Plan: | Landgoed Nieuwe Weuste |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0294.BP1002BGNWOW-VA01 |
Het landschap ten oosten van Winterswijk bestaat uit een afwisseling van weiden, akkers, houtwallen, boselementen en beken, zo ook het plangebied. Nog steeds is het onderscheid in kampenlandschap en heideontginningslandschap goed herkenbaar. Op het terrein staan twee imposante solitaire eiken.
Het heideontginningslandschap is te herkennen aan een vlakkere ligging en lange rechte wegen. Door het huidige vrij intensieve gebruik van de agrarische percelen zijn de natuurwaarden op de locatie momenteel gering en beperken zich tot het bosje en de greppels, inclusief de hierlangs groeiende bomen en struiken. Ook in de directe omgeving van het toekomstige landgoed komen maar weinig bijzondere vegetaties en plantensoorten voor. Hiervoor moeten we iets meer naar het noorden (Willinks Weust en steengroeven) of naar het zuiden (soortenrijke beekbegeleidende bossen langs de Boven-Slinge).
Afbeelding 3: Blik over het landgoed met akkers (Bron: Stichting Staring Advies, 2007)
Afbeelding 4: Solitaire bomen in het plangebied (Bron: Stichting Staring Advies, 2007)
Afbeelding 5: Topografische kaart. (Bron: Topografische atlas provincie Gelderland, 2004)
In het noordelijk deel van het landgoed zijn kwelverschijnselen waarneembaar in de sloten, in de vorm van ijzerhoudend water. Ook in de plantengroei wijzen kwelindicatorsoorten in en langs de sloten op het voorkomen van kwel. In het aangrenzende bosje aan de westzijde worden soorten als struikheide en vossebes aangetroffen. Beide soorten wijzen erop dat dit bosje op voormalige heide is aangeplant.
De basis voor het historische landschap is gelegen in de bodemeigenschappen. Het heideontginningslandschap is ontstaan op podzolgronden en beekeerdgronden. Door storende lagen in de bodemopbouw, hier nog eens versterkt door de aanwezigheid van ondiep keileem, en doordat de gronden van nature arm waren, maakte dat deze gronden ongunstig waren voor landbouwkundig gebruik. De hoger gelegen kampen waren daarvoor gunstiger.
De gronden van het toekomstige landgoed bestaan volgens de bodemkaart uit twee verschillende bodemtypen. Enerzijds is er sprake van een kalkloze zandgronden (in geel op afbeelding 6), Dit beslaat het grootste deel van het landgoed. Anderzijds wordt in het midden van het landgoed, grenzend aan 'het bosje van Verink', podzolgrond aangetroffen. Dit bodemtype bestaat uit leemarm en zwak lemig fijn zand. Ook het meest zuidelijke puntje van het landgoed behoort tot dit type.
Afbeelding 6: Bodemkaart van het plangebied (Bron: GeoData Provincie Gelderland, 2008)
Door de Rijksdienst voor oudheidkundig bodemonderzoek is de indicatieve kaart van archeologische waarden (IKAW) ontwikkeld. Deze kaart geeft inzicht in gebieden, waarvan geen archeologische waarden bekend zijn. Door de aanwezigheid van een middelhoge en hoge verwachtingswaarde voor het plangebied wordt aanbevolen rekening te houden met eventuele archeologische vondsten. Om inzicht te krijgen in de eventuele aanwezigheid van archeologische waarden in het plangebied is inmiddels een archeologisch onderzoek verricht (zie hiervoor paragraaf 3.2.8.)
De waterhuishouding heeft een belangrijke invloed gehad op de ontwikkeling van de bodem en het gebruik door de mens. Het hoogste punt (+ 43,5 meter NAP) bevindt zich ongeveer in het midden van het landgoed langs de oostgrens. Van daaruit neemt zowel in noordoostelijke als zuidwestelijke richting de hoogte af tot ruim 41,5 meter op de laagste punten. De greppels in de noordelijke helft van het landgoed wateren dan ook af in noordoostelijke richting en die in de zuidelijke helft wateren af in zuidwestelijke richting. Afbeelding 7 geeft de grondwatertrappen in het plangebied aan. In paragraaf 3.2.7 wordt dieper op de waterhuishouding in het plangebied ingegaan.
Afbeelding 7: Grondwatertrappen in het plangebied (Bron: GeoData Provincie Gelderland, 2008)
De beoogde locatie voor het landgoed ligt in de nabije omgeving van het habitatrichtlijngebied en staatsnatuurmonument Willinks Weust. Het aangrenzende perceel bos aan de westzijde is door de provincie Gelderland aangewezen als EHS-verwevingsgebied. Natuurgebied Willinks Weust zelf maakt onderdeel uit van de EHS-natuur en ligt ten noorden van de beoogde locatie.
Door het huidige vrij intensieve gebruik van de agrarische percelen zijn de natuurwaarden op de locatie momenteel gering en beperken zich tot het bosje en de greppels, inclusief de hierlangs groeiende bomen en struiken. Ook in de directe omgeving van het toekomstige landgoed komen maar weinig bijzondere vegetaties en plantensoorten voor. Hiervoor moeten we iets meer naar het noorden (Willinks Weust en steengroeven) of naar het zuiden (soortenrijke beekbegeleidende bossen langs de Boven-Slinge).
Om inzicht te krijgen in de aanwezige natuurwaarden in het plangebied en de consequenties voor deze waarden door het realiseren van een nieuw landgoed is een natuurtoets uitgevoerd (zie paragraaf 3.2.6).
De locatie wordt goed ontsloten via de Vosseveldseweg. De Vosseveldseweg sluit aan op de kern Winterswijk en is direct aangesloten op de N319. Door het plangebied lopen momenteel geen paden of wegen.