Plan: | Het Vriezenhuis |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0294.BP1012BGVRIEZENHS-OW01 |
In de beleidsnota 'Functies zoeken plaatsen zoeken functies' staat het hergebruikbeleid voor de Regio Achterhoek beschreven. Deze nota is opgesteld door de acht gemeenten binnen de Regio Achterhoek. De nota beschrijft de hergebruikmogelijkheden voor verschillende typen gebouwen op verschillende locaties. Gedeputeerde Staten van Gelderland heeft deze nota vastgesteld op 19 december 2006 als een afwijking van het Streekplan Gelderland 2005. Hiermee kan de nota 'Functies zoeken plaatsen zoeken functies' worden gezien als een vervanging van de streekplantekst die gewijd is aan functieverandering van gebouwen in het buitengebied. Het hergebruikbeleid beschrijft de mogelijkheden, de voorwaarden, normen en de te volgen procedure voor functieverandering. Bijgebouwen mogen in dit beleid in bepaalde gevallen worden hergebruikt. Dan wordt wel een vereveningsbijdrage gevraagd.
Tekstueel is de notitie 'Functies zoeken plaatsen zoeken functies in Winterswijk' vrijwel gelijk aan de regionale nota, maar de gemeente Winterswijk wil op bepaalde vlakken stringenter zijn dan de regionale nota. De reden hiervoor is dat er behoefte is aan verdere structuur, ongelijkheid tegen moet worden gegaan en ongewenste ontwikkelingen het hoofd moeten worden geboden. Om ongelijkheid tegen te gaan wordt met de nadere uitwerking richting gegeven en kan ieder verzoek getoetst worden aan dezelfde beleidsuitgangspunten, specifiek geldend voor de Winterswijkse situatie, zodat er een duidelijke en eensluidende motivering is om wel of geen medewerking te verlenen aan een verzoek om hergebruik.
Het hergebruik van de bestaande monumentale gebouwen past volledig binnen de kaders en doelen van de notitie. Vertrekpunt is hierbij het reguliere functieveranderingbeleid. Daar waar afwijkingen nodig zijn van het reguliere beleid zal voor landgoederen als dit gezocht worden naar een maatwerkoplossing. Uitgangspunt van het beleid is dat iedere (ruimtelijke) verandering een bijdrage levert aan de verbetering van de kwaliteit van het buitengebied. Voor het functieveranderingbeleid geldt de sector recreatie & toerisme, als een belangrijk speerpunt.
Om te kunnen bepalen waar die maatwerkoplossing uit moet bestaan voor het Vriezenhuis, moet eerst de vraag verder worden ingekaderd. Op basis van het gemeentelijke beleid kan aan het hergebruik van de monumentale gebouwen en het verbeteren van de toeristische ontsluiting, medewerking worden verleend. De realisatie van een nieuw bijgebouw voor het landgoedbedrijf kan plaatsvinden op basis van de huidige bestemming en past ook (mits niet groter dan 200 m²) binnen het gemeentelijke landgoederenbeleid. De genoemde maatwerkoplossing is nodig voor het verplaatsen van de bedrijfswoning van het landgoed vanuit de monumentale hoofdwoning naar een nieuwbouwlocatie op het erf.
Zoals gezegd, schrijft het beleid voor dat iedere ruimtelijke verandering bijdraagt aan de verbetering van de kwaliteit van het buitengebied. In de terminologie van beleidsmakers wordt dit ook wel verevening genoemd. Deze verevening bestaat bij dit project uit:
Dit totaalpakket aan maatregelen zorgt ervoor dat dit plan voldoet aan de kaders van het gemeentelijke beleid en in belangrijke mate bijdraagt aan de daarin gestelde doelen.
De gemeenteraad van Winterswijk heeft in december 2005 de Visie Buitengebied vastgesteld. De gemeenteraad heeft deze Visie opgesteld om voor het buitengebied “ruimtelijke kwaliteiten te behouden en waar mogelijk te verbeteren”. In de visie is het buitengebied getypeerd als cultuurlandschap. In dit cultuurlandschap wisselen belangrijke groene en rode elementen elkaar af. Bijzondere aandacht is daarom voor karakteristieke en monumentale gebouwen zoals ze ook in dit plan aanwezig zijn. Helaas gebeurt het steeds vaker dat deze gebouwen hun oorspronkelijke functie hebben verloren. Het monumentale gebouw verliest daarmee ook vaak zijn economische drager. De gemeente Winterswijk streeft er naar dat deze gebouwen een passende nieuwe functie krijgen. Deze functie moet afgestemd zijn op het gebouw, de ligging van het gebouw en de wensen en kansen van de eigenaar. In dit project worden deze thema's optimaal samengebracht.
In de Visie Buitengebied wordt benoemd dat de sector 'recreatie en toerisme' zich verder zal ontwikkelen als economische drager voor het buitengebied. Hiervoor biedt de gemeente ruimte in haar ruimtelijk beleid. Het bijzondere cultuurhistorisch waardevolle landschap rond Winterswijk is zeer uitnodigend en aantrekkelijk voor zowel inwoners, als voor bezoekers (de toeristen) van Winterswijk. Het gevarieerde cultuurlandschap vormt dan ook de identiteit van Winterswijk en is de belangrijkste 'trekker' voor recreanten en toeristen.
