Plan: | Streek & servicecentrum 't Tappunt, Misterweg 207-209 te Miste |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0294.BP0811BGMISTERW207-OW01 |
De gemeente Winterswijk heeft in het jaar 2007 de status verkregen van Nationaal Landschap. Kenmerk van een Nationaal Landschap is dat nog veel oorspronkelijke landschapskwaliteiten zijn overgebleven en beleefbaar zijn. Miste is één van de negen buurtschappen gelegen in de gemeente Winterswijk. Het kleinschalige coulisselandschap met karakteristieke bebouwing, essen, houtwallen, solitaire bomen en afwisseling van openheid en bebossing maken hier het landschap uniek en van grote cultuurhistorische waarde.
Het landschapstype van Miste is een oude hoevelandschap met een kenmerkende kleinschaligheid in de akkergebieden die door de beplanting nader geaccentueerd is en de aanwezigheid van veel opgaande begroeiing in de vorm van erfbeplantingen, bossen en bosjes. De kwaliteiten van dit landschapstype zijn in onderstaande figuur samengevat.
bron: Landschapsontwikkelingsplan
Erfinrichting en verharding
Op de locatie worden een viertal gebouwen gerealiseerd die door architectuur en positionering, de sfeer van het typische Winterswijkse boerenerf weergeven. Bijlage 1bevat een inrichtingsschets en impressie van de bebouwing. De nieuwe functie vraagt om voldoende parkeercapaciteit. Een concentratie van parkeerplaatsen is gesitueerd bij de entree, zodat verkeersbewegingen op het erf zoveel mogelijk worden beperkt. Deze parkeerplaatsen worden aan het oog onttrokken door afscheidende beukenhagen en onderbroken door beplantingsvakken met twee rode beuken. De toegangsweg en belendende parkeerplaatsen worden uitgevoerd in klinkers van gebakken materiaal. Het overige deel van het erf rondom de gebouwen, behoudens enkele paden en eventuele terrassen, wordt voorzien van platgrint.
De te realiseren parkeerplaatsen op het erf liggen verscholen in het groen en worden aan de 'kopzijde' voorzien van varkensruggen om gestructureerd parkeren mogelijk te maken. Bij extensief of geen gebruik zijn zij niet opvallend. Deze parkeerplaatsen zijn meer geschikt voor 'langparkeerders', bijvoorbeeld bezoekers met een recreatief doel. De toepassing van platgrint sluit goed aan op het karakter van boerenerven en biedt tevens mogelijkheden voor het infiltreren van dak- en hemelwater. Als fundatie voor dit platgrint worden kunststof honingraten toegepast die over voldoende draagkracht beschikken en het platgrint fixeren. Om de sfeer van en op het erf te versterken worden plaatselijk solitaire bomen (onder andere fruithoogstam) en tegen de gebouwen aan clusters boerenhortensia's aangeplant.
impressie
Het aan de westzijde gesitueerde gebouw wordt ter afwisseling van de semi-verharding voorzien van een kleine tuin met een afscheidende lage tot halfhoge meidoornhaag. In de tuin bevindt zich een gazon en een bloemenborder.
Beplanting
Om de ontwikkeling landschappelijk zorgvuldig in te passen en te doen aansluiten op de omgeving, wordt de groenstructuur rondom het perceel versterkt met elementen die kenmerkend zijn voor het aanwezige oude hoevelandschap. De bestaande houtopstand aan de westzijde wordt versterkt en aan de zuid- en oostzijde wordt opgaande begroeiing aangelegd. Deze elementen dragen tevens bij aan de natuurwaarde op het terrein en in de omgeving.
landschappelijke inpassing (concept)
De beplanting bestaat uit inheemse bomen en bladverliezende heesters, voldoende afgewisseld met inheemse groenblijvende heesters. Toe te passen soorten zijn:
Bomen | Linde, Paardenkastanje, Hoogstamfruit (appel, peer, pruim), Walnoot, Rode Beuk, Beuk, Inlandse eik, Spaanse aak |
Groen blijvende heesters | Taxus, Scherpe hulst |
Bladverliezende heesters | Hazelaar, Krent, Mispel, Kardinaalsmuts, Meidoorn, Vuilboom, Hortensia, Sleedoorn, Liguster |
Hagen | Rode en groen beuk, Meidoorn, Liguster |
De voorgestelde combinatie van architectuur, materiaalkeuze, semi-verharding en beplanting maken het geheel functioneel, doelmatig, sfeervol en passend in het landschap.