direct naar inhoud van 5.6 Luchtkwaliteit
Plan: Meddosestraat
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0294.BP1202SGMEDDOSESTR-VA01

5.6 Luchtkwaliteit

Sinds 15 november 2007 staan de hoofdlijnen voor regelgeving rondom luchtkwaliteitseisen beschreven in de Wet milieubeheer. Artikel 5.16 Wm (lid 1) geeft weer, onder welke voorwaarden bestuursorganen bepaalde bevoegdheden (uit lid 2) mogen uitoefenen. Als aan minimaal één van de volgende voorwaarden wordt voldaan, vormen luchtkwaliteitseisen in beginsel geen belemmering voor het uitoefenen van de bevoegdheid:

  • j. er is geen sprake van een feitelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarde;
  • k. een project leidt – al dan niet per saldo – niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit;
  • l. een project draagt 'niet in betekenende mate' bij aan de luchtverontreiniging;
  • m. een project past binnen het NSL (Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit), of binnen een regionaal programma van maatregelen.


Het Besluit NIBM

Deze AMvB legt vast, wanneer een project niet in betekenende mate bijdraagt aan de concentratie van een bepaalde stof. Een project is NIBM, als aannemelijk is dat het project een toename van de concentratie veroorzaakt van maximaal 3%. De 3% grens wordt gedefinieerd als 3% van de grenswaarde voor de jaargemiddelde concentratie van fijn stof (PM10) of stikstofdioxide (NO2). Dit komt overeen met 1,2 microgram/m3 voor zowel fijn stof en NO2.

In het Besluit NIBM is geregeld dat binnen de getalsmatige grenzen van de Regeling een project altijd NIBM is. Er zijn immers alleen categorieën van gevallen aangewezen, waarvan aannemelijk is dat de toename van de concentraties in de betreffende gevallen niet de 3% grens overschrijdt. Wanneer een categorie eenmaal is aangewezen, mag er zonder meer van worden uitgegaan dat deze bijdrage NIBM is.

VROM heeft in samenwerking met Infomil een NIBM-tool opgesteld. Met deze tool is op een eenvoudige en snelle manier bepaald dat het plan niet in betekenende mate bijdraagt (NIBM) aan luchtverontreiniging. Hiervoor is allereerst gekeken naar hoeveel extra vervoersbewegingen de ontwikkeling genereert (zie par. 5.10). Op basis van de tool is de conclusie dat het plan niet in betekenende mate bijdraagt aan extra verkeer. Er is dus geen nader onderzoek nodig.

afbeelding "i_NL.IMRO.0294.BP1202SGMEDDOSESTR-VA01_0009.jpg"

Conclusie.

Gelet op de lage achtergrondconcentraties in de gemeente Winterswijk zal de blootstelling aan de luchtverontreiniging in de geprojecteerde woningen ruim onder de gelden normen liggen.