Hoofdstuk 4 Randvoorwaarden, onderzoek en verantwoording
Het bestemmingsplan buitengebied, in welk grondgebied het perceel ligt, kent in artikel 35, lid 6 een wijzigingsbevoegdheid toe aan het college van burgemeester en wethouders. Deze bevoegdheid biedt onder meer de mogelijkheid om binnen de bestemming wonen meerdere woningen toe te staan. Dit artikel kan ook in voorliggend geval toegepast worden.
Aan deze bevoegdheid is een aantal voorwaarden verbonden.
-
a. er mogen maximaal twee van de karakteristieke gebouwen zoals deze bestonden op 25 januari 2007 voor in totaal maximaal drie wooneenheden worden gebruikt (inclusief de voormalige eventuele gesplitste bedrijfswoning);
Beoogde schuur is een karakteristiek gebouw. De Adviescommissie Cultuuhistorie, die in deze een advies
uitbrengt, heeft het volgende geconstateerd en geconcludeerd:
"De schoppe is, alhoewel niet van hoge leeftijd, karakteristiek. De schoppe heeft aan de voor- en achterzijde
nog een houten topgevel. Aan de binnenzijde bevindt zich gebindwerk dat behouden moet blijven.
Daarnaast moet de maatvoering van het gebouw, de ramen en deuren, topgevels, windveren en dak
gehandhaafd blijven. Ook de daklijn handhaven en tevens het materiaalgebruik.
Om een extra deur aan te kunnen brengen is het mogelijk om één of twee ramen "door te trekken naar
beneden" maar behoud van de bestaande karakteritiek is hierbij van belang.
In de grote deuren in de achtergevel kan glas geplaatst worden maar de bestaande deuren dienen in de vorm
van luiken, gehandhaafd te blijven. Ditzelfde kan ook toegepast worden voor de kleine deur naast de grote
deuren en het luik in de topgevel aan de achterzijde.
Eén of twee dakramen, niet al te groot, kunnen in passende kleur en materiaal, toegepast worden."
Op het perceel bevindt zich nu één woning. Met de realisering van een woning in de schuur voldoet dit perceel
aan de voorwaarde dat niet meer dan drie wooneenheden ontstaan.
-
b. alle overige voormalige bedrijfsgebouwen alsmede kassen, dienen te worden gesloopt, tenzij het monumentale of karakteristieke bebouwing betreft, en dienen voorts alle aanwezige kassen en overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, te worden gesloopt;
-
c.
Op het perceel bevinden zich geen overtollige bijgebouwen. Er is één bijgebouw dat voor een groot deel
gebruikt wordt voor het - hobbymatig - houden van paarden. Dit bijgebouw zal worden gesloopt en zal ter
vervanging een nieuwe paardenstal worden gebouwd, ter grootte van ca. 140 m².
c. dient de inhoud van elke afzonderlijke wooneenheid minimaal 400 m3 te bedragen;
De schhuur heeft een inhoud van ca. 1150 m³. De bestaande woning Meekertweg 2 heeft een grotere inhoud
dan de schuur.
-
d. bijgebouwen en overkappingen zijn toegestaan tot een gezamenlijke oppervlakte van maximaal de bestaande oppervlakte tot een absoluut maximum van 150 m2 per wooneenheid, met dien verstande dat het meerdere aan bijgebouwen en overkappingen wordt gesloopt, tenzij het karakteristieke bebouwing betreft;
Hieraan wordt voldaan: zie onder b.
-
e. tevens wordt bepaald dat de oppervlakte die voor bewoning wordt gebruikt niet vergroot mag worden ten opzichte van de oppervlakte ten tijde van het nemen van het wijzigingsbesluit.
Hieraan wordt voldaan.
f. in de nabijheid gelegen functies en waarden mogen niet in onevenredige mate in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden geschaad;
Een toename met een extra woning binnen de bestemmings "Wonen" heeft geen wezenlijke consequenties voor
de omgeving; de verbouw van een karakteristiek bijgebouw zal bijdragen aan een versterking van de
landschappelijke waarden.
g. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden geschaad;
Een wijziging van de agrarische functie naar wonen heeft geen consequenties voor de belangen van eigenaren en
gebruikers van nabij gelegen gronden.
h. de uitvoerbaarheid van het wijzigingsplan moet zijn gewaarborgd, in verband waarmee in elk geval aangetoond moet worden:
-
1. dat bodemsanering niet noodzakelijk is dan wel vóór uitvoering van het wijzigingsplan zal plaatsvinden (zie Bodem);
-
2. dat geen onevenredige aantasting van aan de grond eigen zijnde archeologische waarden zal plaatsvinden dan wel geen ingrepen in de bodem zullen worden verricht (zie Archeologie en
cultuurhistorie);
-
3. dat voldaan wordt aan het bepaalde in de Wet geluidhinder (zie Geluid);
-
4. dat het Meek financieel uitvoerbaar is.
Het plan wordt in particulier beheer uitgevoerd.