direct naar inhoud van Artikel 4 Bedrijf
Plan: GELDERESCHWEG 108
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0294.BP1210BGGELDERE108-OW01

Artikel 4 Bedrijf

4.1 bestemmingsomschrijving
4.1.1

De voor Bedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor 'specifieke vorm van bedrijf - bouwmaterialen met opslag'

met het bestaande aantal bedrijfswoningen, daaronder begrepen praktijk- en kantoorruimten voor de uitoefening van een aan huis verbonden beroep, met dien verstande, dat maximaal 50 m2 van de vloeroppervlakte van de woning en de bijgebouwen ten behoeve van deze activiteiten in gebruik mag zijn en dat de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.

4.1.2

De hoogte van opslag ten behoeve van de bestemming bedraagt maximaal 4 m.

4.2 bouwregels
4.2.1

Bedrijfsgebouwen en bedrijfswoningen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. voor zover een bouwvlak is aangegeven dient te worden gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. bebouwde oppervlakte van bedrijfsgebouwen bedraagt maximaal 2639 m²;
  • c. bebouwde oppervlakte van de nutsvoorzieningen maximaal de bestaande oppervlakte vermeerderd met 20% met een maximum van 500 m2;
  • d. goothoogte maximaal de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' aangegeven goothoogte, dan wel voor zover de goothoogte niet is aangeduid, maximaal 6,5 m;
  • e. bouwhoogte maximaal de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' aangegeven bouwhoogte, dan wel voor zover de bouwhoogte niet is aangeduid, maximaal 9 m;
  • f. inhoud van een bedrijfswoning maximaal de bestaande inhoud;
  • g. oppervlakte van de bedrijfswoning maximaal de bestaande oppervlakte.
4.2.2

Bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. voor zover een bouwvlak is aangegeven dient te worden gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. gezamenlijke oppervlakte per bedrijfswoning maximaal 150 m2;
  • c. goothoogte is:
    • 1. bij een inpandige bedrijfswoning maximaal 3 m;
    • 2. bij een niet-inpandige bedrijfswoning maximaal 3 m dan wel de hoogte van de eerste bouwlaag van de bedrijfswoning + 0,25 m;
  • d. bouwhoogte is:
    • 1. bij een inpandige bedrijfswoning maximaal 6 m;
    • 2. bij een niet-inpandige bedrijfswoning maximaal de bouwhoogte van de bedrijfswoning - 2 m, waarbij geldt dat de bouwhoogte in ieder geval 3 m mag bedragen en maximaal 6 m.
4.2.3

Bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal:

  • a. bedrijfsinstallaties, geluidwerende voorzieningen, lichtmasten en vlaggenmasten 8 m;
  • b. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 2 m.
4.3 afwijking van de bouw regels
4.3.1 bouwen buiten bouwvlak

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 4.2.1 onder a en toestaan dat gebouwd wordt buiten het bouwvlak, met inachtneming van tenminste de volgende voorwaarden:

  • a. de bebouwde oppervlakte zoals bedoeld in artikel 4.2.1 onder b mag niet worden overschreden;
  • b. geen onevenredige aantasting mag plaatsvinden van in de omgeving aanwezige functies en waarden;
  • c. geen onevenredige aantasting mag plaatsvinden van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.
4.3.2 Vergroten bedrijfswoning

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 4.2.1 onder f en g voor het vergroten van de oppervlakte en inhoud van een bedrijfswoning, met inachtneming van tenminste de volgende voorwaarden:

  • a. de oppervlakte mag met maximaal 20 m2 worden uitgebreid;
  • b. de kenmerkende vorm van de hoofdbouwmassa dient gehandhaafd te blijven;
  • c. geen onevenredige aantasting mag plaatsvinden van in de omgeving aanwezige functies en waarden;
  • d. geen onevenredige aantasting mag plaatsvinden van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.
4.4 afwijking van de gebruiksregels
4.4.1 Ander bedrijf

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 4.1 voor het toestaan van een ander bedrijf dan ter plaatse is toegestaan, met inachtneming van tenminste de volgende voorwaarden:

  • a. het bedrijf is opgenomen in de categorieën 1 of 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten dan wel het betreft een bedrijf dat voor wat betreft de aard en de omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt gelijk kan worden gesteld met een bedrijf genoemd in de categorieën 1 of 2;
  • b. geen onevenredige aantasting mag plaatsvinden van in de omgeving aanwezige functies en waarden;
  • c. geen onevenredige aantasting mag plaatsvinden van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.
4.4.2 Verhoging opslag

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 4.1.2 voor het toestaan van opslag tot een maximale hoogte van 6 m mits hiertoe voldoende landschappelijke voorzieningen worden getroffen.

4.5 wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders hebben de bevoegdheid het plan te wijzigen voor het toestaan van een bedrijf dat is opgenomen in categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten dan wel een bedrijf dat voor wat betreft de aard en de omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt gelijk kan worden gesteld met een bedrijf genoemd in categorie 3.1, met inachtneming van tenminste de volgende voorwaarden:

    • 1. geen onevenredige aantasting vindt plaats van de verkeersveiligheid;
    • 2. geen onevenredige aantasting vindt plaats van de bouw- en gebruiksmogelijkheden van nabijgelegen gronden;