direct naar inhoud van Artikel 30 Algemene bouwregels
Plan: Verblijfsrecreatieterreinen
Status: voorontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0294.BP1104BGRECREATIE-VI03

Artikel 30 Algemene bouwregels

30.1 bestaande maatvoering
30.1.1

In die gevallen dat de bestaande goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud en/of afstand tot enige op de verbeelding aangegeven lijn van bouwwerken, die in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet tot stand zijn gekomen, minder dan wel meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven respectievelijk toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud en/of afstand in afwijking daarvan als minimaal respectievelijk maximaal toegestaan.

30.1.2

In die gevallen dat een bestaand bebouwingspercentage, dat in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet tot stand is gekomen, meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven, geldt dat bebouwingspercentage in afwijking daarvan als maximaal toegestaan.

30.1.3

Het bepaalde in artikel 30.1.1 met betrekking tot de bestaande oppervlakte is niet van toepassing in geval van sloop van bestaande bijgebouwen en overkappingen.

30.2 ondergronds bouwen

Het bouwen van ondergrondse bouwwerken is uitsluitend toegestaan onder bedrijfsgebouwen.

30.3 afstand bijgebouwen tot openbare weg
30.3.1

In afwijking van het bepaalde in de bestemmingsregels van dit plan geldt dat de afstand van bijgebouwen tot de naar de openbare weg gekeerde bestemmingsgrens minimaal 20 meter bedraagt.

30.3.2

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 30.3.1 voor zover dit:

  • a. vanuit stedenbouwkundig oogpunt aanvaardbaar is;
  • b. niet op milieuhygiënische bezwaren stuit.