Plan: | Excelsior |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0294.BP0910KOKomWest-va01 |
Binnen deze bestemming zijn de categorieën [vrij] en [tae] opgenomen. Dit betekent dat vrijstaande woningen en/of halfvrijstaande woningen zijn toegestaan. Binnen de bestemming staat de goothoogte en totale (nok)hoogte aangegeven.
De plankaart is globaal opgezet: er zijn ruime bouwvlakken aangegeven waarbinnen de woningen en bijbehorende gebouwen kunnen worden opgericht, achtererven zijn daarbij niet expliciet bestemd. Bij het formuleren van de (bouw)regels ten aanzien van woningen en bijgebouwen is het volgende onderscheid gemaakt:
a. hoofdgebouw: het gebouw dat door zijn constructie, ligging en omvang als belangrijk-ste bouwwerk moet worden aangemerkt;
b. bijgebouw: een vrijstaand gebouw, behorende bij het hoofdgebouw.
Binnen de woonbestemming is voor een deel een strook opgenomen waarin, met een ontheffing, maximaal 4 woningen met een maximale goothoogte van 6,5 m en met een maximum hoogte van 10 m kunnen worden gebouwd. Ruimtelijk gezien is de situering van deze woningen, onder de voorwaarde dat wordt voldaan aan de voorschriften die aan de ontheffing zijn verbonden, binnen deze (gehele) strook aanvaardbaar.
Om te voorkomen dat een te grote bouwmassa op het achterterrein gaat ontstaan is een maximale woningdiepte opgenomen. In de komplannen van Winterswijk wordt eveneens uitgegaan van geringe bouwdiepte voor woningen omdat dit voor een dorp als Winterswijk niet fraai wordt geacht: het kleinschalige karkater is kenmerkend en kan onder meer behouden blijven door geringe bouwdiepte voor woonpercelen toe te staan.
Voor de bijgebouwen geldt altijd een maximale bouwhoogte van één laag en een 'vrije' situering binnen het bouwvlak. Bij woningen geldt een maximale oppervlaktemaat voor bijgebouwen. Deze oppervlakte is gedifferentieerd naar de oppervlakte van het bouwperceel. Bovendien geldt een maximaal bebouwingspercentage van 50%.
Naast de woonfunctie zijn aan huis verbonden beroepen zonder meer toegestaan. Daarbij wordt uitdrukkelijk als voorwaarde gesteld dat de woonfunctie als overwegende functie gehandhaafd dient te blijven. Voorts is een ontheffingsbevoegdheid opgenomen teneinde een aan huis verbonden bedrijf toe te staan.