direct naar inhoud van 5.4 Bodemonderzoek
Plan: Het Vriezenhuis
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0294.BP1012BGVRIEZENHS-VA01

5.4 Bodemonderzoek

Bij het opstellen van een bestemmingsplan plan moet rekening worden gehouden met de bodemkwaliteit van het plangebied in relatie tot de toekomstige functie. Nieuwe bestemmingen moeten bij voorkeur op schone grond worden gerealiseerd. In de Wet bodembescherming is bepaald dat indien de desbetreffende bodemkwaliteit niet voldoet aan de norm voor de beoogde functie, de grond zodanig dient te worden gesaneerd dat zij kan worden gebruikt door de desbetreffende functie (functiegericht saneren). Bij functiewijzigingen dient ten minste het eerste deel van het verkennend bodemonderzoek, te weten het historisch onderzoek, te worden verricht. Indien uit het historisch onderzoek wordt geconcludeerd dat op de betreffende locatie sprake is geweest van activiteiten met een verhoogd risico op verontreiniging dient het volledig verkennend bodemonderzoek te worden verricht.

Naar aanleiding van de ontwikkelde plannen is in 2006 een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd (zie bijlage). In het plangebied zijn de volgende deellocaties onderzocht:

1. Nieuwbouwlocatie woonhuis

In de boven- en ondergrond zijn geen verontreinigingen aangetoond. Het grondwater is licht verontreinigd met chroom. De aangetoonde lichte metaalverontreiniging is hoogstwaarschijnlijk, in combinatie met de verlaagde pH, te relateren aan het regionaal voorkomen van verhoogde concentraties van metalen in het grondwater.

2. Achterhuis en schoppe

De bodem is plaatselijk matig puinhoudend. De zintuiglijk met puindelen verontreinigde grond is sterk verontreinigd met lood en is licht verontreinigd met kwik, zink, PAK en EOX. Uit de separate analyse van de deelmonsters van het betreffende grondmonster blijkt dat de loodverontreiniging zich ter plaatse van het huidige terras naast de villa bevindt. Op deze locatie bevond zich in het verleden een HBO-tank van 3.000 liter. Deze tank is verwijderd. De zintuiglijke schone bovengrond is licht verontreinigd met minerale olie. De ondergrond is licht verontreinigd met PAK. Het grondwater is licht verontreinigd met cadmium, chroom en zink.

3. Bovengrondse dieseltank en afleverpomp

De bovengrond en het grondwater zijn niet verontreinigd met minerale olie of aromaten. Het grondwater is licht verontreinigd met cadmium, chroom en zink. De aangetoonde lichte metaalverontreinigingen zijn hoogstwaarschijnlijk, in combinatie met de verlaagde pH, te relateren aan het regionaal voorkomen van verhoogde concentraties van metalen in het grondwater.

Ter plaatse van de te realiseren nieuwbouwwoning is geen bodemverontreiniging geconstateerd. Gelet op de bouwactiviteiten zal dit de enige locatie op het perceel zijn waar werkzaamheden in de grond zullen plaatsvinden. Afgezien van de verontreiniging bij de villa (waar geen grondwerkzaamheden zullen plaatsvinden) kan het plangebied verder als “onverdacht” worden beschouwd. Er hoeft dan ook geen nader onderzoek te worden gedaan. De bestemmingsplanwijziging kan plaatsvinden.