Badweg 1

4.5 Landschap en cultuurhistorie

Het buitengebied van de gemeente Winterswijk ligt in het Nationaal Landschap "Winterswijk". Het plangebied ligt in het "oude hoevenlandschap" (ook wel kampenlandschap genoemd).

Het landschapstype "oude hoevenlandschap" wordt vooral gekenmerkt door het (vroeger) voorkomen van hagen, boomsingels, houtwallen, en dergelijke. Daardoor bestond er een grote beslotenheid in het landschap. De inrichting van dit landschapstype stamt uit de 19e eeuw. De gedeelten van het Winterswijkse buitengebied, die al voor de grote ontginningen van het einde van de 19e en de eerste helft van de 20e eeuw in cultuur waren, worden tot het oude hoevenlandschap gerekend. Het oude hoevenlandschap is gelegen rond de beken die door het buitengebied lopen.

Afbeelding: Uitsnede Winterswijk en omgeving ± 1843 - 1845 (bron: Historische atlas Achterhoek, Liemers, Rijk van Nijmegen)

In de gemeente liggen verspreid in het oude hoevenlandschap een aantal essengordels, onder andere bij Kotten-Brinkheurne-Woold. Hierbij zijn met name kleine lijnvormige landschapselementen te vinden. De aanwezige essen binnen dit landschapstype hebben een open karakter gekregen door het verdwijnen van het dichte net van houtwallen en hakhoutbosjes. Oorspronkelijk lagen de boerderijen aan of in de buurt van een essencomplex.

Enkele algemene kenmerken zijn:

• een grote mate van kleinschaligheid in de akkergebieden die door de beplanting nader wordt geaccentueerd;
• de aanwezigheid van veel opgaande begroeiing in de vorm van perceel- en erfbeplantingen, bossen en bosjes;
• een reeds van nature aanwezig microreliëf, dat door de mens nader is geaccentueerd (de glooiende essen en steilranden);
• de beekdalen;
• de onregelmatige en vaak ook bochtige perceels- en kavelvormen;
• op enkele plaatsen grote open essencomplexen;
• de grootschalige heidevelden.

In dit oude hoevenlandschap liggen de oude, streekeigen boerderijen. Landbouw en landschap waren sterk met elkaar verweven. De vroegere verhouding tussen bouwland en grasland en de kleinschalige afwisseling van dit bodemgebruik is gewijzigd. Andere landbouwmethoden leidden tot ander gebruik van het land. Veel houtwallen zijn bijvoorbeeld geruimd om de percelen aan te passen aan de groter machines met als gevolg een schaalvergroting van het landschap.

Op basis van het Landschapsontwikkelingsplan, zie paragraaf 3.4.2, is een verdere verdichting van het gebied ongewenst, hoewel een goede landschappelijke aankleding van de bedrijven altijd aan de orde blijft.

Bij de voorgenomen ontwikkeling worden de landschappelijke waarden behouden en versterkt. Bij de voorgenomen ontwikkeling vindt uitbreiding plaats van het agrarisch bedrijf. De uitbreiding wordt landschappelijk ingepast, waarbij de bestaande landschapselementen worden versterkt.

Het plangebied ligt in het Belvedere gebied "Winterswijk". De Nota Belvedere is niet meer in werking. Het beleid uit de nota was "behoud door ontwikkeling". Het plangebied bevat geen cultuurhistorisch waardevolle bebouwing. De cultuurhistorische waarde van het gebied wordt door de ontwikkeling niet aangetast. Aan de zuidzijde van de Badweg is het Strandbad gelegen. Het Strandbad is een rijksmonument en ligt op een afstand van 110 meter van het agrarisch bedrijf. De Badweg wordt begeleid door een bomenrij, waardoor de uitbreiding van het bedrijf aan het zicht wordt onttrokken. De voorgenomen ontwikkeling heeft geen effect op de monumentale waarde van het Strandbad.