direct naar inhoud van Artikel 16 Algemene bouwregels
Plan: Eelink 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0294.BP1104SGKOEELINK-VA01

Artikel 16 Algemene bouwregels

16.1 Werking bouwgrenzen

De bouwgrenzen of gevellijnen mogen in afwijking van de verbeelding en hoofdstuk 2 uitsluitend worden overschreden door:

  • a. tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, erkers, serres, entreeportalen, veranda's, afdaken en aan- en uitbouwen mits:
    • 1. de overschrijding niet meer bedraagt dan 1,5 m;
    • 2. voor wat betreft veranda's, erkers en serres de breedte niet meer bedraagt dan 75% van de breedte van de betreffende gevel;
    • 3. voor wat betreft aan- en uitbouwen de hoogte niet meer bedraagt dan 3 m;
  • b. de afstand tot de openbare ruimte minimaal 2 m bedraagt;
  • c. andere ondergeschikte bouwdelen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 1,5 m.
16.2 Bestaande afstanden an andere maten
  • a. In die gevallen dat afstanden op de dag van de terinzagelegging van het ontwerpplan minder bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze bestaande afstanden in afwijking daarvan als minimaal toelaatbaar worden aangehouden;
  • b. In die gevallen dat (goot)hoogten, oppervlakten en/of inhoud op de dag van terinzagelegging van het ontwerpplan minder dan wel meer bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze bestaande hoogten, oppervlakten en/of inhoud in afwijking daarvan als minimaal dan wel maximaal toelaatbaar worden aangehouden.

16.3 Onbebouwde zone watergang en waterberging
  • a. De gronden gelegen binnen de zone ten behoeve van de bescherming van de watergang en de waterberging zijn mede bestemd voor de bescherming van het waterschapsbelang, een en ander met inachtneming van het Keur van het waterschap Rijn en IJssel, zoals deze geldt op het moment van terinzagelegging van het ontwerpplan;
  • b. Op de in artikel 7 Water - A-watergang bedoelde gronden mogen in afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 2 van deze voorschriften in een zone van 5 m aan weerszijde van de op de verbeelding aangeduide A-watergang geen bouwwerken, zijnde gebouwen, worden opgericht. Voor de waterberging op de gronden met de bestemming Water - Waterberging geldt een zone van 4 m, gerekend vanaf de boveninsteek van de waterberging;
  • c. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen om af te wijken van het bepaalde in artikel 7 Water - A-watergang voor wat betreft het oprichten van bebouwing, welke is toegestaan overeenkomstig de ter plaatse geldende bestemming nadat advies is ingewonnen van het waterschap.