direct naar inhoud van Artikel 12 Natuur
Plan: Integrale herziening buitengebied Winterswijk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0294.BP1001BGHERZIENING-va01

Artikel 12 Natuur

12.1 bestemmingsomschrijving

De voor Natuur aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van natuurwetenschappelijke waarden;
  • b. extensieve dagrecreatie;
  • c. verblijfsrecreatie in de vorm van een natuurkampeerterrein ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - natuurkampeerterrein' waarbij maximaal 30 kampeerplaatsen zijn toegestaan, met dien verstande dat buiten de periode van 1 maart tot en met 31 oktober geen kampeermiddelen aanwezig mogen zijn;
  • d. een theekoepel uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - theekoepel';
  • e. een uitkijkplatform ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - uitkijkplatform';
  • f. een zend-, ontvang- en/of sirenemast ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie';
  • g. evenementen zoals het multiculturele festival uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'evenemententerrein', mits dit gebruik voor iedere activiteit afzonderlijk beperkt blijft tot maximaal één dag per kalenderjaar exclusief opbouwen en afbreken;

met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden.

12.2 bouwregels

Uitsluitend de volgende bebouwing is toegestaan:

  • a. gebouwen ten behoeve van sanitaire voorzieningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - natuurkampeerterrein' met een maximaal bebouwd oppervlak van 50 m2;
  • b. een gebouw in de vorm van een theekoepel uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - theekoepel' met dien verstande dat de goot- en bouwhoogte van de theekoepel maximaal de bestaande goot- en bouwhoogte bedragen;
  • c. een uitkijkplatform uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - uitkijkplatform' met dien verstande dat:
    • 1. de oppervlakte maximaal de bestaande oppervlakte bedraagt;
    • 2. de bouwhoogte maximaal de bestaande bouwhoogte bedraagt;
  • d. een bouwwerk geen gebouw zijnde in de vorm van een zend-, ontvang- en/of sirenemast ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie' met dien verstande dat de bouwhoogte maximaal de bestaande bouwhoogte bedraagt.
  • e. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een bouwhoogte van maximaal 2 m.
12.3 afwijking van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 12.2 voor het toestaan van:

  • a. een gebouw ten behoeve van de opslag en berging van materialen voor het beheer van het natuurgebied, met inachtneming van tenminste de volgende voorwaarden:
    • 1. het gebouw is noodzakelijk i.v.m. beheer van de natuur;
    • 2. de oppervlakte bedraagt maximaal 20 m2;
    • 3. de bouwhoogte bedraagt maximaal 3 m;
    • 4. geen onevenredige aantasting mag plaatsvinden van de natuurwetenschappelijke waarden van het gebied;
  • b. een uitkijkplatform, met inachtneming van tenminste de volgende voorwaarden:
    • 1. de oppervlakte bedraagt maximaal 10 m2;
    • 2. de bouwhoogte bedraagt maximaal 6,5 m;
    • 3. geen onevenredige aantasting mag plaatsvinden van de natuurwetenschappelijke waarden van het gebied;
  • c. een bijgebouw ten behoeve van de theekoepel ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - theekoepel' , met inachtneming van tenminste de volgende voorwaarden:
    • 1. de oppervlakte bedraagt maximaal 9 m2;
    • 2. de bouwhoogte bedraagt maximaal 3 m;
    • 3. geen onevenredige aantasting mag plaatsvinden van de natuurwetenschappelijke waarden van het gebied;
    • 4. de situering van het bijgebouw mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de karakteristieke waarden van de theekoepel.
12.4 omgevingsvergunning ten behoeve van het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden
12.4.1

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 12.1 bedoelde gronden de volgende andere-werken uit te voeren:

  • a. het ontgronden, vergraven, afgraven, egaliseren, diepploegen, woelen en mengen en ophogen van gronden;
  • b. het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden, banen, parkeervoorzieningen en andere oppervlakteverhardingen;
  • c. het aanleggen, verdiepen, verbreden en dempen van sloten, watergangen en overige waterpartijen;
  • d. het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- en/of communicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
  • e. het aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplantingen, het bebossen en aanplanten van gronden en het rooien en/of kappen van bos of andere houtgewassen.
12.4.2

Een omgevingsvergunning zoals bedoeld in artikel 12.4.1 mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van het ander-werk dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurwetenschappelijke waarden van het gebied en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen.

12.4.3

Geen omgevingsvergunning zoals bedoeld in artikel 12.4.1 is nodig voor:

  • a. werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen;
  • b. werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die op het moment van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde dan wel verleende vergunning.