Plan: | GELDERESCHWEG 108 |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0294.BP1210BGGELDERE108-VA01 |
De opbouw van het bestemmingsplan is conform SVBP 2008. De planregels van het bestemmingsplan “Geldereschweg 108” bestaan uit vier hoofdstukken, waarin achtereenvolgens de inleidende regels, de bestemmingsregels, de algemene regels en de overgangs- en slotregels aan de orde komen.
Begripsbepalingen
In de begripsbepalingen worden omschrijvingen gegeven van de in het bestemmingsplan gebruikte begrippen. Deze zijn opgenomen om interpretatieverschillen te voorkomen. Alleen die begripsbepalingen zijn opgenomen die gebruikt worden in de regels en die tot verwarring of voor meerdere uitleg vatbaar zijn.
Wijze van meten
De wijze van meten bevat technische regelingen met betrekking tot het bepalen van oppervlaktes, percentages, hoogtes, diepen, breedtes en dergelijke waarmee op een eenduidige manier uitleg wordt gegeven wat onder de diverse begrippen wordt verstaan.
In dit hoofdstuk is het gebruik van gronden en gebouwen, alsmede de bouwmogelijkheid geregeld. Gebruik in strijd met de bestemming is verboden. Uitgangspunt is geweest om het onderhavige bestemmingsplan zoveel mogelijk te laten aansluiten op het bestemmingsplan Buitengebied.
Omdat in het te realiseren plan de functie wonen feitelijk ondergeschikt is (blijft) aan de beoogde bedrijfsactiviteiten is aan het gehele terrein de bestemming Bedrijf gegeven.
De volgende (dubbel)bestemmingen zijn uit het bestemmingsplan Buitengebied overgenomen, daar deze in dit plan onveranderd van toepassing zijn:
Voor een toelichting op deze bestemmingen wordt verwezen naar de toelichting van het bestemmingsplan Buitengebied.
De dubbelbestemmingen 'reconstructiewetzone - verwevingsgebied' en 'reconstructiewetzone - extensieveringsgebied' zijn niet overgenomen, daar deze in het bestemmingsplan Buitengebied zijn gekoppeld aan een agrarische bestemming en betrekking hebben op intensieve veehouderij.
Algemene regels zijn regels die gelden voor meerdere bestemmingen dan wel een algemene strekking hebben. Het betreft: de anti-dubbeltelregel en algemene bouw-, afwijkings- en procedureregels.
Anti-dubbeltelregel
Deze regel is opgenomen om te voorkomen dat, wanneer volgens een bestemmingsplan bepaalde gebouwen en bouwwerken niet meer dan een bepaald deel van een bouwperceel mogen beslaan, het opengebleven terrein nog eens meetelt bij het toestaan van een ander gebouw of bouwwerk, waaraan een soortgelijke eis wordt gesteld.
Algemene bouwregels
Hier zijn regels opgenomen ten aanzien van bestaande afstanden en andere maten ingeval van strijdigheid met de bestemmingsregels. Ook is hierin geregeld wanneer overschrijding van bouw- en bestemmingsgrenzen door ondergeschikte bouwdelen is toegestaan. Verder is bepaald dat het bouwen van ondergrondse bouwwerken uitsluitend is toegestaan onder bovengrondse gebouwen.
Tot slot is hier bepaald dat bijgebouwen in principe minimaal 20 meter van de openbare weg dient te zijn gesitueerd.
Algemene afwijkingsregels
In deze bepaling wordt aangegeven van welke regels bij omgevingsvergunning in algemene zin kan worden afgeweken. De criteria die als voorwaarde aan verlening worden gesteld zijn daarbij aangegeven.
Algemene procedureregels
In deze bepaling staat aangegeven welke procedure dient te worden gevolgd bij de voorbereiding van een besluit tot toepassen van nadere eisen.
De overgangs- en slotregels zijn algemeen van aard en gelden voor alle bestemmingen. De volgende slotbepalingen zijn opgenomen in dit laatste hoofdstuk.
Overgangsrecht
In deze bepaling wordt vorm en inhoud gegeven aan het overgangsrecht. Aangesloten is bij het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) en de Wabo.
Slotregel
Als laatste wordt de slotregel opgenomen. Deze regel bevat zowel de titel van het plan als de vaststellingsbepaling.