direct naar inhoud van Artikel 18 Wonen
Plan: Integrale herziening buitengebied Winterswijk
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0294.BP1001BGHERZIENING-OW01

Artikel 18 Wonen

18.1 bestemmingsomschrijving

De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het bestaande aantal woningen, waarbij inwoning is toegestaan;
  • b. praktijk- en kantoorruimten voor de uitoefening van een aan huis verbonden beroep, met dien verstande, dat maximaal 50 m2 van de vloeroppervlakte van de woning en de bijgebouwen ten behoeve van deze activiteiten in gebruik mag zijn en dat de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft;
  • c. een dierenpension met een maximale vloeroppervlakte van 55 m² ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - dierenpension';
  • d. verblijfsrecreatie in de vorm van één groepsaccommodatie ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - groepsaccommodatie' met dien verstande dat het aantal bezoekers maximaal de ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal bezoekers' aangegeven aantal bezoekers bedraagt;
  • e. kleinschalig kamperen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - kleinschalig kamperen', waarbij maximaal 15 kampeermiddelen zijn toegestaan, met dien verstande dat buiten de periode van 1 maart tot en met 31 oktober geen kampeermiddelen aanwezig mogen zijn;
  • f. bed & breakfastvoorzieningen, met dien verstande dat maximaal 60 m2 van de oppervlakte van de bebouwing hiervoor mag worden gebruikt met inbegrip van maximaal 2 slaapverblijven van elk maximaal 30 m2 voor in totaal maximaal 4 personen;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen en erven.

18.2 bouwregels
18.2.1

De inhoud van de woning bedraagt maximaal de bestaande inhoud met dien verstande dat:

  • a. de inhoud van woningen in voormalige boerderijen maximaal de bestaande inhoud van het totale gebouw bedraagt;
  • b. voor zover er geen sprake is van een bestaande inhoud, bedraagt de inhoud maximaal 750 m³
18.2.2

De oppervlakte van de woning bedraagt maximaal de bestaande oppervlakte met dien verstande dat voor zover er geen sprake is van een bestaande oppervlakte, bedraagt de oppervlakte maximaal 150 m².

18.2.3

Woningen, alsmede gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - groepsaccommodatie' voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. goothoogte maximaal 6 m;
  • b. bouwhoogte maximaal 10 m.
18.2.4

Bijgebouwen en overkappingen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gezamenlijke oppervlakte maximaal 100 m2 per woning, met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen en overkappingen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - gesplitst' ten behoeve van de gesplitste woningen maximaal 200 m² bedraagt;
  • b. goothoogte maximaal 3 m dan wel de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw + 0,25 m;
  • c. bouwhoogte maximaal de bouwhoogte van het hoofdgebouw - 2 m, waarbij geldt dat de bouwhoogte in ieder geval 3 m mag bedragen en maximaal 6 m.
18.2.5

Gebouwen ten behoeve van sanitaire voorzieningen mogen worden gebouwd ten behoeve van kleinschalig kamperen als bedoeld in artikel 18.1 onder d met dien verstande dat:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte per kampeerterrein maximaal 75 m² bedraagt;
  • b. de bouwhoogte maximaal 4 m bedraagt.
18.2.6

Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal 2 m, met dien verstande dat lichtmasten ten behoeve van paardenbakken niet zijn toegestaan.

18.2.7

Onverminderd het bepaalde in artikel 18.2.1 en 18.2.3 is herbouw van een woning uitsluitend toegestaan op de bestaande locatie binnen het bestemmingsvlak.

18.2.8

In afwijking van het bepaalde in artikel 18.2.1 bedraagt de inhoud van de woning ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - landhuis' maximaal 1.000 m³.

18.3 ontheffing van de bouwregels
18.3.1 Vergroten woning

Burgemeester en wethouders hebben de bevoegdheid ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 18.2.1 en 18.2.2 voor het vergroten van de oppervlakte en inhoud van een woning, met inachtneming van tenminste de volgende voorwaarden:

  • a. de oppervlakte mag met maximaal 20 m² worden uitgebreid;
  • b. de kenmerkende vorm van de hoofdbouwmassa dient gehandhaafd te blijven;
  • c. de bepalingen in artikel 18.3.5 (toetsing belangenafweging) zijn onverkort van toepassing.
18.3.2 Vergroten van de oppervlakte bijgebouwen

