Plan: | Bedrijfsuitbreiding Ratumseweg 65a |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0294.BP1404BGRATUMSEW65-VA01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan Bedrijfsuitbreiding Ratumseweg 65a met identificatienummer NL.IMRO.0294.BP1404BGRATUMSEW65-VA01 van de gemeente Winterswijk;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij horende bijlagen;
de analoge en digitale voorstelling van de in het bestemmingsplan opgenomen digitale ruimtelijke informatie;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een bedrijf dat in een (gedeelte van) een woning wordt uitgeoefend en dat is gericht op het vervaardigen van producten en/of het leveren van diensten, door de gebruik(st)er van de woning, en dat niet krachtens een milieuwet vergunning- of meldingplichtig is;
een dienstverlenend beroep op zakelijk, maatschappelijk, juridisch, medisch, ontwerptechnisch of kunstzinnig gebied, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend door de gebruik(st)er, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
een afwijking als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 sub c van de Wet ruimtelijke ordening;
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen waaronder boomteelt en/of het houden van dieren;
de regionaal (beleids)archeoloog of een andere door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige op het gebied van de archeologische monumentenzorg;
onderzoek (bureauonderzoek en/of boren en/of geofysisch onderzoek en/of graven en/of begeleiden) verricht door een dienst, bedrijf of instelling erkend door het College van de Archeologische Kwaliteit (CvAK/SIKB), beschikkend over een opgravingsvergunning ex artikel 39 Monumentenwet en werkend volgens de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie;
de aan een gebied toegekende verwachting in verband met de kans op het voorkomen van archeologische relicten;
de aan een gebied toegekende waarde in verband met het voorkomen van archeologische relicten;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
het kleinschalig verlenen van logies en ontbijt in een woning, inclusief bijbehorende bijgebouwen;
een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor (dienstverlenend) bedrijf of instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw, niet zijnde een verblijfsruimte;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een standplaats;
de grens van een bouwvlak;
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
de grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
het totaal van mogelijkheden en voorzieningen voor ontspanning of vrijetijdsbesteding op een bepaalde plaats zonder overnachtingsmogelijkheden;
een samenhangend netwerk van kwalitatief hoogwaardige natuurgebieden, natuurrijke cultuurlandschappen en verbindingszones, met als doel de veiligstelling van ecosystemen met de daarbij behorende soorten;
de bouwlaag op de begane grond;
een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal;
recreatief medegebruik van gronden zoals wandelen, paardrijden, fietsen, varen, zwemmen en vissen, waarbij de recreatie geen specifiek beslag legt op de ruimte;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een agrarisch bedrijf waarvan de bedrijfsvoering volledig of nagenoeg volledig is gericht op het gebruik maken van grond als productiemiddel;
een gebouw dat, gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt;
een bedrijf waar hoofdzakelijk overdag en/of in de avonduren dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin logies wordt verstrekt, zoals bijvoorbeeld een café, restaurant, hotel, pension, en naar de aard en openingstijden daarmee gelijk te stellen bedrijven, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie, tenzij in de regels anders is bepaald;
een agrarisch bedrijf of een deel daarvan waar ten minste 250 m2 aan bedrijfsvloeroppervlak aanwezig is dat gebruikt wordt als veehouderij volgens de Wet milieubeheer voor het houden van dieren, waarbij dit houden van dieren geheel of nagenoeg geheel plaatsvindt in bebouwing. Het biologisch houden van dieren en het houden van melkrundvee, schapen en paarden wordt niet aangemerkt als intensieve veehouderij;
terras dat ondergeschikt is aan een andere, in de regels nader omschreven, (hoofd-)functie en dat tot doel heeft het verstrekken van kleine etenswaren en dranken. Feesten en partijen met commerciële doelstelling zijn niet toegestaan;
een halfrond of nagenoeg halfrond verplaatsbaar bouwwerk overtrokken met lichtdoorlatend materiaal en bestemd voor de kweek van gewassen en de bescherming van gewassen tegen neerslag;
de aan een gebied toegekende waarde in visueel-ruimtelijk en/of cultuurhistorisch en/of ecologisch en/of geomorfologisch opzicht;
het oppervlak (of de hoogte daarvan) van het land of de bovenkant van het terrein dat een bouwwerk omgeeft;
een activiteit ondergeschikt aan de hoofdactiviteit in zowel omvang (m2), omzet (€) als de effecten op het woon- en leefklimaat;
een agrarisch bedrijf waarvan de bedrijfsvoering niet of nagenoeg niet is gericht op het gebruik maken van grond als productiemiddel;
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie;
een vergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder b van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo);
horeca die ondergeschikt is en gerelateerd is aan een andere, nader in de regels omschreven (hoofd)functie;
een overkapt bouwwerk bestaande uit maximaal twee al dan niet tot de constructie behorende wanden;
een omheind terrein waarvan de natuurlijke bovenlaag is vervangen door zand of ander doorlatend materiaal ten behoeve van het rijden op paarden;
bewoning door een persoon of door groepen van personen van een voor bewoning bedoelde ruimte als hoofdverblijf c.q. vaste woon- of verblijfplaats;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
een bouwwerk in een weiland dat beschutting biedt tegen weersinvloeden aan vee;
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotische/pornografische aard plaatsvinden, waaronder in ieder geval worden verstaan een prostitutiebedrijf, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
een als bijlage bij deze planregels behorende en daarvan onderdeel uitmakende lijst van bedrijven en instellingen;
constructies bedoeld voor de tijdelijke ondersteuning van container(teelt)velden en opengrondteelt, zoals kweektunnels;
producten die ter plaatse op het erf of op de eigen landbouwpercelen geproduceerd worden;
een agrarisch bedrijf waar sprake is van een bedrijfsomvang van minimaal 70 Nederlandse grootte-eenheden (Nge);
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan kennelijk als zodanig diende te worden aangemerkt;
een wijziging als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening;
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
Bij toepassing van deze planregels wordt als volgt gemeten:
tussen de zijdelingse grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
tussen de buitenzijde van de afdekking van de overkapping, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van de overkapping;
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwonderdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 1 m bedraagt;
Voor het meten van de inhoud van woningen worden bijgebouwen niet meegerekend.
