direct naar inhoud van 5.1 Bodem
Plan: Meekertweg 2a
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0294.WP1203BGMEEKERTW2A-VA01

5.1 Bodem

  • 1. Inleiding

Op grond van artikel 3.1.6 Besluit ruimtelijke ordening (Bro) moet getoetst worden of de bodemkwaliteit de planontwikkeling belemmert. Wanneer op het perceel geen (ernstige) bodemverontreiniging wordt verwacht, mag worden aangenomen dat er geen belemmeringen zijn voor de vergroting van het bouwvlak.

  • 2. Archiefonderzoek

De bodemkwaliteit op het perceel is niet eerder met bodemonderzoek vastgesteld. Op grond van het uitgevoerde archiefonderzoek wordt verondersteld dat op het betreffende perceeldeel geen sprake is van een (ernstige) bodemverontreiniging.
Het uitvoeren van bodemonderzoek om de feitelijke bodemkwaliteit vast te leggen is niet noodzakelijk en er zijn geen (sanerings)maatregelen nodig om de bodemkwaliteit te verbeteren. De bodemkwaliteit wordt geschikt geacht voor de toekomstige woonfunctie.

  • 3. Bodemtoets

In het kader van de Wet ruimtelijke ordening moet bij een wijzigingsplan in beginsel worden getoetst of de bodemkwaliteit de functiewijziging in de weg staat. Wanneer op het perceel geen (ernstige) bodemverontreiniging wordt verwacht, mag worden aangenomen dat er geen belemmeringen zijn voor de functiewijziging. In dat geval is bodemonderzoek in het kader van de procedure niet noodzakelijk.

  • 4. Conclusie

Op grond van bovenstaande wordt het uitvoeren van bodemonderzoek om de feitelijke bodemkwaliteit vast te leggen niet noodzakelijk geacht. Aangenomen wordt dat geen sprake is van een ernstige bodemverontreiniging en dat de bodemkwaliteit geschikt is voor de functies die de te behouden panden houden. Bij nieuwbouw zal de situatie opnieuw beoordeeld moeten worden.