direct naar inhoud van Artikel 20 Recreatie - Ten Hagen
Plan: Verblijfsrecreatieterreinen
Status: voorontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0294.BP1104BGRECREATIE-VI03

Artikel 20 Recreatie - Ten Hagen

20.1 bestemmingsomschrijving

De voor Recreatie - Ten Hagen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. verblijfsrecreatie in de vorm van de bedrijfsmatige exploitatie van een verblijfsrecreatieterrein, met dien verstande dat binnen de gehele bestemming maximaal 52 vaste kampeermiddelen zijn toegestaan, waarvan maximaal 5 trekkershutten;
  • b. het bestaande aantal bedrijfswoningen, daaronder begrepen praktijk- en kantoorruimten voor de uitoefening van een aan huis verbonden beroep, met dien verstande dat maximaal 50 m2van de vloeroppervlakte van de woning en de bijgebouwen ten behoeve van deze activiteit in gebruik mag zijn en dat de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft;
  • c. dagrecreatie;
  • d. horeca;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - geluidsgevoelige functie' zijn geen kampeermiddelen toegestaan;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, ondergeschikte detailhandel, sanitaire voorzieningen, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.

20.2 bouwregels
20.2.1

Beheer- en dienstgebouwen en gebouwen ten behoeve van horeca voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. de oppervlakte van het gebouw ten behoeve van horeca mag maximaal het bestaande oppervlakte bedragen, met dien verstande dat:
    • 1. voor zover de locatie is gelegen ter plaatse van de aanduiding 'EHS natuur' de bedrijfsvloeroppervlakte bedrijfsgebouwen met maximaal 20% mag worden vergroot tot een maximum van 375 m2;
    • 2. voor zover de locatie is gelegen ter plaatse van de aanduiding 'EHS verbin-ding' of 'EHS verweving' of 'waardevol landschap' de bedrijfsvloeroppervlakte bedrijfsgebouwen mag worden vergroot met 20% tot een maximum van 500 m2;
  • c. goothoogte maximaal 3,5 m;
  • d. bouwhoogte maximaal 9 m.
20.2.2

Gebouwen ten behoeve van sanitaire voorzieningen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. goothoogte maximaal 3 m;
  • b. bouwhoogte maximaal 4,5 m;
  • c. bebouwd oppervlakte maximaal 500 m2.
20.2.3

Stacaravans voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. oppervlakte maximaal 60 m2;
  • b. bouwhoogte maximaal 3,5 m, gemeten vanaf de onderkant van de wielen.
20.2.4

Vrijstaande bijgebouwen, inclusief overkappingen, bij stacaravans voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. oppervlakte maximaal 9 m2;
  • b. bouwhoogte maximaal 2,5 m.
20.2.5

Trekkershutten voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. oppervlakte maximaal 30 m2 per hut;
  • b. bouwhoogte maximaal 4 m.
20.2.6

Bijgebouwen bij trekkershutten zijn niet toegestaan.

20.2.7

Bedrijfswoningen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. goothoogte maximaal 3,5 m;
  • c. bouwhoogte maximaal 9 m;
  • d. inhoud maximaal 750 m3.
20.2.8

Bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gezamenlijke oppervlakte per bedrijfswoning maximaal 150 m2;
  • b. goothoogte maximaal 3 m;
  • c. bouwhoogte maximaal 6 m.
20.2.9

Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal:

  • a. erf- en terreinafscheidingen 2 m;
  • b. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 6 m.
20.3 afwijken van de gebruiksregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 20.1 onder a ten behoeve van:

  • a. omzetting van vaste kampeermiddelen naar recreatiewoningen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
    • 1. aantonen markttechnische behoefte;
    • 2. per bouwperceel dient de verhouding 1 : 4 te worden aangehouden, zodat maximaal 230 recreatiewoningen zijn toegestaan.
  • b. het bouwen van een groepsaccommodatie, die voldoet aan de volgende kenmerken:
    • 1. goothoogte maximaal 3,5 m;
    • 2. bouwhoogte maximaal 9 m;
    • 3. oppervlakte maximaal 500 m2.