting aanwezig is. Dit betekent dat geen belemmeringen aanwezig is voor de realisatie van de twee-onder-één-kap woning.

Mts. Schilderinck, Beitelweg 11

Voor het agrarisch bedrijf Schilderinck gelegen aan de Beitelweg 11 is een vergunning verleend voor het houden van:

6080 vleesvarkens

Voor vleesvarkens geldt artikel 3 lid 1 onder b van de Wet geurhinder en veehouderij. Hierin staat dat de geurbelasting op een geurgevoelig object buiten de bebouwde kom buiten een concentratiegebied maximaal 14 odour units per m3 lucht mag zijn.

Om de geurbelasting op een gevoelig object te bepalen moet een berekening worden uitgevoerd in Vstacks vergunningen. Deze berekening is globaal uitgevoerd (zie bijgevoegde bijlage 4). Uit de berekening blijkt dat geen overbelaste geurbelasting aanwezig is. Dit betekent dat geen belemmeringen aanwezig is voor de realisatie van de twee-onder-één-kap woning.

Besluit Landbouw

J.W. Knuivers, Grevinkweg 2

Voor het bedrijf J.W. Knuivers gelegen aan de Grevinkweg 2 hebben wij een melding op grond van het Besluit landbouw (voorheen het Besluit akkerbouwbedrijven milieubeheer) geaccepteerd. In het Besluit zijn afstandsnormen genoemd. Binnen de genoemde afstanden mogen, gemeten vanaf de schuur/stal, geen gevoelige objecten liggen anders ontstaat er een vergunningsplicht voor het bedrijf. De volgende afstanden dienen te worden aangehouden:

Artikel 4 lid 5

Dit besluit is niet van toepassing op een inrichting waar geen landbouwhuisdieren worden gehouden en die is opgericht na het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit en:

a. die is gelegen op een afstand van minder dan 50 meter van een object categorie I1

of II2

, of

b. die is gelegen op een afstand van minder dan 25 meter van een object categorie III3

, IV4

of V5

Artikel 4 lid 6

In afwijking van het vijfde lid is dit besluit van toepassing op een inrichting waarin geen landbouwhuisdieren worden gehouden, die is gelegen op een afstand van minder dan 50 meter van een object categorie I of II, of op een afstand van minder dan 25 meter van een object categorie III, IV of V, die is opgericht voor het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit en waarvan de afstand die moet worden aangehouden op grond van een vergunning als bedoeld in artikel 8.1 van de Wet milieubeheer of op grond van het Besluit melkrundveehouderijen milieubeheer of het Besluit akkerbouw-bedrijven milieubeheer of het Besluit bedekte teelt milieubeheer tot het dichtstbijzijnde object categorie I, II, III, IV of V, niet is afgenomen.

Artikel 4 lid 7

De afstanden bedoeld in het vijfde en zesde lid, worden gemeten vanaf het onderdeel van het bedrijf dat het dichtst bij het genoemde object is gelegen, waarbij een waterbassin, een watersilo, een warmwateropslagtank en het erf niet als een zodanig onderdeel worden beschouwd.

De twee-onder-één-kap woning valt niet binnen de afstand van 25 meter vanaf de inrichting en vormt derhalve geen belemmering. Het bedrijf valt niet onder de vergunningplicht.

Overige bedrijven

Ten Hagen-Wassink, Beitelweg 3

Voor dit bedrijf is op 11 september 1995 een revisievergunning verleend voor een loonbedrijf. In de vergunning zijn geen afstandsnormen opgenomen met betrekking tot woningen/gevoelige bestemmingen. De twee-onder-één-kap woning vormt geen belemmering voor het bedrijf.

Voetbalvereniging M.E.C. Miste, nabij Misterweg 211

Op 22 augustus 1994 hebben wij een melding op grond van het Besluit horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen milieubeheer ontvangen. Dit Besluit is vanaf 1 januari 2008 vervangen door het Activiteitenbesluit. In het Activiteitenbesluit staan geen afstandsnormen genoemd waardoor een vergunningsplicht voor deze activiteit ontstaat. Dit betekent dat geen belemmeringen aanwezig is voor de realisatie van de twee-onder-één-kap woning t.o.v. het bedrijf.

Luchtkwaliteit

Bij de start van een project wordt onderzocht of het project van invloed is op de luchtkwaliteit. Bij toepassing van de Niet In Betekende Mate (NIBM) systematiek is artikel 2 van het Besluit NIBM relevant. Dat geeft aan dat aannemelijk gemaakt moet worden, dat de 3% respectievelijk 1% grens niet wordt overschreden. Als de grens niet wordt overschreden is het project NIBM.

Het project leidt niet tot een toename van verkeersbewegingen of een toename van relevante emissies. In dit geval is geen verkeersaantrekkende werking van de realisering van de 2 woningen te verwachten en dus ook geen verslechtering van de luchtkwaliteit.

Op grond van het bovengenoemde hoeft voor het project geen nader onderzoek plaats te vinden en mag er zonder meer van worden uitgegaan dat deze bijdrage NIBM is.