Burgemeester en wethouders hebben de bevoegdheid ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 18.2.4 onder a ten behoeve van het bouwen van bijgebouwen en overkappingen met een gezamenlijke oppervlakte van meer dan 100 m² in verband met de sloop van bestaande bijgebouwen, met inachtneming van tenminste de volgende voorwaarden:

  • a. de toegestane oppervlakte aan bijgebouwen bedraagt 100 m² vermeerderd met 50% van de oppervlakte van de gesloopte bijgebouwen, niet zijnde karakteristieke bijgebouwen, voor zover deze meer bedraagt dan 100 m² , met dien verstande dat voor bijgebouwen ter plaatse van aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - gesplitst' de gezamenlijke toegestane oppervlakte aan bijgebouwen 200 m² bedraagt vermeerderd met 50% van de oppervlakte van de gesloopte bijgebouwen, niet zijnde karakteristieke bijgebouwen, voor zover deze meer bedraagt dan 200 m²;
  • b. er is sprake van een aantoonbare landschappelijke verbetering;
  • c. de bepalingen in artikel 18.3.5 (toetsing belangenafweging) zijn onverkort van toepassing.
18.3.3 Vergroten van de oppervlakte bijgebouwen Natuurschoonwet-landgoed

Burgemeester en wethouders hebben de bevoegdheid ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 18.2.4 onder a ten behoeve van het vergroten van de oppervlakte van bijgebouwen tot 200 m2, met inachtneming van tenminste de volgende voorwaarden:

  • a. de vergroting dient noodzakelijk te zijn in verband met het beheer van een NSW-landgoed;
  • b. zorggedragen dient te worden voor een streekeigen landschappelijke inpassing van het erf.
18.3.4 Herbouw woning

Burgemeester en wethouders hebben de bevoegdheid ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 18.2.7 voor de herbouw van een woning op een andere dan de bestaande locatie, met inachtneming van tenminste de volgende voorwaarden:

  • a. de inhoud van de woning mag niet toenemen;
  • b. dat met betrekking tot wegverkeersgeluid een aanvaardbaar woonklimaat wordt gerealiseerd;
  • c. de herbouw dient qua verschijningsvorm aan te sluiten op de bouwvorm van de streekeigen bebouwing en op het landelijk karakter van het gebied;
  • d. de herbouw dient ruimtelijk gezien een betere situatie op te leveren;
  • e. de bepalingen in artikel 18.3.5 (toetsing belangenafweging) zijn onverkort van toepassing.
18.3.5 Toetsing belangenafweging

Bij het toepassen van de ontheffingsbevoegdheid dient tenminste aan de volgende voorwaarden te worden getoetst:

  • a. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van in de omgeving aanwezige functies en waarden;
  • b. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.
18.4 ontheffing van de gebruiksregels
18.4.1 Woningsplitsing

Burgemeester en wethouders hebben de bevoegdheid ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 18.1 onder a voor het splitsen van de hoofdbouwmassa (hoofdgebouw, aan- en uitbouwen) van een woning in twee woningen, met inachtneming van tenminste de volgende voorwaarden:

  • a. de te splitsen hoofdbouwmassa heeft een inhoud van meer dan 900 m³;
  • b. de bouwmassa wordt niet vergroot;
  • c. de kenmerkende vorm van het gebouw blijft gehandhaafd;
  • d. elke afzonderlijke woning moet na splitsing een minimale inhoud van 400 m³ hebben;
  • e. bijgebouwen en overkappingen zijn toegestaan tot een gezamenlijke oppervlakte van maximaal 200 m2 per bestemmingsvlak, met dien verstande dat het meerdere aan bijgebouwen en overkappingen wordt gesloopt, tenzij het karakteristieke bebouwing betreft;
  • f. zorggedragen dient te worden voor een streekeigen landschappelijke inpassing;
  • g. de bepalingen in artikel 18.4.9 (toetsing belangenafweging) zijn onverkort van toepassing.
18.4.2 Ontheffing bezoekers groepsaccommodatie

Burgemeester en wethouders hebben de bevoegdheid ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 18.1 onder c voor het toestaan van meer bezoekers van groepsaccommodaties dan ter plaatse zijn toegestaan, met inachtneming van tenminste de volgende voorwaarden:

