direct naar inhoud van 4.3 Archeologie
Plan: Trias
Status: concept
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0294.BP1201BGTRIAS-OW01

4.3 Archeologie

Algemeen

Bij veranderingen van de bestaande bestemming dient naar het aspect van de archeologie te worden gekeken. Op die locaties binnen het plangebied waar in de toekomst nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen zullen plaatsvinden, zal bekeken moeten worden of het uitvoeren van archeologisch onderzoek noodzakelijk is. Op basis van het onderzoek kan worden beslist hoe met de eventueel aanwezige archeologische waarden dient te worden omgegaan.

Gemeentelijk archeologisch beleid

Op 25 november 2010 is de nieuwe Erfgoedverordening met bijbehorende archeologische beleidskaart door de gemeenteraad vastgesteld.

Op grond van dit beleid dient de archeologische beleidskaart als onderlegger voor nieuwe bestemmingsplannen te worden gebruikt en geeft die de archeologische (onderzoeks)verplichtingen voor verschillende bodemingrepen.

Beoordeling

Het noodzakelijke archeologische onderzoek is uitgevoerd (Bijlage 3). De archeologische waarde van het terrein is afdoende vastgesteld. Er is geen vervolgonderzoek noodzakelijk. Door realisering van de voorgenomen plannen wordt geen onevenredige afbreuk gedaan aan de archeologische waarden binnen het plangebied.

Het onderzoek is tevens beoordeeld door een archeologisch deskundige, regionaal archeoloog de heer M. Kocken. Hij heeft vastgesteld dat het onderzoek en de bijbehorende rapportage zijn uitgevoerd conform de hiervoor geldende normen en richtlijnen in de kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA versie 3.2, protocol IVO).

In dit onderzoek zijn geen relevante archeologische indicatoren aangetroffen. Voor het plangebied is geen archeologisch vervolgonderzoek noodzakelijk.

Conclusie

De gemeentelijke archeologische beleidskaart dient als onderlegger te worden gebruikt voor het nieuwe bestemmingsplan. Voor de op te nemen planregels e.d. wordt kortheidshalve verwezen naar het vastgestelde Bestemmingsplan Buitengebied.

Binnen het onderhavige plangebied is archeologisch onderzoek uitgevoerd. De archeologische waarden zijn afdoende vastgesteld. Er wordt door de planuitvoering geen onevenredige afbreuk gedaan aan de archeologische waarden.

Grondwerkzaamheden, archeologische vondsten en meldingsplicht

Eventuele archeologische vondsten bij sloop-, bouw en/of graafwerkzaamheden moeten worden gemeld!

Bij de uitvoering van niet archeologische graafwerkzaamheden dient te allen tijde de wettelijke meldingsplicht (ex artikel 53 Monumentenwet 1988) in acht te worden genomen:

Degene die anders dan bij het doen van opgravingen een zaak vindt waarvan hij weet dan wel redelijkerwijs moet vermoeden dat het een monument is (in roerende of onroerende zin), meldt die zaak zo spoedig mogelijk bij Onze minister. Deze aangifte dient te gebeuren bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Het verdient tevens aanbeveling de verantwoordelijk ambtenaar van de gemeente, waar de vondst is gedaan, hiervan per direct in kennis te stellen.