direct naar inhoud van Artikel 7 Wonen
Plan: De Rikker, fase Vb
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0294.BP1108SGRIKKERVB-VA01

Artikel 7 Wonen

7.1 bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maximaal in totaal 52 woningen;
  • b. woningen ter plaatse van de aanduidingen:
    'aaneengebouwd' aaneengebouwde woningen;
    'twee-aaneen' twee-aaneengebouwde en vrijstaande woningen;
    'vrijstaand' vrijstaande woningen;
  • c. praktijk- en kantoorruimten voor de uitoefening van een aan huis verbonden beroep, met dien verstande, dat maximaal 50 m2 van de vloeroppervlakte van de woning en de bijgebouwen ten behoeve van deze activiteiten in gebruik mag zijn en dat de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, tuinen en erven.

7.2 bouwregels
7.2.1 Gebouwen

Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. afstand tot de zijdelingse bouwperceelsgrens bedraagt:
    • 1. bij twee-aaneen gebouwde woningen minimaal 2,5 m aan één zijde, met dien verstande, dat aan die zijde die afstand minder 2,5 m mag bedragen, mits dit deel van het hoofdgebouw minimaal 2,5 m achter de voorgevel en met een maximale goothoogte van 3 m wordt gebouwd;
    • 2. bij vrijstaande woningen minimaal 2,5 m, met dien verstande dat aan één zijde van het hoofdgebouw en/of bijgebouw die afstand minder dan 2,5 m mag bedragen, mits dit deel van het hoofdgebouw minimaal 2,5 m achter de voorgevel en met een maximale goothoogte van 3 m wordt gebouwd;
  • c. voorgevels van hoofdgebouwen ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn' of tot maximaal 3 m daarachter;
  • d. afstand tussen de voorgevel en achtergevel van hoofdgebouwen (hoofdbouwstrook) bedraagt:
    • 1. bij aaneengebouwde woningen maximaal 10 m, met dien verstande, dat deze afstand ten aanzien van de eerste bouwlaag 13 m mag bedragen;
    • 2. bij twee-aan-een gebouwde woningen maximaal 12 m, met dien verstande, dat deze afstand ten aanzien van de eerste bouwlaag 15 m mag bedragen;
    • 3. bij vrijstaande woningen maximaal 15 m, met dien verstande, dat deze afstand ten aanzien van de eerste bouwlaag 20 m mag bedragen;
  • e. de onder d bedoelde hoofdbouwstrook mag aan de achterzijde worden overschreden door delen van het hoofdgebouw, mits:
    • 1. de goothoogte van dat deel van het hoofdgebouw maximaal 3 m bedraagt;
    • 2. de oppervlakte van het achter de hoofdbouwstrook gelegen deel van het hoofdgebouw maximaal 50 m2 bedraagt, met dien verstande, dat deze oppervlakte in mindering wordt gebracht op de toegestane oppervlakte aan bijgebouwen;
    • 3. het bebouwingspercentage maximaal 50% bedraagt;
  • f. de goot- en bouwhoogte van hoofdgebouwen bedragen maximaal de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' aangegeven goothoogte respectievelijk bouwhoogte;
  • g. de bouwhoogte van bijgebouwen bedraagt maximaal 3 m;
  • h. de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen per hoofdgebouw bedraagt maximaal:
    1. 50 m2 op bouwpercelen tot 350 m2;
    2. 60 m2 op bouwpercelen tot 750 m2;
    3. 70 m2 op bouwpercelen tot 1.000 m2;
    4. 80 m2 op bouwpercelen tot 1.250 m2;
    5. 90 m2 op bouwpercelen tot 1.500 m2;
    6. 100 m2 op bouwpercelen groter dan 1.500 m2;
    met een bebouwingspercentage van maximaal 50%;
  • i. de afstand van vrijstaande bijgebouwen tot de voorgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan bedraagt minimaal 2,5 m;
7.2.2 Overkappingen

Overkappingen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. minimaal 1 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw en/of het verlengde daarvan;
  • c. de bouwhoogte bedraagt maximaal 3 m;
  • d. gezamenlijke oppervlakte per hoofdgebouw bedraagt maximaal 25 m2.
7.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Bouwwerken, geen gebouwen zijnde voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. de bouwhoogte bedraagt maximaal 1 m vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw;
  • b. de bouwhoogte bedraagt maximaal 2 m achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw.
7.3 afwijken van de gebruiksregels
7.3.1

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 7.1 voor het toestaan van een aan huis verbonden bedrijf, mits:

  • a. de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft;
  • b. de oppervlakte maximaal 50 m2 bedraagt;
  • c. er geen sprake is van een duurzame ontwrichting van de bestaande distributieve voorzieningen of een ernstige verstoring van de verzorgingsstructuur;
  • d. het geen bedrijfsactiviteiten betreft die normaliter in een winkelcentrum of een winkelstraat worden uitgeoefend;
  • e. er geen sprake is van een onevenredige verkeersaantrekkende werking;
  • f. er geen detailhandel plaatsvindt behalve als ondergeschikte nevenactiviteit bij de uitoefening van een aan huis gebonden bedrijf.
7.3.2

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 7.2.1. onder a voor het overschrijden van bouwgrenzen ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - hinderzone', indien genoegzaam is aangetoond dat feitelijk en op grond van de juridisch vergunde situatie de belemmerende contour is opgeheven en het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van buiten het plangebied gelegen bedrijven daadwerkelijk is geëindigd, dan wel dat wordt aangetoond dat de milieuruimte van buiten het plangebied gelegen bedrijven zodanig is aangepast dat daarmee ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - hinderzone' een aanvaardbaar woon- en leefklimaat kan worden gerealiseerd.