direct naar inhoud van Artikel 3 Recreatie
Plan: Correctie integrale herziening buitengebied Winterswijk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0294.BP1209BGCORRECTIE-VA01

Artikel 3 Recreatie

3.1 bestemmingsomschrijving
3.1.1

De voor Recreatie aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. uitsluitend verblijfsrecreatie in de vorm van één recreatiewoning ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning';
  • b. uitsluitend verblijfsrecreatie in de vorm van één stacaravan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - stacaravan';
  • c. uitsluitend verblijfsrecreatie in de vorm van één groepsaccommodatie ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - groepsaccommodatie';
  • d. horeca uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca';
  • e. zandwinning uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - zandwinning';

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.

3.1.2

Het bestaande aantal bedrijfswoningen, daaronder begrepen praktijk- en kantoorruimten voor de uitoefening van een aan huis verbonden beroep, met dien verstande, dat maximaal 50 m2 van de vloeroppervlakte van de woning en de bijgebouwen ten behoeve van deze activiteiten in gebruik mag zijn en dat de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft.

3.2 bouwregels
3.2.1

Bedrijfsgebouwen en bedrijfswoningen ten behoeve van de groepsaccommodatie voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. voor zover een bouwvlak is aangegeven dient te worden gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. het bebouwingspercentage van het bouwperceel bedraagt ten hoogste 70%;
  • c. goothoogte maximaal 6,5 m;
  • d. bouwhoogte maximaal 10 m;
  • e. inhoud van een bedrijfswoning maximaal de bestaande inhoud met dien verstande dat voor zover er geen sprake is van een bestaande inhoud, bedraagt de inhoud maximaal 750 m3;
  • f. oppervlakte van de bedrijfswoning maximaal de bestaande oppervlakte met dien verstande dat voor zover er geen sprake is van een bestaande oppervlakte, bedraagt de oppervlakte maximaal 150 m2.
3.2.2

Recreatiewoningen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. voor zover een bouwvlak is aangegeven dient te worden gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. maximaal 1 recreatiewoning per bestemmingsvlak;
  • c. oppervlakte maximaal 66 m2, met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte van de recreatiewoning en het bijbehorende bijgebouw niet meer dan 75 m2 mag bedragen;
  • d. inhoud maximaal 300 m3;
  • e. goothoogte maximaal de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' aangegeven goothoogte, dan wel voor zover de goothoogte niet is aangeduid, maximaal 4 m;
  • f. bouwhoogte maximaal de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' aangegeven bouwhoogte, dan wel voor zover de bouwhoogte niet is aangeduid, maximaal 6,5 m;
  • g. overkappingen zijn niet toegestaan;
  • h. onderkeldering is niet toegestaan.
3.2.3

Bijgebouwen bij recreatiewoningen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. voor zover een bouwvlak is aangegeven dient te worden gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. per recreatiewoning is uitsluitend 1 vrijstaand bijgebouw toegestaan;
  • c. oppervlakte maximaal 15 m2, met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte van de recreatiewoning en het bijbehorende bijgebouw niet meer dan 75 m2 mag bedragen;
  • d. bouwhoogte maximaal 3 m;
  • e. ondergronds bouwen onder een bijgebouw bij een recreatiewoning is niet toegestaan;
  • f. overkappingen zijn niet toegestaan.
3.2.4

Stacaravans voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. voor zover een bouwvlak is aangegeven dient te worden gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. oppervlakte van een stacaravan maximaal 30 m2;
  • c. bouwhoogte maximaal 3 m;
  • d. overkappingen zijn niet toegestaan.
3.2.5

Gebouwen ten behoeve van de dagrecreatie voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. uitsluitend de bestaande oppervlakte gebouwen is toegestaan;
  • b. goothoogte maximaal 6,5 m;
  • c. bouwhoogte maximaal 10 m;
  • d. overkappingen zijn niet toegestaan.
3.2.6

Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal 2 m.

3.3 afwijking van de bouwregels
3.3.1 Vergroten bedrijfswoning

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3.2.1 onder e en f voor het vergroten van de oppervlakte en inhoud van een bedrijfswoning, met inachtneming van tenminste de volgende voorwaarden:

  • a. de oppervlakte mag met maximaal 20 m2 worden uitgebreid;
  • b. de kenmerkende vorm van de hoofdbouwmassa dient gehandhaafd te blijven;
  • c. geen onevenredige aantasting mag plaatsvinden van in de omgeving aanwezige functies en waarden;
  • d. geen onevenredige aantasting mag plaatsvinden van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.
3.3.2 vergroting oppervlakte gebouwen ten behoeve van dagrecreatie

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3.2.5 ten behoeve van het uitbreiden van de bestaande oppervlakte van gebouwen met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen mag toenemen tot maximaal 750 m2;
  • b. de goothoogte bedraagt maximaal 3 m;
  • c. de bouwhoogte bedraagt maximaal 4,5 m;
  • d. geen onevenredige aantasting mag plaatsvinden van in de omgeving aanwezige functies en waarden;
  • e. geen onevenredige aantasting mag plaatsvinden van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.
3.3.3 afwijking maximale bouwhoogte bouwwerken geen gebouwen zijnde

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3.2.6 ten behoeve van het bouwen van:

  • a. speeltoestellen en steigers met een maximale bouwhoogte van 3 m;
  • b. lichtmasten en vlaggenmasten met een maximale bouwhoogte van 4 m;

met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • c. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van in de omgeving aanwezige functies en waarden;
  • d. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.
3.4 specifieke gebruiksregels
3.4.1

Tot een gebruik in strijd met de bestemming wordt verstaan een gebruik van recreatiewoningen en stacaravans ten behoeve van permanente bewoning.

3.4.2

In afwijking van het bepaalde in artikel 3.4.1 is permanente bewoning van recreatiewoningen toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - permanente bewoning' met dien verstande dat:

  • a. de permanente bewoning in omvang niet mag worden vergroot;
  • b. op het moment dat de permanente bewoning van de desbetreffende recreatiewoningen eindigt, hierna permanente bewoning niet langer is toegestaan.