Geluid

Aangezien geen verkeersaantrekkende werking aanwezig is en geen industrielawaai nabij is gelegen, is op grond van geluid geen belemmeringen.

Bodem

Op het perceel aan de Grevinkweg 1 wordt een aantal opstallen gesloopt en een nieuwe wooneenheid (twee onder één kap) gebouwd.

Archiefonderzoek

Het archiefonderzoek heeft het volgende aan het licht gebracht:

in 1996 is op een deel van het perceel een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd. Dit bodemonderzoek heeft geen bijzondere verontreinigingen aangetoond (hooguit licht verhoogde gehalten). Het bodemonderzoek heeft elders op het perceel plaatsgevonden. Bovendien is het inmiddels gedateerd.

er is geen ondergrondse tank bekend (geen melding in StraTank);

uit de milieuvergunning blijken de volgende bodembedreigende (vml.) onderdelen binnen de inrichting (te) zijn (geweest):

mestopslag;

bovengrondse opslag van dieselolie (600 ltr).

Bodemtoets

In het kader van de Wet ruimtelijke ordening en de Woningwet moet bij respectievelijk een bestemmingsplanwijziging of bouwvergunningaanvraag worden aangetoond dat de bodemkwaliteit geschikt is voor het toekomstige gebruik.

bouwvergunningaanvraag

Er geldt een bodemonderzoeksplicht voor regulier bouwvergunningsplichtige bouwwerken waarin mensen (nagenoeg) voortdurend verblijven*. Bij de nieuwbouw van de wooneenheid is dit aan de orde. Dit betekent dat in het kader van de bouwvergunningaanvraag een bodemonderzoek conform NEN5740 moet worden ingediend. Het bodemonderzoek moet aan de geldende Kwalibo-eisen voldoen.

In geval van nieuwbouw moet doorgaans het hele kadastrale perceel onderzocht worden. Ook de blootstelling aan bodemverontreiniging buitenshuis moet dus in de beoordeling worden betrokken. Omdat de bouwlocatie slechts een gering deel van het kadastraal perceel beslaat, kan volstaan worden met een onderzoeksvlak tot 50 meter rondom de nieuwbouwlocatie.

Niet duidelijk is of “de deel” van het huidige bedrijfspand ook een woonfunctie krijgt. Als dit het geval is en er is een bouwvergunning nodig, dan zou ook hier een bodemonderzoek moeten plaatsvinden. Echter, als het een inpandige verbouwing betreft waarbij de bestaande vloer wordt gehandhaafd, kan bodemonderzoek achterwege blijven.

Met een bestemmingsplanwijziging wordt getoetst of de bodemkwaliteit geschikt is voor de toekomstige functie. Wanneer op het perceel geen “verdachte” deellocaties aanwezig zijn (geweest) die tot bodemverontreiniging hebben kunnen leiden, mag worden aangenomen dat de bodem geschikt is voor het beoogde gebruik. In dat geval is bodemonderzoek niet noodzakelijk.

In deze situatie betreft het een wijzigingsprocedure die betrekking heeft op een deel van het kadastrale perceel. De bovengrondse dieselolieopslag ligt buiten de perceeldelen waar de vrijstelling betrekking op heeft. Daarentegen bevindt de (vml.) mestopslag zich wel binnen de delen waarvoor een vrijstelling is voorzien. Echter, de ervaring is dat de opslag van mest in de regel niet resulteert in relevante bodemverontreiniging.

Om deze redenen achten wij het uitvoeren van bodemonderzoek in het kader van de vrijstellingsprocedure niet nodig. Vanuit milieukundig oogpunt vormt de aanwezige bodemkwaliteit dus geen belemmering voor de functiewijziging en kan – vooruitlopend op het verlenen van de bouwvergunning – gestart kan worden met de wijzigingsprocedure.

* Dat wil zeggen, één en dezelfde persoon is structureel meer dan 2 uur per dag in het bouwwerk aanwezig.

Externe veiligheid

Er bevinden zich geen inrichtingen, leidingen, of transportroutes voor gevaarlijke stoffen nabij het plangebied. De externe veiligheid is bij dit plan dan ook niet in het geding.

Bedrijven en milieuzonering

Zoals eerder aangeven zijn bedrijven aanwezig die hinder kunnen ondervinden door de realisatie van de twee-onder-één-kap woning. In het kader van een goede ruimtelijke ordening zijn er in de kgm-reeks nr. 9 “bedrijven en milieuzonering” van de VNG aanbevolen afstanden ten aanzien van de diverse milieuaspecten aangegeven.

Deze afstanden zijn schematisch aangegeven, waarbij het vetgedrukte getal maatgevend is.

