direct naar inhoud van Artikel 4 Bos
Plan: Eelink 2012
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0294.BP1104SGKOEELINK-OW01

Artikel 4 Bos

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de instandhouding en ontwikkeling van natuur- en landschapswaarden;
  • b. fiets- en voetpaden;

een en ander met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

4.2 Bouwregels

Uitsluitend bouwwerken ten dienste van de genoemde bestemming mogen worden gebouwd.

4.2.1 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. bouwwerken, geen gebouw zijnde, met een maximale hoogte van 1,25 m.
4.3 Nadere eisen
  • a. Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het elders in dit artikel bepaalde, nadere eisen stellen met betrekking tot:
    • 1. de (goot)hoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
    • 2. de oriëntering van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • b. De nadere eisen mogen niet op onevenredige wijze het gebruik van bouwwerken en gronden aantasten.
4.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen gebouwen zijnde, of van werkzaamheden
4.4.1 Omgevingsvergunningsplicht

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders op en in de hierna aangegeven gronden de daarbij aangegeven werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. ophoging, egalisering van gronden en afgraven van de bodem;
  • b. aanleggen en verharden van wegen, het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • c. aanleggen en dempen van watergangen, sloten en andere waterpartijen;
  • d. overige werken en werkzaamheden die de waterhuishouding beïnvloeden zoals bemalen, onderbemalen, draineren en het slaan van putten;
  • e. aanbrengen van ondergrondse leidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
4.4.2 Uitzonderingen omgevingsvergunnningsplicht

Het in lid 4.4.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden:

  • a. werken en werkzaamheden in het kader van het normale beheer, onderhoud en exploitatie;
  • b. werken en werkzaamheden, waarmee rechtens is of mag worden begonnen ten tijde van het onherroepelijk worden van het plan;
  • c. werken en/of werkzaamheden welke zijn aangevangen dan wel in uitvoering zijn ten tijde van het van kracht worden van het plan;
4.4.3 Toelaatbaarheid werken en werkzaamheden

Werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 4.4.1, zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen voor de bodemstructuur, het bodemniveau en natuurwaarden, welke het plan beoogt te beschermen

  • niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast dan wel
  • de mogelijkheden voor het herstel van die waarden of functies niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.