Plan: | Inslagstraat tussen 16 en 18 |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0294.BP1104KOINSLAG-OW01 |
Algemeen
Bij veranderingen van de bestaande bestemming dient naar het aspect van de archeologie te worden gekeken. Op die locaties binnen het plangebied waar in de toekomst nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen zullen plaatsvinden, zal bekeken moeten worden of het uitvoeren van archeologisch onderzoek noodzakelijk is. Op basis van het onderzoek kan worden beslist hoe met de eventueel aanwezige archeologische waarden dient te worden omgegaan.
Gemeentelijk archeologisch beleid
Op 25 november 2010 is de nieuwe Erfgoedverordening met bijbehorende archeologische beleidskaart door de gemeenteraad vastgesteld.
Op grond van dit beleid dient de archeologische beleidskaart als onderlegger voor nieuwe bestemmingsplannen te worden gebruikt en geeft die de archeologische (onderzoeks)verplichtingen voor verschillende bodemingrepen.
Het betreffende perceel ligt binnen een landschappelijke eenheid met een hoge verwachte dichtheid aan archeologische resten. De archeologische resten zijn afgedekt door een meer dan 50 cm dikke conserverende laag en daardoor waarschijnlijk goed geconserveerd.
In de provinciale nota “Provinciaal Beleidskader Archeologie. Interimkader 2009-2012.” (10 maart 2009) is een groot deel van de gemeente Winterswijk aangewezen als Gelderse parel. Het plangebied ligt binnen deze parel. De consequenties van de parelgebieden zijn overigens op dit moment nog niet duidelijk.
De reginaal archeoloog heeft genoemd archeologisch rapport tevens beoordeeld. Op grond van de onderzoeksresultaten heeft de regionaal archeoloog geconcludeerd dat vervolgonderzoek achterwege kan blijven.
Beoordeling
Op grond van de archeologische beleidskaart is archeologisch onderzoek noodzakelijk als de bodemverstoring groter is dan 100 m2 èn dieper reikt dan 40 cm minus maaiveld.
Het noodzakelijke archeologische onderzoek is inmiddels uitgevoerd: Conceptrappoert Inventariserend veldonderzoek, karterend booronderzoek, Synthegra, rapportnummer S110033, 8 februari 2011 Bijlage 1.
Op grond van het uitgevoerde onderzoek wordt een vervolgonderzoek niet noodzakelijk geacht. Er zijn namelijk geen relevante vondsten aangetroffen.
Bij de uitvoering van de grondwerkzaamheden is het volgende van belang:
Eventuele archeologische vondsten bij sloop-, bouw en/of graafwerkzaamheden moeten worden gemeld!
Bij de uitvoering van niet archeologische graafwerkzaamheden dient te allen tijde de wettelijke meldingsplicht (ex artikel 53 Monumentenwet 1988) in acht te worden genomen:
Degene die anders dan bij het doen van opgravingen een zaak vindt waarvan hij weet dan wel redelijkerwijs moet vermoeden dat het een monument is (in roerende of onroerende zin), meldt die zaak zo spoedig mogelijk bij Onze minister. Deze aangifte dient te gebeuren bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Het verdient tevens aanbeveling de verantwoordelijk ambtenaar van de gemeente, waar de vondst is gedaan, hiervan per direct in kennis te stellen.