direct naar inhoud van Artikel 9 Recreatie - De Voortwisch
Plan: Verblijfsrecreatieterreinen
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0294.BP1104BGRECREATIE-OW01

Artikel 9 Recreatie - De Voortwisch

9.1 bestemmingsomschrijving
9.1.1

De voor Recreatie - De Voortwisch aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. verblijfsrecreatie in de vorm van vrijstaande recreatiewoningen, met dien verstande dat binnen de gehele bestemming maximaal 37 recreatiewoningen zijn toegestaan;
  • b. de bescherming van de aanwezige landschapswaarden ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden';
  • c. dagrecreatie;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.

9.1.2

Bedrijfswoningen zijn niet toegestaan.

9.2 bouwregels
9.2.1

Recreatiewoningen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. oppervlakte maximaal 66 m2, met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte van de recreatiewoning en het bijbehorende bijgebouw niet meer dan 75 m2 mag bedragen;
  • b. inhoud maximaal 300 m3;
  • c. goothoogte maximaal 4 m;
  • d. bouwhoogte maximaal 6,5 m;
  • e. onderkeldering is niet toegestaan.
9.2.2

Bijgebouwen bij de recreatiewoningen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. maximaal één vrijstaand bijgebouw per recreatiewoning;
  • b. bouwhoogte maximaal 3 m;
  • c. oppervlakte maximaal 15 m2;
  • d. overkappingen mogen niet worden gebouwd;
  • e. onderkeldering is niet toegestaan.
9.2.3

Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal:

  • a. erf- en terreinafscheidingen 2 m;
  • b. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 6 m.
9.3 specifieke gebruiksregels
9.3.1

Tot een gebruik in strijd met de bestemming wordt verstaan een gebruik van recreatiewoningen en stacaravans ten behoeve van permanente bewoning.

9.3.2

In afwijking van het bepaalde in artikel 9.3.1 is permanente bewoning van recreatiewoningen toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - permanente bewoning' met dien verstande dat:

  • a. de permanente bewoning in omvang niet mag worden vergroot;
  • b. op het moment dat de permanente bewoning van de desbetreffende recreatiewoningen eindigt, hierna permanente bewoning niet langer is toegestaan.
9.4 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
9.4.1

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 9.1.1 onder b bedoelde gronden houtgewas te vellen en te rooien.

9.4.2

Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 9.4.1 wordt verleend, indien door de uitvoering van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen blijvende onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschapswaarden van het gebied.

9.4.3

Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 9.4.1 is nodig voor:

  • a. werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen; werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die op het moment van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde dan wel verleende omgevingsvergunning.