  • a. het aantal bezoekers bedraagt maximaal 25;
  • b. de toename van het aantal bezoekers mag niet leiden tot een onevenredige verkeersaantrekkende werking;
  • c. geen onevenredige aantasting mag plaatsvinden van in de omgeving aanwezige functies en waarden;
  • d. geen onevenredige aantasting mag plaatsvinden van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.
18.4.3 Gebruik woning als vakantie-/recreatiewoning

Burgemeester en wethouders hebben de bevoegdheid ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 18.1 voor het toestaan dat de woning inclusief bijbehorende aan- en uitbouwen en bijgebouwen wordt gebruikt als vakantie-/recreatiewoning, met inachtneming van tenminste de volgende voorwaarden:

  • a. het gebruik als vakantie-/recreatiewoning is toegestaan gedurende maximaal 180 dagen per jaar;
  • b. de bepalingen in artikel 18.4.9 (toetsing belangenafweging) zijn onverkort van toepassing.
18.4.4 Recreatieve nevenactiviteiten

Burgemeester en wethouders hebben de bevoegdheid ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 18.1 voor het toestaan van bij de woning behorende en daaraan ondergeschikte recreatieve nevenactiviteiten in de vorm van:

  • a. bed & breakfastvoorzieningen, met inachtneming van tenminste de volgende voorwaarden:
    • 1. de voorzieningen dienen te worden gerealiseerd in de woning en/of karakteristieke bijgebouwen zoals deze bestonden op 25 januari 2007 en hiervoor mag geen nieuwbouw plaatsvinden;
    • 2. zorggedragen dient te worden voor een streekeigen landschappelijke inpassing;
    • 3. maximaal 120 m2 van de oppervlakte van de bebouwing mag hiervoor worden gebruikt met inbegrip van maximaal 4 slaapverblijven van elk maximaal 30 m², met dien verstande dat het aantal gasten per nacht maximaal 8 bedraagt;
    • 4. voorzien dient te worden in voldoende parkeerruimte op eigen erf;
    • 5. de bepalingen in artikel 18.4.9 (toetsing belangenafweging) zijn onverkort van toepassing;
  • b. kleinschalig kamperen, met inachtneming van tenminste de volgende voorwaarden:
    • 1. het dient een woning te betreffen van waaruit het beheer van een NSW landgoed binnen het plangebied plaatsvindt;
    • 2. maximaal 25 kampeerplaatsen zijn toegestaan, waaronder begrepen maximaal 2 trekkershutten met een oppervlakte per hut van maximaal 30 m2, waarbij gebouwen ten behoeve van sanitaire voorzieningen zijn toegestaan met een gezamenlijke oppervlakte van maximaal 75 m2 en een bouwhoogte van maximaal 4 m;
    • 3. zorggedragen dient te worden voor een streekeigen landschappelijke inpassing van het erf en het kampeerterrein;
    • 4. voorzien dient te worden in voldoende parkeerruimte op eigen erf;
    • 5. buiten de periode van 1 maart tot en met 31 oktober mogen geen kampeermiddelen op het terrein aanwezig zijn, met uitzondering van de trekkershutten;
    • 6. de bepalingen in artikel 18.4.7 (stapeling van ontheffingen) zijn onverkort van toepassing;
    • 7. de bepalingen in artikel 18.4.9 (toetsing belangenafweging) zijn onverkort van toepassing;
  • c. recreatiewoningen, met inachtneming van tenminste de volgende voorwaarden:
    • 1. de woningen dienen te worden gerealiseerd in de woning en/of karakteristieke bijgebouwen zoals deze bestonden op 25 januari 2007 en hiervoor mag geen nieuwbouw plaatsvinden;
    • 2. maximaal 3 recreatiewoningen of appartementen zijn toegestaan met een inhoud van maximaal 300 m3 per woning of appartement met dien verstande dat een woning ook in zijn geheel als recreatiewoning mag worden gebruikt;
    • 3. zorggedragen dient te worden voor een streekeigen landschappelijke inpassing;
    • 4. voorzien dient te worden in voldoende parkeerruimte op eigen erf;
    • 5. permanente bewoning van recreatiewoningen is niet toegestaan;
    • 6. de bepalingen in artikel 18.4.9 (toetsing belangenafweging) zijn onverkort van toepassing;
  • d. groepsaccommodaties, met inachtneming van tenminste de volgende voorwaarden:
    • 1. de accommodaties dienen te worden gerealiseerd in de bebouwing zoals deze bestond op 25 januari 2007 en hiervoor mag geen nieuwbouw plaatsvinden;
    • 2. verblijf in groepsaccommodaties is toegestaan voor maximaal 25 personen;
    • 3. maximaal 350 m2 van de bedrijfsvloeroppervlakte van de bebouwing hiervoor mag worden gebruikt;
    • 4. zorggedragen dient te worden voor een streekeigen landschappelijke inpassing;
    • 5. voorzien dient te worden in voldoende parkeerruimte op eigen erf;
    • 6. de op het moment van het nemen van het ontheffingsbesluit bestaande infrastructuur op het erf mag niet als gevolg van de voorzieningen worden verhard of aangepast;
    • 7. de bepalingen in artikel 18.4.7 (stapeling van ontheffingen) zijn onverkort van toepassing;
    • 8. de bepalingen in artikel 18.4.9 (toetsing belangenafweging) zijn onverkort van toepassing;
  • e. kleinschalige terrasvoorziening, met inachtneming van tenminste de volgende voorwaarden:
    • 1. de terrasvoorzieningen dienen worden gerealiseerd in de bebouwing zoals deze bestond op 25 januari 2007 en hiervoor mag geen nieuwbouw plaatsvinden
    • 2. maximaal 200 m2 van de bedrijfsvloeroppervlakte van de bebouwing mag hiervoor worden gebruikt, waarbij maximaal 100 m2 buitenruimte mag worden ingericht;
    • 3. zorggedragen dient te worden voor een streekeigen landschappelijke inpassing;
    • 4. voorzien dient te worden in voldoende parkeerruimte op eigen erf;
    • 5. de op het moment van het nemen van het ontheffingsbesluit bestaande infrastructuur op het erf mag niet als gevolg van de voorzieningen worden verhard of aangepast;
    • 6. de bepalingen in artikel 18.4.7 (stapeling van ontheffingen) zijn onverkort van toepassing;
    • 7. de bepalingen in artikel 18.4.9 (toetsing belangenafweging) zijn onverkort van toepassing;
  • f. kleinschalige dagrecreatieve activiteiten, met inachtneming van tenminste de volgende voorwaarden:
    • 1. de kleinschalige dagrecreatieve activiteiten dient plaats te vinden in de bebouwing zoals deze bestond op 25 januari 2007;
    • 2. maximaal 350 m2 van de bedrijfsvloeroppervlakte van de bebouwing mag hiervoor worden gebruikt, waarbij direct aansluitend op de aanwezige bebouwing maximaal 200 m2 buitenruimte mag worden ingericht;
    • 3. zorggedragen dient te worden voor een streekeigen landschappelijke inpassing;
    • 4. voorzien dient te worden in voldoende parkeerruimte op eigen erf;
    • 5. de op het moment van het nemen van het ontheffingsbesluit bestaande infrastructuur op het erf mag niet als gevolg van de voorzieningen worden verhard of aangepast;
    • 6. de bepalingen in artikel 18.4.7 (stapeling van ontheffingen) zijn onverkort van toepassing;
    • 7. de bepalingen in artikel 18.4.9 (toetsing belangenafweging) zijn onverkort van toepassing.
18.4.5 Detailhandel in ter plaatse geproduceerde producten of streekproducten

