direct naar inhoud van Artikel 21 Recreatie - Twee Bruggen
Plan: Verblijfsrecreatieterreinen
Status: voorontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0294.BP1104BGRECREATIE-VI03

Artikel 21 Recreatie - Twee Bruggen

21.1 bestemmingsomschrijving

De voor Recreatie - Twee Bruggen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. verblijfsrecreatie in de vorm van de bedrijfsmatige exploitatie van:
    • 1. verblijfsrecreatieterrein, met dien verstande dat binnen de gehele bestemming maximaal 610 vaste kampeermiddelen zijn toegestaan, waarvan maximaal 5 trekkershutten;
    • 2. de bestaande groepsaccommodatie;
    • 3. 24 vrijstaande recreatiewoningen, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd' geschakelde appartementen zijn toegestaan;
  • b. het bestaande aantal bedrijfswoningen, daaronder begrepen praktijk- en kantoorruimten voor de uitoefening van een aan huis verbonden beroep, met dien verstande dat maximaal 50 m2van de vloeroppervlakte van de woning en de bijgebouwen ten behoeve van deze activiteit in gebruik mag zijn en dat de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft;
  • c. dagrecreatie;
  • d. horeca;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, ondergeschikte detailhandel, sanitaire voorzieningen, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.

21.2 bouwregels
21.2.1

Beheer- en dienstgebouwen en gebouwen ten behoeve van horeca voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. de oppervlakte van het gebouw ten behoeve van horeca mag maximaal het bestaande oppervlakte bedragen, met dien verstande dat:
    • 1. voor zover de locatie is gelegen ter plaatse van de aanduiding 'EHS natuur' de bedrijfsvloeroppervlakte bedrijfsgebouwen met maximaal 20% mag worden vergroot tot een maximum van 375 m2;
    • 2. voor zover de locatie is gelegen ter plaatse van de aanduiding 'EHS verbin-ding' of 'EHS verweving' of 'waardevol landschap' de bedrijfsvloeroppervlakte bedrijfsgebouwen mag worden vergroot met 20% tot een maximum van 500 m2;
  • c. goothoogte maximaal 3,5 m;
  • d. bouwhoogte maximaal 9 m.
21.2.2

Gebouwen ten behoeve van sanitaire voorzieningen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. goothoogte maximaal 3 m;
  • b. bouwhoogte maximaal 4,5 m;
  • c. bebouwd oppervlakte maximaal 500 m2.
21.2.3

Recreatiewoningen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. oppervlakte maximaal 66 m2 dan wel maximaal 75 m2 inclusief bijgebouwen;
  • b. inhoud maximaal 300 m3;
  • c. goothoogte maximaal 4 m;
  • d. bouwhoogte maximaal 6,5 m;
  • e. onderkeldering is niet toegestaan.
21.2.4

Bijgebouwen bij de recreatiewoningen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. maximaal één vrijstaand bijgebouw per recreatiewoning;
  • b. bouwhoogte maximaal 3 m;
  • c. oppervlakte maximaal 15 m2;
  • d. overkappingen mogen niet worden gebouwd;
  • e. onderkeldering is niet toegestaan.
21.2.5

Stacaravans voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. oppervlakte maximaal 60 m2;
  • b. bouwhoogte maximaal 3,5 m gemeten vanaf de onderkant van de wielen.
21.2.6

Vrijstaande bijgebouwen, inclusief overkappingen, bij de stacaravans voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. oppervlakte maximaal 9 m2;
  • b. bouwhoogte maximaal 2,5 m.
21.2.7

Trekkershutten voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. oppervlakte maximaal 30 m2 per hut;
  • b. bouwhoogte maximaal 4 m.
21.2.8

Bijgebouwen bij trekkershutten zijn niet toegestaan.

21.2.9

Bedrijfswoningen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. goothoogte maximaal 3,5 m;
  • c. bouwhoogte maximaal 9 m;
  • d. inhoud maximaal 750 m3.
21.2.10

Bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gezamenlijke oppervlakte per bedrijfswoning maximaal 150 m2;
  • b. goothoogte maximaal 3 m;
  • c. bouwhoogte maximaal 6 m.
21.2.11

Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal:

  • a. erf- en terreinafscheidingen 2 m;
  • b. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 6 m.
21.3 afwijken van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 21.2.3 onder a en b ten behoeve van vergroting van de oppervlakte en inhoud van de recreatiewoning, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. de oppervlakte maximaal 125 m2 mag bedragen;
  • b. aantoonbaar markttechnische behoefte bestaat voor de vergroting; en
  • c. per bouwperceel de verhouding 1 : 4 wordt aangehouden.
21.4 afwijken van de gebruiksregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 21.1 onder a ten behoeve van:

  • a. omzetting van vaste kampeermiddelen naar recreatiewoningen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
    • 1. aantonen markttechnische behoefte;
    • 2. per bouwperceel dient de verhouding 1 : 4 te worden aangehouden, zodat maximaal 230 recreatiewoningen zijn toegestaan.
  • b. het bouwen van maximaal 4 aaneengeschakelde recreatiewoningen onder de voorwaarde dat voor het overige aan de bouwregels voor recreatiewoningen wordt voldaan.