direct naar inhoud van Artikel 10 Recreatie - De Voortwisch
Plan: Verblijfsrecreatieterreinen
Status: voorontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0294.BP1104BGRECREATIE-VI03

Artikel 10 Recreatie - De Voortwisch

10.1 bestemmingsomschrijving
10.1.1

De voor Recreatie - De Voortwisch aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. verblijfsrecreatie in de vorm van vrijstaande recreatiewoningen, met dien verstande dat binnen de gehele bestemming maximaal 37 recreatiewoningen zijn toegestaan;
  • b. de bescherming van de aanwezige landschapswaarden ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden';
  • c. dagrecreatie;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.

10.1.2

Bedrijfswoningen zijn niet toegestaan.

10.2 bouwregels
10.2.1

Recreatiewoningen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. oppervlakte maximaal 66 m2 dan wel maximaal 75 m2 inclusief bijgebouwen;
  • b. inhoud maximaal 300 m3;
  • c. goothoogte maximaal 4 m;
  • d. bouwhoogte maximaal 6,5 m;
  • e. onderkeldering is niet toegestaan.
10.2.2

Bijgebouwen bij de recreatiewoningen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. maximaal één vrijstaand bijgebouw per recreatiewoning;
  • b. bouwhoogte maximaal 3 m;
  • c. oppervlakte maximaal 15 m2;
  • d. overkappingen mogen niet worden gebouwd;
  • e. onderkeldering is niet toegestaan.
10.2.3

Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal:

  • a. erf- en terreinafscheidingen 2 m;
  • b. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 6 m.
10.3 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
10.3.1

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 10.1.1 onder b bedoelde gronden houtgewas te vellen en te rooien.

10.3.2

Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 10.3.1 wordt verleend, indien door de uitvoering van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen blijvende onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschapswaarden van het gebied.

10.3.3

Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 10.3.1 is nodig voor:

  • a. werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen;
  • b. werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die op het moment van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde dan wel verleende omgevingsvergunning.