Burgemeester en wethouders hebben de bevoegdheid ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 18.1 voor detailhandel in uitsluitend of in hoofdzaak ter plaatse geproduceerde producten en/of streekproducten, met inachtneming van de voorwaarde dat het hiervoor gebruikte bedrijfsvloeroppervlak maximaal 50% van de bestaande oppervlakte bebouwing mag bedragen met een maximum van 350 m2.

18.4.6 Overige nevenactiviteiten

Burgemeester en wethouders hebben de bevoegdheid ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 18.1 voor het toestaan van nevenactiviteiten als bedoeld in bijlage 1 met inachtneming van de onderscheiden deelgebieden ter plaatse van de aanduidingen zoals aangegeven in de bijlage, dan wel niet-agrarische nevenactiviteiten die voor wat betreft de aard en omvang van de milieuhinder die zij veroorzaken gelijk kunnen worden gesteld aan activiteiten als bedoeld in bijlage 1, met inachtneming van tenminste de volgende voorwaarden:

  • a. maximaal 50% van de vloeroppervlakte van de bebouwing zoals deze bestond op 25 januari 2007 mag hiervoor wordt gebruikt, met inachtneming van de in onderstaande tabel aangegeven maximumoppervlakte in m2 zoals die geldt ter plaatse van de aanduidingen zoals opgenomen in de tabel.

