direct naar inhoud van 3.1 Rijksbeleid, provinciaal en gemeentelijk beleid
Plan: Henxelseweg 3
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0294.WP1210BGHENXELSEW3-VA01

3.1 Rijksbeleid, provinciaal en gemeentelijk beleid

De locatie Henxelseweg 3 ligt in een gebied dat is bestemd tot "agrarisch cultuurlandschap". Hierover is het volgende in het gemeentelijk beleid opgenomen.

AGRARISCH CULTUURLANDSCHAP

De omgeving Winterswijk staat niet zonder reden bekend als waardevol cultuurlandschap. Ook in de Nota Ruimte is sprake van het Nationaal Landschap Winterswijk waarvan het buitengebied Winterswijk deel uitmaakt. Als kernkwaliteiten worden genoemd:

- kleinschalige openheid;

- het groene karakter;

- microreliëf door essen en ‘eenmansessen’.

Voor de waardevolle landschappen als geheel geldt binnen de voorwaarde dat de kernkwaliteiten worden versterkt, en bij inachtneming van het beleid voor functieverandering in het buitengebied een ‘ja mits’- benadering voor het toevoegen van nieuwe bouwlocaties en andere ruimtelijke ingrepen. Voor zover de waardevolle landschappen deel uitmaken van het multifunctioneel gebied is de voorwaarde dat de nieuwe bebouwing leidt tot landschappelijke versterking, en dat recht wordt gedaan aan de kernkwaliteiten van de betreffende landschappen.

Ter beoordeling van het wel of niet toestaan van een nieuwe ruimtelijke activiteit op een bepaalde plek in een waardevol landschap (bij hoofdafwegingsformule van ‘ja, mits de kernkwaliteiten worden behouden of versterkt’) geldt de volgende afbeelding met stappenschema.

afbeelding "i_NL.IMRO.0294.WP1210BGHENXELSEW3-VA01_0003.png"

Ook in de gemeentelijke Visie Buitengebied is aangegeven dat het buitengebied moet worden benaderd als een waardevol cultuurlandschap.

Visie Buitengebied (december 2005)

De gemeente Winterswijk streeft naar behoud van het cultuurlandschap. Bestaande waarden worden daarbij beschermd, verloren waarden worden hersteld en nieuwe landschappelijke waarden worden gecreëerd. De praktische uitwerking hiervan wordt toegespitst op specifieke landschapstypen. Hiermee wordt de bestaande diversiteit en afwisselingen in het landschap gewaarborgd en verder verbeterd. Bij het nemen van maatregelen of het opstellen van beleid kiest de gemeente voor maatwerk, waar nodig op perceelsniveau. Dit vraagt om flexibel beleid en goede samenwerking tussen de overheden en de burgers. Per saldo wordt de kwaliteit van het buitengebied (of een specifiek gebiedstype daarbinnen) behouden of versterkt bij iedere ontwikkeling die plaats vindt. De manier waarop de bewoners van Winterswijk met het landschap om zijn gegaan is bepalend geweest voor de huidige ‘vorm’ van dit landschap. Dit heeft geleid tot een landschap dat historisch waardevol is, erkend wordt en gewaardeerd wordt.

De gemeente Winterswijk is de eerst aangewezen overheidsinstantie die het lokale landschappelijke belang behartigt. In haar vertaling van het nationale beleid spreekt de gemeente van een cultuurlandschap. Het behartigen van het landschappelijk belang gebeurt op twee manieren:

1 beschermen van waardevolle elementen;

2 ontwikkelen van nieuwe functies en/of nieuwe kwaliteitselementen.

Deze inspanning is gericht op behoud of versterking van het cultuurlandschap. Behouden alleen is echter niet genoeg. Het landschap is een dynamisch geheel dat ontstaat door de specifieke samenhang van de delen. Daarom worden nieuwe ontwikkelingen toegestaan.

