Plan: | Correctie integrale herziening buitengebied Winterswijk |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0294.BP1209BGCORRECTIE-VA01 |
Bestaande situatie
Op het kadastraal perceel D 0916, tegenover Blankersweg 4/4a staat een paardenstal.
Hieronder vindt u een luchtfoto van de huidige situatie.
Op 4 februari 2010 is door de gemeente een bouwvergunning verleend voor deze stal. Deze vergunning was gebaseerd op het toen geldende bestemmingsplan buitengebied (zie uitsnede hierna). Het bleek dat er bij het bestemmingsvlak van de buren (Kottenseweg 180) nog planologisch ruimte was om een kleine stal te bouwen omdat het totaal aantal te bouwen m2 aan bijgebouwen op dit perceel nog niet aanwezig was. De vergunning is dus gerelateerd aan dit bestemmingsvlak.
Hierboven vindt u een uitsnede van het voorgaande bestemmingsplan (Buitengebied Winterswijk Oost).
Het perceel waarop de betreffende stal is gelegen, is in het bestemmingsplan Integrale herziening buitengebied Winterswijk bestemd als agrarisch cultuurlandschap zonder bouwvlak. Dit betekende dat de stal niet specifiek bestemd is en onder het overgangsrecht is gevallen.
Hierboven vindt u een uitsnede van het bestemmingsplan Integrale herziening buitengebied Winterswijk (vastgesteld d.d. 27 januari 2011).
Uitspraak afdeling bestuursrechtspraak Raad van State
Tegen het vaststellingsbesluit van het bestemmingsplan Integrale herziening buitengebied Winterswijk is beroep ingesteld voor de betreffende locatie.
In de uitspraak van de Raad van State wordt het volgende overwogen:
"2.9.2. Bij besluit van 4 februari 2010 heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Winterswijk aan [appellant sub 4] een ontheffing verleend van het bestemmingplan "Buitengebied Winterswijk Oost" en een bouwvergunning verleend voor de bouw van een paardenstal met een oppervlakte van 57 m² op het perceel D 09616. In het deskundigenbericht staat dat de paardenstal is gebouwd en als zodanig in gebruik is. De raad en [appellant sub 4] hebben dit ter zitting bevestigd.
Het plandeel voor het perceel D 09616, dat ten noorden van de woning van [appellant sub 4] ligt, heeft in het voorliggende plan de bestemming "Agrarisch-Cultuurlandschap". Het plan laat op dit perceel geen bebouwing toe. Het voorgaande betekent dat de paardenstal voor hobbymatige doeleinden, behorende bij de woning van [appellant sub 4], niet als zodanig in het plan is bestemd. De raad heeft dit evenwel niet onderkend. Het besluit is in zoverre onzorgvuldig tot stand gekomen.
Het voorgaande laat onverlet dat de raad naar het oordeel van de Afdeling voor het overige deel van de desbetreffende gronden in redelijkheid heeft kunnen besluiten geen medewerking te verlenen aan het verzoek om een woonbestemming toe te kennen. Daartoe wordt overwogen dat dit deel van de gronden in het vorige plan reeds een agrarische bestemming had. Verder is ter zitting gebleken dat het gebruik van het gebied waarin de gronden liggen een overwegend agrarisch karakter heeft. Dat een klein deel van de gronden is verhard ten behoeve van parkeerplaatsen doet aan het agrarische karakter niet af. Voorts heeft de raad in redelijkheid het onwenselijk kunnen achten dat bij inwilliging van het verzoek de bebouwing behorende bij de woning, de paardenstal daargelaten, niet geconcentreerd is aan één kant van de weg. In zoverre faalt het betoog.
2.10. In hetgeen [appellant sub 4] heeft aangevoerd ziet de Afdeling aanleiding voor het oordeel dat het plan, voor zover het betreft het plandeel met de bestemming "Agrarisch-Cultuurlandschap" voor het perceel kadastraal bekend gemeente Winterswijk D 09616 ter plaatse van de aldaar aanwezige paardenstal behorende bij de woning van [appellant sub 4], is genomen in strijd met de bij het voorbereiden van een besluit te betrachten zorgvuldigheid. Het beroep is in zoverre gegrond. Het bestreden besluit dient in zoverre wegens strijd met artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) te worden vernietigd.
In hetgeen [appellant sub 4] voor het overige heeft aangevoerd ziet de Afdeling geen aanleiding voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan in zoverre strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. In het aangevoerde wordt evenmin aanleiding gevonden voor het oordeel dat het bestreden besluit in zoverre anderszins is voorbereid of genomen in strijd met het recht. Het beroep is voor het overige ongegrond."
Nieuwe bestemmingsplan
Omdat de stal legaal aanwezig is en het ook niet waarschijnlijk is dat deze binnen de planperiode afgebroken zal worden, moet de stal bestemd worden. In dit nieuwe bestemmingsplan wordt de stal door middel van een koppelteken verbonden aan het perceel Blankersweg 4/4a. Vanwege de koppeling is ook het hoofdperceel opnieuw bestemd. De bestemming van de stal is hetzelfde als het hoofdperceel: "wonen". De stal is hiermee een bijgebouw bij de woningen Blankersweg 4/4a. De planregels zijn dezelfde als het bestemmingsplan Integrale herziening buitengebied Winterswijk. Een aantal omschrijvingen die in het "moederplan" staan (in artikel 18.1), zijn niet overgenomen in artikel 4.1. Deze omschrijvingen gelden namelijk specifiek voor andere locaties en zijn niet van toepassing zijn op dit perceel. Hieronder vindt u de verbeelding van het nieuwe bestemmingsplan.