direct naar inhoud van Artikel 12 Maatschappelijk
Plan: Kom Winterswijk 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0294.BP1106KO01-VA01

Artikel 12 Maatschappelijk

12.1 bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke voorzieningen;
  • b. een begraafplaats, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats';
  • c. een brandweerkazerne, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'brandweerkazerne';
  • d. detailhandel in volumineuze goederen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel grootschalig';
  • e. horeca, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca';
  • f. beurzen en zelfstandige horeca ten behoeve van recepties, ontvangsten, festiviteiten en feestelijkheden, met uitzondering van bar-dancings, nachtclubs, coffeeshops en discotheken, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - zalencentrum';
  • g. kamperen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein', met dien verstande dat maximaal 60 overnachtingen per jaar zijn toegestaan;
  • h. kantoren, ter plaatse van de aanduiding 'kantoor';
  • i. een kinderboerderij ter plaatse van de aanduiding 'kinderboerderij';
  • j. een museum, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'museum';
  • k. een molen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - molen';
  • l. een ambulancedienst, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - ambulancedienst';
  • m. intramuraal wonen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijke – intramuraal wonen';
  • n. de bescherming van de waarde van de gracht, het lanenstelsel, de parkbomen en de structuren, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van tuin - karakteristiek natuurlijk';
  • o. een helicopterplatform, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - helicopterplatform';
  • p. een speeltuin, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'speeltuin';
  • q. de bestaande dienstwoningen dan wel het aangegeven aantal dienstwoningen ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden', daaronder begrepen praktijk- en kantoorruimten voor de uitoefening van een aan huis verbonden beroep, met dien verstande, dat maximaal 50 m2 van de vloeroppervlakte van de woning en de bijgebouwen ten behoeve van deze activiteiten in gebruik mag zijn en dat de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.

12.2 bouwregels
12.2.1 gebouwen

Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. afstand tot de zijdelingse bouwperceelsgrens minimaal 3 m;
  • c. bouwhoogte maximaal 10 m, met dien verstande dat:
    • 1. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' de bouwhoogte maximaal de aangegeven bouwhoogte mag bedragen;
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' de goot- en bouwhoogte maximaal de aangegeven maten mogen bedragen;

met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats' in afwijking van het hiervoor bepaalde tevens gebouwen buiten het bouwvlak zijn toegestaan met een bouwhoogte van maximaal 3 m en een bebouwingspercentage van het bouwperceel van maximaal 3%.

12.2.2 bouwwerken geen gebouwen zijnde

Bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde maximaal:

  • a. terreinafscheidingen 2 m;
  • b. overige bouwwerken geen gebouwen zijnde 4 m.
12.3 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
12.3.1 omgevingsvergunningplichtige werken

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning ter plaatse van de aanduiding' specifieke vorm van tuin – karakteristiek natuurlijk' de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het ontgronden, vergraven, afgraven, egaliseren en ophogen van gronden;
  • b. het aanleggen van ondergrondse leidingen, constructies, installaties en apparatuur;
  • c. het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden, banen, parkeervoorzieningen en andere oppervlakteverhardingen;
  • d. het aanbrengen of verwijderen van opgaande beplantingen.
12.3.2 weigering

Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 12.3.1 mag alleen en moet worden geweigerd indien door het uitvoeren van de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de waarde van de gracht, het lanenstelsel, de parkbomen en de structuren en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.

12.3.3 uitzonderingen

Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 12.3.1 is nodig voor:

  • a. werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die het normale onderhoud en beheer betreffen;
  • b. werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde of verleende omgevingsvergunning.