Plan: | Önninkweg 5 |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0294.BP1207BGONNINKWEG5-OW01 |
In dit hoofdstuk wordt het relevante rijks-, provinciaal-, regionaal en gemeentelijk beleid ten aanzien van de ruimtelijke structuur en de functionele structuur opgenomen. Ook wordt aandacht besteed aan relevant Europees beleid.
Op het gebied van het Rijksbeleid kan o.a worden gedacht aan de Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening.
Op provinciaal niveau kan onder andere worden gedacht aan het Streekplan / structuurvisie Gelderland.
Op gemeentelijk niveau zijn onder andere de volgende beleidsstukken van belang: visie buitengebied en het landschapsontwikkelingsplan.
Voor de relevante beleidskaders verwijzen wij naar de toelichting van het bestemmingsplan Integrale herziening buitengebied Winterswijk. Het verzoek is passend in het algeheel ruimtelijk beleid. Het beleid van hogere overheden bepaalt niks over toegestane uitbreidingen van woningen.
Beleidswijziging uitbreiding gesplitste woningen
Dit bestemmingsplan wijkt op één onderdeel af van het beleid in het bestemmingsplan Integrale herziening buitengebied Winterswijk. Het bestemmingsplan 'Integrale herziening Buitengebied Winterswijk' staat uitbreiding van gesplitste woningen namelijk niet toe. De woonbestemming voor 'gewone' woningen staat het toe om via een ontheffing 20 m2 uit te breiden. Dit kan als de kenmerkende vorm van de hoofdbouwmassa niet wordt aangetast. Bij het maken van het nieuwe bestemmingsplan voor het buitengebied is de discussie over het uitbreiden van gesplitste woningen niet uitvoerig gevoerd. Het al bestaande beleid om deze woningen niet uit te breiden is gehandhaafd en vertaald in het bestemmingsplan buitengebied. Reden om de uitbreiding toen niet toe te staan was dat de woningen al groot genoeg zijn (dat is immers de reden om ze te splitsen). Een tweede argument is dat een gewenste aanbouw meestal welstandstechnisch lastig is. Dit komt doordat er sprake is van één gebouw (oorsponkelijk gebouwd als één woning) met twee zelfstandige wooneenheden. Wanneer (bij beide wooneenheden) uitbreiding wordt toegestaan bestaat het gevaar dat de verhouding tussen hoofdgebouw en aanbouw en de beeldkwaliteit onder druk komt te staan. Voor een goede ruimtelijke kwaliteit van het buitengebied zou dit ongewenst zijn.
Met de inwerktreding (per 1 oktober 2010) van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) is de mogelijkheid ontstaan om onder voorwaarden een (gesplitste) woning vergunningvrij uit te breiden (art. 2 lid 3 onder a Besluit omgevingsrecht). Hierbij is geen welstandstoets noodzakelijk. De gemeente heeft hier dus geen enkele invloed/sturingsmogelijkheid.
De voorwaarden om via de Wabo een (gesplitste) woning uit te breiden zijn als volgt:
De regeling in de Wabo heeft twee nadelen:
Het verzoek van de initiatiefnemer past niet binnen de kaders van het vergunningvrij bouwen van de Wabo, vanwege de overschrijding van de gestelde normen qua hoogte en oppervlakte. Er is een planologische procedure (bestemmingsplan) nodig om het gewenste plan uit te kunnen voeren.
De volgende redenen zijn er om mee te werken aan een beleidswijziging:
Bovenstaande is voor het gemeentebestuur aanleiding om uitbreiding van gesplitste woningen wel mogelijk te maken via het bestemmingsplan. Een initiatiefnemer heeft dan de keuze om een gesplitste woning uit breiden conform de voorwaarden uit de Wabo (vergunningsvrij) of via het bestemmingsplan (Wet ruimtelijke ordening (Wro)).
Het is wel wenselijk om enige kaders te stellen voor het toestaan van de uitbreiding. Om niet vast te zitten aan vastgestelde normen, wordt uitbreiding van een gesplitste woning niet gekoppeld aan een maximale uitbreidingsnorm (m2). Wel geldt als voorwaarde dat de uitbreiding qua schaal en maatvoering moet aansluiten op de hoofdbouwmassa, waarbij de kenmerkende vorm van de hoofdbouwmassa niet wordt aangetast. De initiatiefnemer is dan redelijk vrij in de keuze en dus kan de markt zijn werking doen.