Deze nieuwe ontwikkelingen (bijvoorbeeld zorgboerderijen, niet-agrarische werkfuncties, recreatie etc.) leveren een bijdrage aan het buitengebied (landschap, economie, leefbaarheid etc.).

Het cultuurlandschap is een dynamisch geheel. De gemeente wil gebruik maken van de veranderingen die optreden, ten gunste van het cultuurlandschap en de bewoners en gebruikers.

Het behoud van authenticiteit en kwaliteit van gebouwen en groen staat hoog in het vaandel van gemeentelijk beleid. Karakteristieke groene landschapselementen dienen in het gemeentelijk beleid te worden beschermd. De aandacht gaat daarbij primair uit naar dragers van het landschap, bijzonder kwetsbare elementen, moeilijk te vernieuwen elementen en zeldzame elementen. De veelheid van kleine elementen is daarbij karakteristiek voor Winterswijk.

Private initiatieven voor landschapsversterking worden van groot belang geacht. Behoud van karakteristieke openheid vraagt daarbij bijzondere aandacht. Het gaat om zowel kleinschalige openheid, bijvoorbeeld van essen, als meer grootschalig, zoals in het jonge ontginningslandschap.

Zoals hiervoor is beschreven, geldt behoud en ontwikkeling van het agrarische cultuurlandschap als een belangrijk beleidsuitgangspunt voor het gehele buitengebied van Winterswijk. Dit landschap heeft een belangrijke op zichzelf staande waarde. Dit wordt in het bestemmingsplan tot uitdrukking gebracht door het overgrote deel van het gebied, namelijk alle agrarische gronden zoals alle zogenaamde veldkavels (weilanden en akkers) en alle zogenaamde bouwvlakken (erven) waarop de bedrijfsbebouwing van agrarische bedrijven is gelegen, te bestemmen tot ‘agrarisch cultuurlandschap’. Met deze naamgeving wordt benadrukt dat naast het agrarisch gebruik, evenzeer de landschappelijke waarde van belang is die in belangrijke mate met dit gebruik samenhangt.

Omgevingsvergunningen in het agrarisch cultuurlandschap

Behoud en bescherming van de karakteristieke landschapswaarden is een belangrijke voorwaarde binnen het agrarisch cultuurlandschap. Binnen de bestemming ‘Agrarisch - Cultuurlandschap’ wordt deze bescherming vormgegeven via een omgevingsvergunningstelsel. Dit betekent dat ingrepen die kunnen leiden tot aantasting van de gebiedskwaliteiten vooraf moeten worden getoetst, zodat de overweging kan worden gemaakt of de ingreep kan worden uitgevoerd met behoud van de kwaliteiten. Dit kan betekenen dat aan ingrepen aanvullende eisen (bijvoorbeeld, in geval van EHS: compensatie) worden gesteld.

Bij het bepalen van de landschapswaarden is uitgegaan van de waarden zoals die reeds waren toegekend in de vigerende bestemmingsplannen buitengebied Oost en West. Op basis van het gemeentelijk landschapsbeleidsplan en recente ontwikkelingen op het gebied van natuur- en landschapsontwikkeling (Streekplan/structuurvisie Gelderland 2005, Gebiedsplan natuur en landschap, Reconstructieplan Achterhoek en Liemers, Natuurbeschermingswet) is deze systematiek verder aangevuld.

Het gaat om de volgende landschapswaarden:

- beplantingselementen/houtsingels, hoogteverschillen, openheid, onverharde wegen,

afbeelding "i_NL.IMRO.0294.WP1210BGHENXELSEW3-VA01_0004.png"

Oud hoevenlandschap

Vanwege deze waarden geldt de plicht een omgevingsvergunning ten behoeve van het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden (omgevingsvergunning voor aanlegactiviteiten) aan te vragen voor:

- het rooien, vellen van opgaande beplanting in het gehele plangebied;

- het vergraven, verdiepen, verhogen en egaliseren van gronden in gebieden die op de kaart landschapswaarden zijn aangemerkt als gebied met hoogteverschillen;

- het aanbrengen van hoog opgaande beplanting in gebieden die op de kaart landschapswaarden zijn aangemerkt als gebied met kenmerkende openheid;

- het verder verharden van onverharde of halfverharde paden en wegen in het gehele plangebied.

