Plan: | Eelink 2012 |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0294.BP1104SGKOEELINK-OW01 |
De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met bijbehorende bijgebouwen, tuinen, erven, (voet)paden en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Uitsluitend bouwwerken ten dienste van de genoemde bestemming mogen worden gebouwd.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijgebouwen gelden de volgende regels:
De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal bedragen:
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het elders in dit artikel bepaalde, nadere eisen stellen met betrekking tot:
De nadere eisen mogen niet op onevenredige wijze het gebruik van bouwwerken en gronden aantasten.
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen om af te wijken van het bepaalde in artikel 10.2.3, sub b, en toestaan dat maximaal 1 bijgebouw buiten de vermelde 10 m-zone wordt gebouwd, met inachtneming van de in artikel 10.2.1, sub b vermelde minimale afstand van 6 m tot de zijdelingse perceelsgrens.
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen om af te wijken van 10.1 sub c, en 10.2 ten behoeve van een aan huis verbonden bedrijf onder de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen om af te wijken van 10.1.2 sub a, onder 2, voor het verbreden van de onderbreking van de haag tot maximaal 3,5 meter onder voorwaarde dat de afstand tussen de onderbrekingen van de haag binnen één bouwperceel minimaal 10 m bedraagt.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders op en in de hierna aangegeven gronden de daarbij aangegeven werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 10.6.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden:
Werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 10.6.1, zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen voor de bodemstructuur, het bodemniveau en natuurwaarden, welke het plan beoogt te beschermen