Bij toepassing van deze regels wordt gemeten tot of vanuit het hart van een lijn op de verbeelding.
De voor 'Agrarisch - Cultuurlandschap' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ruiter- fiets- en wandelpaden, ontsluitings-, parkeer- en groenvoorzieningen, watergangen, tuinen en erven.
Bedrijfsgebouwen en bedrijfswoningen voldoen aan de volgende kenmerken:
Bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning voldoen aan de volgende kenmerken:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voldoen aan de volgende kenmerken:
Teeltondersteunende voorzieningen voldoen aan de volgende kenmerken:
In aanvulling op het bepaalde in deze bouwregels zijn tevens de bestaande bijgebouwen en overkappingen voor opslag ten behoeve van agrarische activiteiten alsmede voor de stalling van vee buiten het bouwvlak toegestaan met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van bebouwing, in relatie tot de bestaande bebouwing indien en voor zover noodzakelijk voor de bescherming van de landschappelijke waarden.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in dit artikel voor het toestaan van teeltondersteunende voorzieningen buiten het bouwvlak met inachtneming van tenminste de volgende voorwaarden:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 3.2.3.a voor de bouw van sleufsilo's, kuilvoerplaten en een paardenbak met een maximale oppervlakte van 800 m2, buiten het bouwvlak, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in dit artikel voor de bouw van schuilgelegenheden voor vee buiten het bouwvlak, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het afwijken van de bouwregels dient ten minste aan de volgende voorwaarden te worden getoetst:
Ter plaatse van de aanduiding 'Reconstructiewetzone - Extensiveringsgebied' is vestiging en/of omschakeling naar intensieve veehouderij niet toegestaan.
Voor het gebruik van gebouwen en gronden ten behoeve van een terrasvoorziening gelden de volgende regels:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3.1 voor het toestaan van bij het agrarische bedrijf behorende en daaraan ondergeschikte recreatieve nevenactiviteiten in de vorm van:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3.1 onder h voor detailhandel in uitsluitend of in hoofdzaak ter plaatse geproduceerde producten en/of streekproducten, met inachtneming van tenminste de volgende voorwaarden:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3.1 voor het toestaan van nevenactiviteiten als bedoeld in Bijlage 1 met inachtneming van de onderscheiden deelgebieden ter plaatse van de aanduidingen zoals aangegeven in de bijlage, dan wel niet-agrarische nevenactiviteiten die voor wat betreft de aard en omvang van de milieuhinder die zij veroorzaken gelijk kunnen worden gesteld aan activiteiten als bedoeld in Bijlage 1, met inachtneming van tenminste de volgende voorwaarden:
'EHS verweving' | |
Verblijfsrecreatie | 500 m2 |
Dagrecreatie | 500 m2 |
Zorg | 500 m2 |
Opslag | 350 m2 |
Overige nevenfuncties | 350 m2 |
bij een combinatie van meer(dere) nevenactiviteiten is de hoogste oppervlaktenorm bepalend, met dien verstande dat de vloeroppervlakte ten behoeve van een bepaalde nevenactiviteit nooit de voor die nevenactiviteit aangegeven maximum vloeroppervlakte mag overschrijden;
Bij een combinatie van twee of meer van de volgende nevenactiviteiten uit artikel 3.6.1, artikel 3.6.2 en artikel 3.6.3:
geldt de hoogste toegestane vloeroppervlakte als het totale toegestane maximum met dien verstande dat de vloeroppervlakte ten behoeve van een bepaalde nevenactiviteit nooit de voor die nevenactiviteit aangegeven maximum vloeroppervlakte mag overschrijden.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3.1 voor het toestaan van evenementen mits dit gebruik per locatie beperkt blijft tot maximaal negen dagen per kalenderjaar exclusief opbouwen en afbreken, met inachtneming dat de bepalingen in artikel 3.6.6 (toetsing belangenafweging) onverkort van toepassing is.
