direct naar inhoud van Artikel 6 Natuur
Plan: Het Vriezenhuis
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0294.BP1012BGVRIEZENHS-OW01

Artikel 6 Natuur

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Natuur aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van natuurwetenschappelijke waarden;
  • b. extensieve dagrecreatie;
6.2 Bouwregels

Uitsluitend de volgende bebouwing is toegestaan:

  • a. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een bouwhoogte van maximaal 2 m.
6.3 Afwijken van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 12.2 voor het toestaan van:

  • a. een gebouw ten behoeve van de opslag en berging van materialen voor het beheer van het natuurgebied, met inachtneming van tenminste de volgende voorwaarden:
    • 1. het gebouw is noodzakelijk i.v.m. beheer van de natuur;
    • 2. de oppervlakte bedraagt maximaal 20 m2;
    • 3. de bouwhoogte bedraagt maximaal 3 m;
    • 4. geen onevenredige aantasting mag plaatsvinden van de natuurwetenschappelijke waarden van het gebied;
  • b. een uitkijkplatform, met inachtneming van tenminste de volgende voorwaarden:
    • 1. de oppervlakte bedraagt maximaal 10 m2;
    • 2. de bouwhoogte bedraagt maximaal 6,5 m;
    • 3. geen onevenredige aantasting mag plaatsvinden van de natuurwetenschappelijke waarden van het gebied.
6.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
6.4.1 Verbod

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 5.1 bedoelde gronden de volgende andere-werken uit te voeren:

  • a. het ontgronden, vergraven, afgraven, egaliseren, diepploegen, woelen en mengen en ophogen van gronden;
  • b. het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden, banen, parkeervoorzieningen en andere oppervlakteverhardingen;
  • c. het aanleggen, verdiepen, verbreden en dempen van sloten, watergangen en overige waterpartijen;
  • d. het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- en/of communicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
  • e. het aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplantingen, het bebossen en aanplanten van gronden en het rooien en/of kappen van bos of andere houtgewassen.
6.4.2 Weigering

Een omgevingsvergunning mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van het ander-werk dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurwetenschappelijke waarden van het gebied en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen.

6.4.3 Uitzondering

Geen omgevingsvergunning is nodig voor:

  • a. werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen;
  • b. werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die op het moment van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde dan wel verleende vergunning.