direct naar inhoud van Hoofdstuk 3 Randvoorwaarden, onderzoek en verantwoording
Plan: Hoog Antink Grevinkweg
Status: ontwerp
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0294.WP1104BGGRWEG-OW01

Hoofdstuk 3 Randvoorwaarden, onderzoek en verantwoording

In het geldende bestemmingsplan Integrale herziening buitengebied is een wijzigingsmogelijkheid opgenomen in verband met een omschakeling van een agrarisch bedrijf naar meerdere woningen. Een en ander is als volgt in het geldende bestemmingsplan in de wijzigingsbevoegdheid opgenomen:

afbeelding "i_NL.IMRO.0294.WP1104BGGRWEG-OW01_0003.png"

Als het plan van de heer Hoog-Antink wordt getoetst aan de regels van het geldende bestemmingsplan Integrale herziening buitengebied dan leidt dit tot de volgende resultaten:

  • 1. Gezien de slechte beeldkwaliteit van de (bij)gebouwen op het perceel Grevinkweg 1 is hergebruik van de (bij)gebouwen niet wenselijk. De (bij)gebouwen zijn niet geschikt om als woonruimte te functioneren en derhalve behoort sloop en nieuwbouw tot de mogelijkheden.
  • 2. Alle aanwezige (agrarische) bedrijfsgebouwen worden gesloopt. Er worden drie stallen gesloopt. Stal A heeft een omvang van 296 m² stal B heeft een omvang van 130 m², stal C heeft een omvang van 255 m². De betreffende overtollige en te slopen bedrijfsgebouwen (exclusief bedrijfswoning en bijbehorende bijgebouw) hebben aldus een totale omvang van 681 m². Daarnaast wordt ook de mestkelder/mestplaat ( van 13,4 x 16,9 meter) verwijderd. Aan de voorwaarde dat het aantal m² aan sloop minimaal 500m² moet bedragen, wordt dus ruimschoots voldaan.
  • 3. De huidige bedrijfswoning (inclusief deel en een bijgebouw) zal in gebruik worden genomen voor woondoeleinden. Daarnaast blijft ook de werkplaats, gelegen direct aan de Grevinkweg in tact ten behoeve van deze woonbestemming.
  • 4. De betreffende wooneenheid ( twee woningen onder één kap) wordt gerealiseerd binnen het nu geldende agrarische bouwperceel. De nieuw te bouwen wooneenheid dient zoveel mogelijk op het bestaande erf ingepast te worden. Dat betekent dat er op het erf zo min mogelijk met groenafscheidingen naar de nieuwe functie toe wordt gewerkt, maar juist een integratie op het erf wordt nagestreefd zowel qua inrichting als bebouwing.
  • 5. Per wooneenheid zal maximaal 170 m² aan bebouwing worden gerealiseerd ten behoeve van een woning inclusief bijgebouw. Er zal dus ongeveer 340 m² aan bebouwing ten behoeve van de twee nieuwe wooneenheden worden gerealiseerd. Aan de voorwaarden dat 50% van de gesloopte oppervlakte terug bebouwd mag worden (inclusief bijgebouwen) en dat de eenheden die na sloop ontstaan minimaal 400m³ groot moeten zijn wordt dus eveneens voldaan.
  • 6. Het plan van de aanvrager leidt tot het toepassen van een combinatie van verschillende vormen van verevening. Ten eerste zullen de overtollige gebouwen gesloopt worden. Sloopt draagt bij aan de ' ontstening ' en het versterken van het groene karakter van het buitengebied. Dit betekent dat gebouwen die niet bijdragen aan de beeldkwaliteit verdwijnen en de hoeveelheid verhard oppervlak afneemt. Daarnaast zorgt verkleining van het bouwoppervlak door uitvoering van het plan van de aanvrager (net als sloop) voor ontstening van het buitengebied. Ten slotte wordt ook rekening gehouden te worden met landschappelijke inpassing in verband met de erfinrichting. De nieuw te bouwen twee-onder- één-kap woning dient goed te passen bij het oudhoevige landschap. De afspraken met de aanvrager worden juridisch vastgelegd middels het sluiten van een overeenkomst.

Op basis van de bovenstaande antwoorden kan de conclusie worden getrokken dat het plan past in het regionale beleid alsmede de vertaling van dit beleid in bestemmingsplan herziening buitengebied, vastgesteld door de raad op 27 januari 2011. Dit betekent dat het college van burgemeester en wethouders gebruik kunnen maken van een wijzigingsbevoegdheid op dit bestemmingsplan.