Hergebruik vrijkomende bebouwing voor woningen

Om te voorkomen dat karakteristieke bijgebouwen in onbruik raken en vervallen wordt hergebruik in de vorm van woningen toegestaan, mits de agrarische activiteit reeds is of wordt gestopt. Het betreft in de praktijk vaak (voormalige) agrarische bedrijfsbebouwing die niet efficiënt voor bedrijfsdoeleinden is te gebruiken. Niet ieder vrijgekomen gebouw komt voor hergebruik in aanmerking. In moderne bebouwing zoals een ligboxenstal, een plaatstalen loods e.d. wordt geen hergebruik toegestaan. Als leidraad geldt dat alleen in streekeigen landschappelijk waardevolle bebouwing hergebruik wordt toegestaan. In de praktijk zal het vaak gaat om de deel aansluitend aan het woonhuis, of om andere karakteristieke bijgebouwen. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd tot het vaststellen van een wijzigingsplan waarbij tenminste de volgende voorwaarden gelden:

- op een perceel kan worden toegestaan maximaal twee gebouwen te verbouwen tot woningen. Ook kan worden toegestaan één gebouw te verbouwen tot meerdere wooneenheden. Ongeacht het aantal gebouwen dat wordt verbouwd, kunnen in totaal maximaal twee nieuwe wooneenheden worden toegestaan;

- het totaal aantal wooneenheden op een perceel (cluster bebouwing) mag maximaal drie bedragen, als de voormalige hoofdwoning dus gesplitst is, mag nog slechts één extra woning worden toegestaan;

- als voorwaarde geldt dat alleen bebouwing met een zekere landschappelijke waarde wordt hergebruikt en alle overige voormalige bedrijfsgebouwen worden gesloopt;

- voor bijgebouwen, aan- en uitbouwen en overkappingen mag nieuwbouw worden toegestaan tot een gezamenlijke oppervlakte van maximaal 150 m2 per woning;

- verbouwing wordt uitsluitend toegestaan indien de eventueel aanwezige cultuurhistorische uitstraling niet wordt aangetast (bij twijfel wordt de commissie cultuurhistorie om advies gevraagd) en indien de landschappelijke inpassing verzekerd is door aanwezige of aanvullende streekeigen erfbeplanting.

- bij de toevoeging van een woning moet worden voldaan aan de vigerende milieuwetgeving. De toevoeging mag niet leiden tot beperking van de ontwikkelingsmogelijkheden van bedrijven in de omgeving.

Beoogde schuur wordt nu niet intensief gebruikt waardoor het risico van verval groot is te noemen. Door de schuur voor woondoeleinden te verbouwen wordt de kwaliteit van de schuur gewwarborgd. De planwijziging heeft geen negatieve gevolgen op de landschappelijke kwaliteiten. Een extra investering in landschappelijke inpassing is niet nodig, aangezien het perceel reeds goed is ingepast.

Woonvisie

Op 27 januari 2011 heeft de gemeenteraad de Regionale Woonvisie vastgesteld. Door het vaststellen van de regionale woonvisie heeft de gemeente Winterswijk zich verplicht om niet meer woningbouwplannen te ontwikkelen dan de regionale afspraken toelaten. Er is een planningslijst opgesteld waarop aangegeven is welke woningbouwplannen wel door kunnen gaan.

Op het perceel Henxelseweg 3 wordt een tweede woning toegevoegd. De planwijziging heeft derhalve invloed op de woningvoorraad en telt daarom mee voor de planningslijst. Hiermee is reeds rekening gehouden. De realisering van een extra woning op dit perceel past dus in de woonvisie.