  'EHS natuur'   'EHS verweving'   'EHS verbinding'   'landschapswaarden'  
Verblijfsrecreatie   500 m2   500 m2   500 m2   750 m2  
Dagrecreatie   500 m2   500 m2   500 m2   750 m2  
Zorg   500 m2   500 m2   500 m2   750 m2  
Opslag   x   350 m2   350 m2   500 m2  
Overige nevenfuncties   x   350 m2   350 m2   500 m2  

bij een combinatie van meer(dere) nevenactiviteiten is de hoogste oppervlaktenorm bepalend met dien verstande dat de vloeroppervlakte ten behoeve van een bepaalde nevenactiviteit nooit de voor die nevenactiviteit aangegeven maximum vloeroppervlakte mag overschrijden;

  • b. in aanvulling op het bepaalde in de tabel mag een oppervlakte van maximaal 200 m2 aan buitenruimte worden gebruikt ten behoeve van de nevenfunctie, met dien verstande dat de nevenactiviteiten 'opslag' en 'overige nevenfuncties' volledig inpandig dienen plaats te vinden;
  • c. de (gezamenlijke) omvang van de nevenactiviteiten in oppervlakte in gebruik zijnde bebouwing en uitstraling dient ondergeschikt te blijven aan de woonfunctie;
  • d. de landschappelijke inpassing van de gehele locatie in de vorm van streekeigen erfbeplanting dient te zijn gewaarborgd;
  • e. indien de oppervlakte gebouwen dat wordt ingezet voor nevenactiviteiten groter is dan 350 m2dient er een inrichtingsplan te worden opgesteld waaruit de ruimtelijke inpassing van de bedrijvigheid in de omgeving blijkt. Bij de beschrijving van de ruimtelijke inpassing dient in ieder geval aandacht te worden besteed aan:
    • 1. aanvullende landschapsversterkende maatregelen in de vorm van de aanleg van streekeigen beplanting;
    • 2. dan wel een ecologische inpassing in de vorm van de aanleg van kleinschalige natuurelementen;
    • 3. dan wel een verkeerskundige inpassing in de vorm van de aanleg of versterking van de (recreatieve)infrastructuur;
  • f. parkeren dient volledig op eigen terrein plaats te vinden;
  • g. geen onevenredige toename mag plaatsvinden van de verkeersaantrekkende werking;
  • h. de bepalingen in artikel 18.4.7 (stapeling van ontheffingen) is onverkort van toepassing;
  • i. de bepalingen in artikel 18.4.9 (toetsing belangenafweging) zijn onverkort van toepassing.
18.4.7

Stapeling van ontheffingen uit artikel 18.4.4 a tot en met f, artikel 18.4.5 en artikel 18.4.6:

  • a. Bij een combinatie van twee of meer van de volgende nevenactiviteiten uit artikel 18.4.4, artikel 18.4.5 en artikel 18.4.6:
    - groepsaccommodaties;
    - kleinschalige terrasvoorziening;
    - kleinschalige dagrecreatieve activiteiten;
    - detailhandel in ter plaatse geproduceerde producten;
    - overige nevenactiviteiten volgens artikel 18.4.6;
    geldt de hoogste toegestane vloeroppervlakte als het totale toegestane maximum met dien verstande dat de vloeroppervlakte ten behoeve van een bepaalde nevenactiviteit nooit de voor die nevenactiviteit aangegeven maximum vloeroppervlakte mag overschrijden;
  • b. Tevens is een combinatie van de ontheffing voor trekkershutten (18.4.4 b) en voor kleinschalig kamperen (18.4.4 onder c) niet toegestaan.
18.4.8 Paardenbak

Burgemeester en wethouders hebben de bevoegdheid ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 18.1 voor het gebruiken van gronden voor een paardenbak, met inachtneming van tenminste de volgende voorwaarden:

  • a. de paardenbak heeft een oppervlakte van maximaal 800 m2;
  • b. de bepalingen in artikel 18.4.9 (toetsing belangenafweging) zijn onverkort van toepassing.
18.4.9 Toetsing belangenafweging

Bij het toepassen van de ontheffingsbevoegdheid dient aan tenminste de volgende voorwaarden te worden getoetst:

  • a. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van in de omgeving aanwezige functies en waarden;
  • b. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.