Nr.   SBI-code   Geur   Stof   Geluid   Gevaar   grootste afstand  
1   011,0113 Akkerbouw en fruitteelt (bedrijfsgebouwen)   10   10   30   10   30  
2   0121 fokken en houden van rundvee
0123 fokken en houden van varkens  
100

200  
30

30  
30

50  
0

0  
100

200  
3   0121 fokken en houden van rundvee
0122.1 Paardenfokkerij
0124 legkippen
0123 fokken en houden van varkens  
100

50
200
200  
30

30
30
30  
30

30
50
50  
0

0
0
0  
100

50
200
200  
4   9261.2 Veldsportcomplex (met verlichting)   0   0   50   0   50  
5   014.2 algemeen (o.a loonbedrijven): b.o. > 500m2   30   10   50   10   50  
6   0123 fokken en houden van varkens   200   30   50   0   200  
7   0123 fokken en houden van varkens   200   30   50   0   200  

Onder nr. 1 is het milieuaspect geluid maatgevend met een afstand van 30 meter. Binnen deze zone van 30 meter, gemeten vanaf de perceelgrens van het bedrijf tot de gevel van een woning, mogen zich geen objecten bevinden die benoemd zijn in de kgm-reeks (woningen en verblijfsruimten voor de mens). Anders is er sprake van geen goede ruimtelijke ontwikkeling. De twee-onder-één-kap woning ligt niet binnen deze afstanden.

Onder nr. 2 is het milieuaspect geur maatgevend met een afstand van 100 en 200 meter. Binnen deze zone van 100 en 200 meter, gemeten vanaf de perceelgrens van het bedrijf tot de gevel van een woning, mogen zich geen objecten bevinden die benoemd zijn in de kgm-reeks (woningen en verblijfsruimten voor de mens). Anders is er sprake van geen goede ruimtelijke ontwikkeling. De twee-onder-één-kap woning ligt binnen de afstanden van 100 en 200 meter.

Onder nr. 3 is het milieuaspect geur maatgevend met een afstand van 50, 100 en 200 meter. Binnen deze zone van 50, 100 en 200 meter, gemeten vanaf de perceelgrens van het bedrijf tot de gevel van een woning, mogen zich geen objecten bevinden die benoemd zijn in de kgm-reeks (woningen en verblijfsruimten voor de mens). Anders is er sprake van geen goede ruimtelijke ontwikkeling. De twee-onder-één-kap woning ligt niet binnen de afstanden van 50, 100 en 200 meter. De afstand van 200 meter ligt op de toekomstige perceelgrens.

Onder nr. 4 het milieuaspect geluid maatgevend met een afstand van 50 meter. Binnen deze zone van 50 meter, gemeten vanaf de perceelgrens van het bedrijf tot de gevel van een woning, mogen zich geen objecten bevinden die benoemd zijn in de kgm-reeks (woningen en verblijfsruimten voor de mens). Anders is er sprake van geen goede ruimtelijke ontwikkeling. De twee-onder-één-kap woning ligt niet binnen deze afstand.

Onder nr. 5 het milieuaspect geluid maatgevend met een afstand van 50 meter. Binnen deze zone van 50 meter, gemeten vanaf de perceelgrens van het bedrijf tot de gevel van een woning, mogen zich geen objecten bevinden die benoemd zijn in de kgm-reeks (woningen en verblijfsruimten voor de mens). Anders is er sprake van geen goede ruimtelijke ontwikkeling. De twee-onder-één-kap woning ligt niet binnen deze afstand.

Onder nr. 6 is het milieuaspect geur maatgevend met een afstand van 200 meter. Binnen deze zone van 200 meter, gemeten vanaf de perceelgrens van het bedrijf tot de gevel van een woning, mogen zich geen objecten bevinden die benoemd zijn in de kgm-reeks (woningen en verblijfsruimten voor de mens). Anders is er sprake van geen goede ruimtelijke ontwikkeling. De twee-onder-één-kap woning ligt niet binnen deze afstand.

Onder nr. 7 is het milieuaspect geur maatgevend met een afstand van 200 meter. Binnen deze zone van 200 meter, gemeten vanaf de perceelgrens van het bedrijf tot de gevel van een woning, mogen zich geen objecten bevinden die benoemd zijn in de kgm-reeks (woningen en verblijfsruimten voor de mens). Anders is er sprake van geen goede ruimtelijke ontwikkeling. De twee-onder-één-kap woning ligt niet binnen deze afstand.

Conclusie

Ten aanzien van de bouw van een twee-onder-één-kap woning gelegen aan de Grevinkweg 5 kunnen we het volgende concluderen:

Op grond van de Wet milieubeheer zijn geen belemmeringen aanwezig.

Op grond van “Bedrijven en milieuzonering” is er sprake van geen goede ruimtelijke ontwikkeling omdat de twee-onder-één-kap woning, binnen de straal van het bedrijf Elsinghorst, Grevinkweg 5 is gelegen. Daarom is een nader onderzoek uitgevoerd in de vorm van een berekening van de geurbelasting met het programma V-stacks. Omdat de geurbelasting op de nieuw te realiseren woning onder 14 odour units per m3 lucht blijft, vormt het geen belemmering.

Op grond van het luchtkwaliteit zijn geen belemmeringen aanwezig.

Op grond van geluid zijn geen belemmeringen aanwezig.

Het uitvoeren van aanvullend bodemonderzoek is niet noodzakelijk

Het Besluit externe veiligheid inrichtingen is niet van toepassing.