direct naar inhoud van Hoofdstuk 4 Randvoorwaarden, onderzoek en verantwoording
Plan: Wijziging bouwvlak Beerninkweg 24
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0294.WP1201BGBEERNINK24-OW01

Hoofdstuk 4 Randvoorwaarden, onderzoek en verantwoording

Het bestemmingsplan buitengebied in welk grondgebied het perceel ligt, kent in artikel 3.8 onder 3.8.2 een wijzigingsbevoegdheid toe aan het college van burgemeester en wethouders. Aan deze bevoegdheid is een aantal voorwaarden verbonden.

  • 1. na vergroting mag de oppervlakte van het bouwvlak maximaal 2 ha bedragen, met dien verstande dat voor zover de vergroting betrekking heeft op intensieve veehouderij ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied' ten behoeve waarvan:
    • a. eerder toepassing is gegeven aan de afwijkingsbevoegdheid als bedoeld in artikel 3.6.1 de vergroting van de oppervlakte van het bouwvlak niet mag leiden tot een (verdere) vergroting van de bebouwde oppervlakte ten behoeve van intensieve veehouderij, zoals die is toegestaan met inachtneming van de verleende omgevingsvergunning;
    • b. niet eerder toepassing is gegeven aan de afwijkingsbevoegdheid als bedoeld in artikel 3.6.1, de vergroting van de oppervlakte van het bouwvlak gepaard mag gaan met een vergroting van de oppervlakte ten behoeve van intensieve veehouderij, mits de vergroting noodzakelijk is om te kunnen voldoen aan bij of krachtens wettelijk voorschrift bepaalde eisen ten aanzien van dierenwelzijn en/of veterinaire gezondheid zonder toename van het aantal dierplaatsen met dien verstande dat de vergroting van de bebouwde oppervlakte ten behoeve van intensieve veehouderij niet meer mag bedragen dan 10%;

Het bouwvlak wordt niet groter dan 2 ha. Ook zijn de voorwaarden als genoemd onder a en b niet aan de orde; het bouwvlak ligt niet in een extensiveringsgebied.

  • 2. de vergroting dient noodzakelijk te zijn in het kader van de uitoefening van het agrarisch bedrijf;

    In de bedrijfsvoering is het noodzakelijk dat er een hygiƫnesluis gebouwd wordt. Door ruimtegebrek is dat nu nog niet het geval. Met de uitbreiding wordt daarvoor ruimte gemaakt. Daarnaast is het noodzakelijk dat een stalling voor werktuigen gebouwd wordt. Het huidige bouwvlak bied hiervoor geen ruimte. Een vergroting is daarom in bedrijfsmatige zin noodzakelijk.
  • 3. er dient een compacte bouwvlakvorm te blijven bestaan waarbij de nieuwe vorm van het bouwvlak de oude vorm in grote lijnen volgt;

    Het bouwvlak houdt met de uitbreiding een compacte vorm; ten opzichte van het huidige vlak wordt het verlengd met circa 25 meter.
  • 4. het wijzigen dient zo te geschieden dat de inpassing van de gebouwen in het landschap op zorgvuldige wijze kan plaatsvinden, aan de hand van een deugdelijk inrichtingsplan, waarbij onevenredige aantasting van in de directe omgeving voorkomende landschaps- en natuurwaarden en van de waterhuishouding en waterkwaliteit ter plaatse zoveel mogelijk wordt voorkomen;

    Aan het verzoek tot vergroting van het bouwvlak is een erfinpassingplan toegevoegd. Dit plan voorziet in een streekeigen inpassing van het bouwperceel
  • 5. de bepalingen in artikel 3.8.3 (toetsing belangenafweging) zijn onverkort van toepassing.
    Aan deze bepalingen wordt voldaan. Overigens wordt hierop in het navolgend hoofdstuk op ingegaan.

In de navolgende hoofdstukken wordt ingegaan op de vraag of er wordt voldaan aan de hiervoor genoemde voorwaarden.