Bij het toepassen van de bevoegdheden zoals opgenomen in artikel 3.6.1 tot en met 3.6.5 dient aan tenminste de volgende voorwaarden te worden getoetst:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 3.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning zoals bedoeld in artikel 3.7.1 mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke en natuurwetenschappelijke waarden van het gebied en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen.
Geen omgevingsvergunning zoals bedoeld in artikel 3.7.1 is nodig voor:
Het bevoegd gezag mag het plan wijzigen in de vorm van het veranderen van de bouwgrenzen, met inachtneming van tenminste de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag mag het plan wijzigen in de vorm van het vergroten van de oppervlakte van het bouwvlak, met inachtneming van tenminste de volgende voorwaarden:
Bij het toepassen van de afwijkingsbevoegdheden zoals opgenomen in de artikelen 3.8.1 en 3.8.2 dient tenminste aan de volgende voorwaarden te worden getoetst:
De voor 'Waarde - Archeologische verwachting 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van te verwachten archeologische waarden in de bodem.
Ten aanzien van het oprichten van bebouwing gelden de volgende regels:
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een vergunning als bedoeld in artikel 4.2.1 onder a wint zij advies in bij een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de vergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden en zo ja of de voorwaarden zoals opgenomen in artikel 4.2.1 onder b sub 1 tot en met 4 dienen te worden gesteld.
Het bepaalde in artikel 4.2.1 onder a is niet van toepassing indien:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bouwwerken en de inrichting van gronden, indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn erop gericht de archeologische waarden in de grond (in situ) te behouden.
Onverminderd het in de Monumentenwet 1988 bepaalde is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 4.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in artikel 4.4.1 bedoelde verbod geldt niet:
Ten aanzien van de in artikel 4.4.1 genoemde vergunning gelden de volgende beoordelingscriteria:
Overeenkomstig het bepaalde in artikel 2.22 tweede lid van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht kan het bevoegd gezag de omgevingsvergunning onder beperkingen verlenen en kunnen voorschriften worden verbonden aan de omgevingsvergunning, waaronder:
Voordat het bevoegd gezag beslist over het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 4.4.1 wint zij advies in bij een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van een omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
Het bevoegd gezag kan het plan wijzigen door het geheel of gedeeltelijk verwijderen van de bestemming 'Waarde - Archeologische verwachting 4', indien op basis van nader archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn, dan wel er niet langer archeologische begeleiding of zorg nodig is.
Het bevoegd gezag kan het plan wijzigen door het geheel of gedeeltelijk omzetten van de bestemming 'Waarde - Archeologische verwachting 4' in de bestemming Waarde - Archeologie, indien uit nader archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse behoudenswaardige archeologische waarden aanwezig zijn.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Het bouwen van ondergrondse bouwwerken is uitsluitend toegestaan onder bovengrondse gebouwen.
Tot een gebruik in strijd met alle bestemmingen wordt in elk geval verstaan het gebruik van gronden:
De gronden ter plaatse van de aanduidingen 'EHS Verweving' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het beschermen en ontwikkelen van landschappelijke en ecologische waarden.
Een besluit tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor het afwijken van de bouw- of gebruiksregels of voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden, dan wel voor het toepassen van een in het plan opgenomen wijzigingsbevoegdheid wordt niet genomen indien sprake is van een significante aantasting van kernkwaliteiten of omgevingscondities van het gebied, met dien verstande dat significante aantasting van kernkwaliteiten of omgevingscondities van het gebied geen belemmering vormt voor het nemen van dat besluit:
Een in het plan opgenomen bevoegdheid om bij omgevingsvergunnig af te wijken van de bouw- of gebruiksregels of bij omgevingsvergunning bepaalde werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden toe te staan, of een wijzigingsbevoegdheid, dat een significante aantasting van kernkwaliteiten of omgevingscondities van het gebied tot gevolg heeft, wordt niet eerder verleend respectievelijk toegepast dan nadat advies is gevraagd aan een onafhankelijke deskundige op het gebied van natuur en landschap.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 9.1 kan slechts worden verleend, met inachtneming van tenminste de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan het plan wijzigen in de vorm van het aanbrengen van geringe veranderingen in de plaats, ligging en/of afmetingen van bestemmingsgrenzen, met inachtneming van tenminste de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan het plan wijzigen in de vorm van het wijzigen van de ter plaatse geldende bestemming in de bestemming 'Bos' of 'Natuur', met inachtneming van tenminste de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan het plan wijzigen in de vorm van het wijzigen van de ter plaatse geldende bestemming in de bestemming 'Groen', met inachtneming van tenminste de volgende voorwaarden:
Procedure nadere eis
Op de voorbereiding van een besluit tot nadere eis is de volgende procedure van toepassing:
Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening
De voorschriften van de bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het bepaalde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Bedrijfsuitbreiding Ratumseweg 65a'.
Aldus vastgesteld d.d. 18 september 2014, met nummer IX-8