direct naar inhoud van Regels
Plan: Natuurpercelen buitengebied 1
Status: ontwerp
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0294.WP1407BGNATUUR1-OW01

Regels

Plan van wijziging voor drie natuurpercelen in Winterswijk

Op dit wijzigingsplan zijn de regels van het bestemmingsplan Integrale herziening buitengebied Winterswijk vastgesteld door de gemeenteraad van Winterswijk d.d. 27-01-2011 van toepassing.

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

Voor de toepassing van dit plan geldt artikel 1 van het bestemmingsplan Integrale herziening buitengebied Winterswijk.

In afwijking op bovenstaande geldt voor dit wijzigingsplan als begrip:

1.1 plan

het wijzigingsplan 'Natuurpercelen buitengebied 1' van de gemeente Winterswijk;

1.2 wijzigingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0294.WP1407BGNATUUR1-OW01 met de bijbehorende regels en eventuele bijlagen;

1.3 de verbeelding

de verbeelding van het wijzigingsplan Natuurpercelen buitengebied 1;

1.4 wijziging

een wijziging als bedoeld in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening.

Artikel 2 Wijze van meten

Voor de toepassing van dit artikel geldt artikel 2 van het bestemmingsplan Integrale herziening buitengebied Winterswijk.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Natuur

Voor de toepassing van dit artikel geldt artikel 12 van het bestemmingsplan Integrale herziening buitengebied Winterswijk.

In aanvulling op het bepaalde in artikel 12 lid 1 van het bestemmingsplan Integrale herziening buitengebied Winterswijk geldt voor dit wijzigingsplan dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - hoogteverschillen' de gronden mede zijn bestemd voor het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van hoogteverschillen in het landschap als landschappelijke en natuurwetenschappelijke waarde.

In aanvulling op het bepaalde in artikel 12 lid 4 van het bestemmingsplan Integrale herziening buitengebied Winterswijk geldt voor dit wijzigingsplan dat voor de uitvoering van de werken voor de aanleg van de natuurelementen conform de inrichtingsplannen uit bijlage 1, 2 en 3 van de toelichting van dit plan geen omgevingsvergunning is vereist voor het uitvoeren van werken, geen gebouwen zijnde, en werkzaamheden.

Artikel 4 Waarde - Archeologische verwachting 1

Voor de toepassing van dit artikel geldt artikel 23 van het bestemmingsplan Integrale herziening buitengebied Winterswijk.

Artikel 5 Waarde - Archeologische verwachting 2

Voor de toepassing van dit artikel geldt artikel 24 van het bestemmingsplan Integrale herziening buitengebied Winterswijk.

Artikel 6 Waarde - Archeologische verwachting 3

Voor de toepassing van dit artikel geldt artikel 25 van het bestemmingsplan Integrale herziening buitengebied Winterswijk.

Artikel 7 Waarde - Archeologische verwachting 4

Voor de toepassing van dit artikel geldt artikel 26 van het bestemmingsplan Integrale herziening buitengebied Winterswijk.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Voor de toepassing van dit hoofdstuk geldt Hoofdstuk 3 van het bestemmingsplan Integrale herziening buitengebied Winterswijk.

Artikel 8 Algemene aanduidingsregels

Voor de toepassing van dit artikel geldt artikel 33 van het bestemmingsplan Integrale herziening buitengebied Winterswijk.

8.1 EHS
8.1.1 aanduidingsomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduidingen 'EHS Natuur', 'EHS Verweving' en 'EHS Verbinding' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het beschermen en ontwikkelen van landschappelijke en ecologische waarden.

8.1.2 voorwaarden omgevingsvergunning of wijzigingsbevoegdheid

Een besluit tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor het afwijken van de bouw- of gebruiksregels of voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden, dan wel voor het toepassen van een in het plan opgenomen wijzigingsbevoegdheid wordt niet genomen indien sprake is van een significante aantasting van kernkwaliteiten of omgevingscondities van het gebied, met dien verstande dat significante aantasting van kernkwaliteiten of omgevingscondities van het gebied geen belemmering vormt voor het nemen van dat besluit:

  • a. voor zover mitigerende maatregelen deze aantasting te niet doen, of;
  • b. voor zover wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
    • 1. het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid of het verlenen van een omgevingsvergunning is van groot openbaar belang;
    • 2. er is geen reëel alternatief voor de voorgenomen omgevingsvergunning of wijzigingsbevoegdheid;
    • 3. de aantasting wordt zoveel mogelijk beperkt door mitigerende maatregelen;
    • 4. voor zover de aantasting niet door mitigerende maatregelen wordt beperkt, worden hiervoor compenserende maatregelen getroffen.
8.1.3 advies

Een in het plan opgenomen bevoegdheid om bij omgevingsvergunnig af te wijken van de bouw- of gebruiksregels of bij omgevingsvergunning bepaalde werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden toe te staan, of een wijzigingsbevoegdheid, dat een significante aantasting van kernkwaliteiten of omgevingscondities van het gebied tot gevolg heeft, wordt niet eerder verleend respectievelijk toegepast dan nadat advies is gevraagd aan een onafhankelijke deskundige op het gebied van natuur en landschap.

8.2 Natte natuur
8.2.1 aanduidingomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'natte natuur' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van natuurwetenschappelijke waarden in de vorm van natte natuur.

8.2.2 omgevingsvergunning ten behoeve van het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 8.2.1 bedoelde gronden de waterhuishouding te wijzigen door draineren, vergraven, diepploegen of bemalen van gronden.

8.2.3 grond voor weigering

Een omgevingsvergunning zoals bedoeld in artikel 8.2.2 mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurwetenschappelijke waarden van het gebied en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen.

8.2.4 uitzondering op de vergunningplicht

Geen omgevingsvergunning zoals bedoeld in artikel 8.2.2 is nodig voor:

  • a. werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen;
  • b. werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die op het moment van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde dan wel verleende vergunning;
  • c. werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die worden uitgevoerd binnen het bouwvlak.
8.3 Waardevol landschap
8.3.1 aanduidingsomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'waardevol landschap' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het beschermen en ontwikkelen van het waardevol landschap.

8.3.2 specifieke gebruiksregels

Een besluit tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor het afwijken van de bouw- of gebruiksregels of voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden, dan wel voor het toepassen van een in het plan opgenomen wijzigingsbevoegdheid ter plaatse van de aanduiding 'Waardevol landschap' wordt uitsluitend genomen voor zover dit besluit:

  • a. geen aantasting van de bijzondere kwaliteiten van het waardevol landschap tot gevolg heeft, of;
  • b. het besluit leidt tot behoud of versterking van die bijzondere kwaliteiten.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 9 Overgangsrecht

9.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • 1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
    • a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan;
  • 2. Het bevoegd gezag kan eenmalig afwijken van het eerste lid onder artikel 9.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%;
  • 3. Het eerste lid onder artikel 9.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
9.2 Overgangsrecht gebruik
  • 1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
  • 2. Het is verboden het met het plan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid onder artikel 9.2, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
  • 3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid onder artikel 9.2, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
  • 4. Het eerste lid onder artikel 9.2 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 10 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het wijzigingsplan 'Natuurpercelen buitengebied 1'.