direct naar inhoud van Artikel 8 Groen
Plan: Integrale herziening buitengebied Winterswijk
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0294.BP1001BGHERZIENING-OW01

Artikel 8 Groen

8.1 bestemmingsomschrijving

De voor Groen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. houtwallen en houtsingels;
  • b. groenvoorzieningen, bermen en beplanting;

met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

8.2 bouwregels
8.2.1

Gebouwen mogen niet worden gebouwd.

8.2.2

Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal 2 m.

8.3 aanlegvergunning
8.3.1

Het is verboden zonder of in afwijking van een aanlegvergunning van burgemeester en wethouders op de in artikel 8.1 bedoelde gronden om houtopstanden behorende tot de houtsingsels te vellen, te rooien of te beschadigen.

8.3.2

Een aanlegvergunning mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van andere-werken zoals bedoeld in artikel 8.3.1 dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschapswaarden van het gebied en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen.

8.3.3

Geen aanlegvergunning is nodig voor:

  • a. andere-werken zoals bedoeld in artikel 8.3.1 die het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen;
  • b. andere-werken zoals bedoeld in artikel 8.3.1 die op het moment van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde dan wel verleende vergunning.
8.4 wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders hebben de bevoegdheid het plan te wijzigen in de vorm van het wijzigen van de bestemming in de bestemming Agrarisch - Cultuurlandschap, met inachtneming van tenminste de volgende voorwaarden:

  • a. de wijziging houdt verband met de verplaatsing van de ter plaatse aanwezige houtsingel;
  • b. er mag geen bouwvlak worden opgenomen;
  • c. zorggedragen dient te worden voor een streekeigen landschappelijke inpassing;
  • d. geen onevenredige aantasting mag plaatsvinden van in de omgeving aanwezige functies en waarden;
  • e. geen onevenredige aantasting mag plaatsvinden van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.