Het buitengebied wordt mede ingericht en gepromoot als een toeristisch-recreatief product. De gemeente kan cultuurtoerisme stimuleren en tegelijk een economische impuls geven in de streek door het cultuurhistorisch landschap in de markt te zetten en te promoten als toeristisch product. Voor het succesvol vermarkten van het cultuurlandschap zijn de volgende aspecten van belang:
De toegankelijkheid van het landelijk gebied kan worden vergroot door het voor publiek (deels) toegankelijk maken en openstellen van publieke en private (in goed overleg met of op initiatief van de eigenaar) karakteristieke, unieke en waardevolle objecten en waarden in het Winterswijkse landschap.
Voor het buitengebied wordt ingezet op bijzondere initiatieven die passen in het landschap. Ontwikkelingen die passen in dit beeld zijn bijvoorbeeld:
De gemeente Winterswijk wil met haar beleid graag een positieve ontwikkeling van recreatie en toerisme stimuleren. Het doel is te komen tot een kwalitatief hoogwaardig aanbod, passend in het landschap. De kwaliteit en de bijzonderheid van het cultuurlandschap is daarbij de onderscheidende factor voor Winterswijk ten opzichte van andere groene gemeenten. Een goed toeristisch en recreatief aanbod is gebaat bij een hoge kwaliteit van zowel de openbare ruimte (binnen en buiten de bebouwde kom), als de kwaliteit van private eigendommen.
Dit plan is een goed voorbeeld van een privaat initiatief dat bijdraagt aan het behalen van gemeentelijke doelen op het gebied van cultuurhistorie, landschap en toerisme.
De ontwikkelingen die zich in het buitengebied voordoen (o.a. teruggang van de landbouw, behoefte aan nieuwe economische dragers, toename van recreatie en toerisme, de bescherming van natuur, landschap en cultuurhistorie en de toenemende woonfunctie) zullen allemaal op een juiste manier in het Winterswijkse landschap ingepast moeten worden. Daarom wordt er gekozen voor behoud. Dit in combinatie met het onder voorwaarden mogelijk maken van nieuwe ontwikkelingen. Het Winterswijkse Landschapsontwikkelingsplan (ook wel kortweg LOP genoemd) geeft hiervoor oplossingsrichtingen aan en vormt het toetsingskader voor verzoeken. Dit LOP bevat het kader voor de invulling van het 'ja mits' en 'nee tenzij' beleid voor de streekplancategorie 'Waardevol Landschap' waar dit onderdeel respectievelijk niet of wel samenvalt met het groenblauwe raamwerk (Ecologische Hoofdstructuur, HEN-beken en beschermingszones natte landnatuur) van de streekplankaart.
De 'Ja mits' benadering houdt in dat nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen in principe mogelijk zijn indien de kernkwaliteiten van het landschap behouden of versterkt worden. 'Nee tenzij' houdt in dat bestemmingswijziging niet mogelijk is als daarmee de wezenlijke kenmerken of waarden van het gebied significant worden aangetast, tenzij er geen reële alternatieven zijn en er sprake is van redenen van groot openbaar belang. Daarnaast vormt het LOP de basis voor verevening, een eis van het streekplan dat bij functieverandering van gebouwen of bij nieuwbouw een verbeterde omgevingskwaliteit en een verbetering van publieke functies van het buitengebied moeten worden gerealiseerd. De vormen van verevening die aan de orde zijn bij het bieden van hergebruikmogelijkheden van karakteristieke (bedrijfs)gebouwen worden uiteengezet in het LOP, alsook de compenserende en mitigerende maatregelen bij ruimtelijke ontwikkelingen onder het 'ja, mits' en het 'nee, tenzij' regime.
Voor recreatie en toerisme wil de gemeente seizoensverlengende activiteiten, zoals in dit plan, graag ondersteunen. Vergroting van kwaliteit en diversiteit van het verblijfsrecreatieve aanbod wordt nagestreefd. Verblijfsrecreatieve voorzieningen behoeven daarbij een goede landschappelijke inpassing. Het Winterswijkse landschap is in toeristisch-recreatief opzicht zeer aantrekkelijk. Om de kwaliteit te behouden is daarom zorgvuldige inpassing van recreatieve ontwikkelingen noodzakelijk. De gemeente wil nieuwe (recreatieve) functies toelaten die het platteland als geheel versterken. Van belang zijn daarom onder andere:
In de toeristisch-recreatieve sector is een kwaliteitsslag nodig om de recreatieve potenties van het gebied beter economisch te benutten. Verdere ontwikkeling van toerisme en recreatie als economische drager is daardoor mogelijk. Het toeristisch recreatieve product kan beter worden afgestemd op de wensen van de toerist en de recreant. Het beter landschappelijk inpassen van een aantal campings en minicampings is voor de landschappelijke kwaliteit daarbij van groot belang. Dit plan is daarop afgestemd.
Het doel van de nota is de versterking van de positie van Winterswijk als aantrekkelijke verblijfsplaats in de Achterhoek. Dit door kwaliteitsverbetering, productvernieuwing en differentiatie in het verblijfsrecreatief aanbod. Hierdoor neemt de verblijfsduur en het aantal bezoeken aan de gemeente toe en wordt het toeristisch seizoen verlengd. Dit heeft een positief effect op de toeristische bestedingen en daarmee op de werkgelegenheid. Bovendien wordt de functie van de verblijfsrecreatie als economische drager van het Nationaal Landschap Winterswijk versterkt. Hierbij gelden de volgende uitgangspunten:
Dit plan draagt in belangrijke mate bij aan de doelstellingen van gemeentelijk en provinciaal beleid. Het plan sluit tevens aan bij de wens om particuliere initiatieven zo vorm te geven dat de doeleb van de ondernemer optimaal kunnen worden gecombineerd met de doelen van de overheid.