direct naar inhoud van 5.1 Bodem
Plan: GELDERESCHWEG 108
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0294.BP1210BGGELDERE108-VA01

5.1 Bodem

1. Inleiding

Op grond van artikel 3.1.6 Besluit ruimtelijke ordening (Bro) moet getoetst worden of de bodemkwaliteit de planontwikkeling belemmert. Uitgangspunt is dat de bodemkwaliteit geen onaanvaardbaar risico oplevert voor de gebruikers van de bodem. In de regel wordt een bodemonderzoek uitgevoerd om dit te kunnen beoordelen.

Op het perceel aan de Geldereschweg 108 is een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd. Het onderzoek heeft plaatsgevonden in het kader van een bestemmingsplanprocedure en bouwvergunningaanvraag. Ter plaatse zal een bestaande bedrijfshal worden uitgebreid.

Het bodemrapport en de verkregen onderzoeksresultaten zijn getoetst volgens de beleidsnota “Bodem en Bouwen” van de gemeente Winterswijk (jan, 2010).

Het volgende rapport is beoordeeld:

Rouwmaat, Verkennend bodemonderzoek Geldereschweg 108 te Winterswijk, rapportnr. MT.22241, 24 sept 2012 (Bijlage 2).

Een kopie van de beoordeelde rapportage en deze bodemtoets is in het bodemdossier opgeborgen.

De bodemtoets is gebaseerd op de aangeleverde informatie en beschikbare kennis op het moment dat deze notitie is opgemaakt. Wijzigingen in informatie of kennis kunnen ertoe leiden dat de bodemtoets niet meer adequaat is of komt te vervallen.

1. Oordeel

Het uitgevoerde onderzoek is actueel en de rapportage is volledig. Het onderzoek en de rapportage voldoen aan de gestelde kwaliteitseisen.

Op grond van het uitgevoerde onderzoek wordt geconcludeerd dat de bodemkwaliteit op de onderzochte locatie geschikt is voor het beoogde gebruik.

2. Beoordeling

Actualiteit bodemonderzoek

Voor een bodemonderzoek wordt een “houdbaarheidsdatum” van maximaal 5 jaar gehanteerd. Het bodemonderzoek is gerapporteerd op 24 sept 2012. Uit de rapportage blijkt dat de veldwerkzaamheden in augustus 2012 zijn uitgevoerd. Voor zover bekend hebben op de locatie sindsdien geen activiteiten plaatsgevonden die tot een (noemenswaardige) verandering in bodemkwaliteit hebben geleid.

Het bodemonderzoek is nog voldoende actueel.

3. Kwaliteit en compleetheid bodemonderzoek

Een overzicht van de kwaliteitstoets is in onderstaande tabel weergegeven.

onderdeel   richtlijn   certificaat   certificaathouder   in orde?  
vooronderzoek   NEN5725   -   -   ja  
veldonderzoek   NEN5740 ('09)   BRL SIKB 2000   adviesbureau   ja  
      persoonsregistratie   ja  
chemisch onderzoek     AS 3000   laboratorium   ja  
rapportage     -   -   ja  

De rapportage voldoet aan de gestelde kwaliteitseisen.

De rapportage is volledig, dat wil zeggen dat de complete tekst met bijlagen is ingediend. Uit de bijlagen blijkt ook dat het bodemonderzoek daadwerkelijk betrekking heeft gehad op de bouwlocatie.

4. Toetsing onderzoeksresultaten

De gemeten gehalten in de grond en het grondwater zijn getoetst aan de normen van de Wet bodembescherming (Circulaire bodemsanering, april 2009) en het Besluit bodemkwaliteit (Regeling bodemkwaliteit, juli 2011).

In de grond en het grondwater zijn hooguit licht verhoogde gehalten gemeten. Er is geen noodzaak tot het uitvoeren van een nader bodemonderzoek.

De gehalten in de bodem voldoen aan de (toekomstige) gebruiksfunctie.

De bodem op de onderzochte locatie is - vanuit milieuhygiënisch opzicht - geschikt voor het beoogde gebruik.

5. Kanttekening

Inhoudelijke kanttekeningen bij de rapportage of het onderzoek zijn zonodig verwerkt in het aantekenveld van het gemeentelijk bodeminformatiesysteem. Eventueel geplaatste kanttekeningen doen geen afbreuk aan dit advies.

Wanneer ten behoeve van de bouw grond of bouwstoffen worden ontgraven is het niet zondermeer toegestaan om deze elders weer toe te passen. Voor de toepassing van grond en bouwstoffen gelden de regels uit het Besluit bodemkwaliteit.