direct naar inhoud van 3.6 Landschap en cultuurhistorie
Plan: Sportpark Jaspers Fase 3
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0294.BP1201SGJASPERSF3-OW01

3.6 Landschap en cultuurhistorie

Het uitbreidingsgebied ligt buiten de EHS, in multifunctioneel landschap (onderdeel van Waardevol Landschap). Ruimtelijke ontwikkeling (en ook bestemmingsplanwijziging) is hier mogelijk, mits de kernkwaliteiten van de locatie daarbij behouden blijven of worden versterkt. Het is van de belang om bij de nieuwe inrichting van het terrein rekening de houden met, de in het Streekplan beschreven, landschappelijke kernkwaliteiten voor het Oost-Nederlands plateau:

  • Kleinschalig, organisch gegroeid halfopen landschap met afwisseling van bosjes, houtwallen, landbouwgrond, lanen, beken, boerderijen; oostelijke helft kleinschaliger dan westelijke helft.
  • Rijk aan microreliëf (steilranden, essen en eenmansessen), een duidelijke terrasrand (westzijde).
  • Meanderende beken in smalle dalen als doorgaande structuren, met natuurlijke begroeiing (elzen en essen) in halfopen landschap; overstromingsvlaktes in laagtes;
  • Fraaie, open essen (opvallend groot op de plateaurand van Aalten tot Groenlo) en bijzondere broekgebieden;
  • Historisch nederzettingenpatroon vervlochten in het landschap: oude boerderijplaatsen (zoals scholtehoeven), vele gehuchten en grotere nederzettingen.

Al voordat de sportvelden hier gerealiseerd werden, was er sprake van een vrij kleinschalig landschap ter plekke. Dat beeld komt grotendeels overeen met de historische kaart van 1930, maar niet met die van 1900, toen veel houtwallen en houtsingels heel anders in het landschap waren verdeeld. In 30 jaar tijd was er blijkbaar veel veranderd: houtwallen en –singels verdwenen om plaats te maken voor nieuwe op vaak andere plaatsen. De perceelsindeling veranderde daardoor drastisch. Het huidige sportpark Jaspers heeft zich goed weten te voegen naar het dertiger jaren landschap van de vorige eeuw. Dit landschap is verdeeld in kamers van verschillende vorm en afmetingen, bestaande uit agrarische percelen en sportvelden, omgeven door houtopstanden, en die daardoor in meerdere of mindere mate besloten zijn. Het is een typisch voorbeeld van een stuk nog redelijk gaaf gebleven oudhoevig landschap van Meddo.

Het LOP biedt aanknopingspunten voor de wijze waarop met ruimtelijke ontwikkeling kan worden omgegaan en daarbij gelijktijdig kansen voor landschapsontwikkeling te benutten. Landschappelijk behoort het sportpark Jaspers inclusief de uitbreiding tot het tamelijk kleinschalige oudhoevige landschap van Meddo, dat wel grootschaliger is geworden door het verwijderen van houtwallen, onder meer als gevolg van de Ruilverkaveling Winterswijk-West. Het LOP wenst versterking van bestaande oude houtwallen, de aanleg van verbindende houtopstanden (houtsingels en –wallen) daartussen en het koppelen van nieuwe beplantingen aan de bestaande beeklopen. Het terrein aan de westzijde tegen de uitbreiding aanliggend, is in cultuurhistorisch opzicht waardevol, maar het uitbreidingsgebied zelf, als gevolg van de vele veranderingen aan het begin van de vorige eeuw, niet. Het uitbreidingsgebied is visueel-ruimtelijk waardevol vanwege de beplantingen.

Het uitbreidingsgebied bestaat uit 4 kamers van verschillende vorm en grootte. Door het uitbreidingsplan wordt het aantal kamers teruggebracht tot drie: het sportpark wordt in het nieuwe plan met een bomenbeplanting visueel gescheiden van het parkeerterrein en met een 2 m hoge haagbeplanting worden de 2 natuurgrasvelden van elkaar gescheiden. Het gebied wordt daardoor grootschaliger. Herstel van de beslotenheid is echter geen onderdeel van het plan. Als het gezien de beschikbare ruimte al mogelijk zou zijn om extra beplantingen tussen de sportvelden aan te leggen dan zouden de velden daardoor extra onderhoudsbehoeftig worden, hetgeen veel energie, kosten en extra milieuverontreiniging met zich meebrengt.

De volgende landschappelijke versterkingen zullen worden gerealiseerd:

  • 1. Langs de Leurdijksbeek zullen bomen en pleksgewijs struweel worden aangeplant, waardoor de kamergrens aan de zuidwestzijde zal worden versterkt.
  • 2. Ter hoogte van zwembad Jaspers zal de boslaan worden doorgetrokken door tweezijdige aanplant van zomereiken richting Jaspersweg.
  • 3. Het terrein bij de schietbaan wordt ontdaan van rommel, de schietkelder na verwijdering van de huidige met kruiden begroeide laag opnieuw afgedekt met schraal zand waarop zich een schrale, bloemrijke, kruidenbegroeiing kan ontwikkelen (die jaarlijks gehooid wordt) en het terrein vervolgens aan de zuidkant met inheemse doornstruiken ingeplant. Tussen deze struikenrand en de afgedekte schietbaan kan zich bloemrijke ruigte ontwikkelen.
  • 4. Nabij de zuidoostpunt van een te beplanten grondwal, die zal worden aangelegd aan de noord-, oost- en zuidzijde van het meest oostelijk gelegen sportveld, komt een vijver te liggen die het drainwater van de sportvelden opvangt. Aangrenzend aan de grondwal en de vijver kan bloemrijk grasland ontwikkeld worden. Zowel de vijver als het bloemrijke grasland hebben landschappelijke waarde.

In bijlage 6 vindt u het totale landschapsplan waarbij zowel met landschap als met flora en fauna rekening is gehouden. In dit plan wordt bij de landschappelijke onderbouwing verwezen naar het Gebiedsplan Natuur en Landschap van 2008. Ondertussen is echter ook het Natuurbeheerplan 2011 vastgesteld. In dit plan wordt echter niets concreets gezegd over de Ecologische Verbindingszone en de bijbehorende kaart voor 2012 onderscheidt nog slechts het bostype eiken-, beuken- en dennenbos in de nabije EHS-natuur. Omdat het plangebied buiten de EHS ligt, is het ons inziens niet nodig het rapport van Staring Advies hierop aan te passen.