Plan: | Sportpark Jaspers Fase 3 |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0294.BP1201SGJASPERSF3-OW01 |
Op grond van artikel 3.1.6 Besluit ruimtelijke ordening (Bro) moet getoetst worden of de bodemkwaliteit de planontwikkeling belemmert. Uitgangspunt is dat de bodemkwaliteit geen onaanvaardbaar risico oplevert voor de gebruikers van de bodem. In de regel wordt een bodemonderzoek uitgevoerd om dit te kunnen beoordelen.
De actuele bodemkwaliteit binnen het plangebied is met onderzoeken in 2010 en 2011 vastgesteld (Certicon, Twee sloten Jaspers Winterswijk, waterbodemonderzoek, P2010-2670, 30 nov 2010; Rouwmaat, Verkennend bodemonderzoek terrein 'Jaspers (fase III)' te Winterswijk, MT.20297, 8 dec 2010; Rouwmaat, Verkennend asbestonderzoek 'Jaspers (fase III)' te Winterswijk, MT.20297-2, 15 sept 2011, zie bijlage 1). De onderzoeken zijn uitgevoerd door een hiertoe gecertificeerd bureau conform de geldende protocollen (NEN5740/NEN5725). Met de onderzoeken zijn in de bodem geen noemenswaardig verhoogde gehalten gemeten (max. > AW2000). De bodemkwaliteit is geschikt voor de toekomstige functie. Er zijn geen (sanerings)maatregelen nodig om de bodemkwaliteit te verbeteren.
Er is getoetst aan de dichtstbijgelegen agrarische locaties: Honesweg 6 (ca. 260 meter afstand van het plangebied) en Ravenhorsterweg 88-90 (ca. 160 meter afstand van het plangebied). Deze liggen beiden buiten de invloedssfeer van plangebied. Op grond van de Wet geurhinder en veehouderij is de minimale benodigde afstand 50 meter. Agrarisch gezien geen er geen belemmeringen.
De Wet geluidhinder (Wgh) heeft tot doel de mensen te beschermen tegen geluidsoverlast. Op basis van de wet dient bij het wijzigen van het bestemmingplan dan ook het aandacht te worden besteed aan het aspect geluid.
Er is een akoestisch onderzoek, opdrachtnummer 10-302r1 (versie 1 juli 2011) door Van der Boom opgesteld, zie bijlage 2.
Er is onderzocht welke geluidbelasting ontstaat rond en tengevolge van de nieuw aan te leggen sportvelden en schietbaan. Stemgeluid buiten valt buiten het onderzoek. Transporten van bezoekers en de schietbaan moet wel worden getoetst.
Op basis van het onderzoek blijkt de grenswaarden ten gevolge van het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau en de maximale geluidsniveaus niet worden overschreden. Er zijn geen maatregelen /geluidbeperkende voorzieningen voor de uitbreiding noodzakelijk om aan de eisen te voldoen.
De verkeersaantrekkende werking is tevens in beeld gebracht. De geluidsbelasting op de woningen langs de weg- binnen het invloedsfeer van het bedrijf ligt onder de voorkeursgrenswaarde.
De uitbreiding voldoet aan de geluidwaarden en er zijn derhalve geen belemmeringen aanwezig.
Er is onderzoek uitgevoerd inzake luchtkwaliteit ten gevolge van wegverkeer van en naar de uitbreiding van het sportpark, opdrachtnummer 10-302 datum 20 december, versie 16 december 2010, zie bijlage 3.
Het effect is bepaald van de verkeersaantrekkende werking van het plan op de luchtkwaliteit. Onderzocht is of het project “niet in betekende mate” bijdraagt aan de luchtverontreiniging conform de Wet luchtkwaliteit.
De luchtkwaliteitseisen vormen geen belemmering voor deze ruimtelijke ontwikkeling.
Indien door middel van een plan nieuwe, gevoelige functies mogelijk worden gemaakt, moet worden aangetoond dat deze niet worden gerealiseerd binnen de milieuzone van omliggende bedrijven. Anderzijds mogen omliggende bedrijven niet in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden aangetast door de realisatie van een nieuwe gevoelige functie.
Milieuzonering richt zich uitsluitend op de zonering van milieubelastende activiteiten (zoals bedrijven) ten opzichte van gevoelige functies (zoals woningen). In de VNG-brochure "Bedrijven en milieuzonering" (2009) worden op basis van onderzoeks- en ervaringsgegevens richtafstanden aanbevolen tussen bedrijvigheid en milieuhindergevoelige functies voor de thema's geur, stof, geluid en gevaar. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in richtafstanden voor zowel het omgevingstype gemengd gebied als rustige woonwijk en rustig buitengebied.
Op grond van de VNG brochure is de grootste richtafstand voor een veldsportcomplex met verlichting 50 meter voor het aspect geluid. Binnen 50 meter van de sportvelden liggen echter geen milieugevoelige objecten.
Het aspect bedrijven en milieuzonering vormt geen belemmering voor de uitvoering.
Er is advies gevraagd bij Regio Achterhoek. Het advies van 20 november 2010, heeft als kenmerk 2010u000633, zie bijlage 4.
Conclusie:
Het groepsrisico hoeft voor dit plan niet nader te worden gemotiveerd. Externe veiligheid vormt geen belemmering voor de realisatie van dit bestemmingsplan.