direct naar inhoud van Hoofdstuk 5 Beleidskader
Plan: Groenloseweg 63
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0294.BP1001KOgroenlos63-VA01

Hoofdstuk 5 Beleidskader

5.1 Rijksbeleid

Nota Ruimte

De Nota Ruimte bevat de visie van het kabinet op de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland en de belangrijkste bijbehorende doelstellingen. De nota bevat, in overeenstemming met het Hoofdlijnenakkoord van het kabinet, de ruimtelijke bijdrage aan een sterke economie, een veilige en leefbare samenleving en een aantrekkelijk land. In de Nota Ruimte wordt het nationaal ruimtelijke beleid vastgelegd tot 2020, waarbij de periode 2020 - 2030 geldt als doorkijk naar de lange termijn.

In de Nota Ruimte zijn alleen uitspraken opgenomen die een specifiek nationaal ruimtelijk belang dienen of die zorgen voor een gegarandeerde basiskwaliteit voor alle bewonersvan Nederland. Provincies en gemeenten zijn verantwoordelijk voor een voldoende en tijdige beschikbaarheid van ruimte voor wonen en werken en de daarbij behorende voorzieningen, groen, water, recreatie, sport en infrastructuur. De centrale doelstellingen van de nota Ruimte zijn: versterking van de internationale concurrentiepositie van Nederland, bevordering van krachtige steden en een vitaal platteland, de borging en ontwikkeling van belangrijke (inter)nationale waarden en de borging van veiligheid. Bundeling van verstedelijking en economische activiteiten betekent dat nieuwe bebouwing voor deze functies grotendeels geconcentreerd tot stand komt, dat wil zeggen in bestaand bebouwd gebied, aansluitend op het bestaande bebouwde gebied of in nieuwe clusters van bebouwing daarbuiten. De ruimte die in het bestaande stedelijke gebied aanwezig is, moet door verdichting optimaal worden gebruikt. Het streven is erop gericht dat veertig procent van het totale uitbreidingsprogramma voor woningen en arbeidsplaatsen daar tot stand komt.

5.2 Provinciaal beleid

Streekplan 2005-2015

Het ruimtelijke beleid van de provincie Gelderland tot 2015 is vastgelegd in het Streekplan Gelderland 2005. Met de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening per 1 juli 2008 heeft het streekplan Gelderland 2005 de status van structuurvisie gekregen. Dat betekent dat de inhoud van het streekplan voor de provincie de basis blijft voor haar eigen optreden in de ruimtelijke ordening. Op grond van het streekplan behoort het plangebied tot het multifunctioneel gebied (bebouwd gebied 2000). In het provinciaal beleid voor stedelijke ontwikkeling wordt onderscheid gemaakt tussen bestaand bebouwd gebied en stedelijke uitbreidingen. Het accent van de provinciale beleidsambities ligt op de vernieuwing en het beheer en onderhoud van bestaand bebouwd gebied. Hiervoor is onder andere een intensivering van het stedelijk grondgebruik noodzakelijk, maar wel met behoud van karakteristieke elementen en zorgvuldige omgang met open ruimten daarbinnen. Tevens acht de provincie een optimalisering van het gebruik van bestaand bebouwd gebied noodzakelijk: meer gebruik van de verticale dimensie (hoogte, diepte) en van de tijdsdimensie (meervoudig gebruik van dezelfde gebouwde ruimte).

5.3 Gemeentelijk beleid

Masterplan

In Winterswijk ligt een belangrijke opgave om de ruimtelijke kwaliteit van de kern en de relatie van de kern met het omliggende buitengebied verder te versterken. Basis voor dit Masterplan vormt de 'Visie Wonen en Werken'. In het Masterplan zijn de keuzes, die in de Visie Wonen en Werken zijn gemaakt, uitgewerkt in de richting van concrete inrichtingsplannen voor verschillende locaties in Winterswijk. De planhorizon voor deze ruimtelijke visie is 2020.

Naast het Masterplan is tevens een woonvisie opgesteld.

In de woonvisie is de volgende tekst opgenomen:

Bij een min of meer gelijkblijvende bevolking zal de groep ouderen in de komende jaren sterk toenemen. Dit impliceert dat zij een relatief groter beroep doen op woonruimte. Ouder worden brengt veelal de noodzaak tot verhuizen naar een gelijkvloerse woning met zich mee. Doordat de groep ouderen door de vergrijzing toeneemt zal de behoefte aan appartementen en zorgwoningen ook toenemen. Uit een landelijk onderzoek is gebleken dat de voorkeur van ouderen met name uitgaat naar gelijkvloerse woningen, met minimaal 2 slaapkamers . Deze gelijkvloerse woning kan zowel een (grondgebonden) seniorenwoning als een appartement met lift zijn. Het oppervlak van de woning moet minimaal 76-100 m2. Comfort is voor ouderen erg belangrijk.

Beoogde appartementen voldoen aan de genoemde eisen uit de woonvisie.

5.4 Conclusie

De voorgenomen planontwikkeling past binnen de beleidskaders van het rijk, de provincie en de gemeente.