direct naar inhoud van 4.1 Archeologie
Plan: Wijzigingsplan bouwvlak Ratumseweg 5
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0294.WP1112BGRATUMSEW5-VA01

4.1 Archeologie

4.1.1 Toets

Op basis van de aangeleverde situatietekening kan worden geconcludeerd dat archeologisch onderzoek niet noodzakelijk is.

Hieronder treft u een fragment van de archeologische verwachtingskaart aan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0294.WP1112BGRATUMSEW5-VA01_0003.jpg"

De verstoorde oppervlakte binnen de zone met hoge archeologisch verwachting overschrijdt het oppervlaktecriterium van 100 m2 niet. De totale bodemingreep is niet groter dan 2500 m2 (oppervlaktecriterium in zone met een lage archeologische verwachting).

Derhalve is geen archeologische onderzoek noodzakelijk, tenzij de definitieve situering van de melkveestal dusdanig is, dat de totale bruto bodemingreep (incl. die voor kabels en leidingen e.d.) binnen de van toepassing zijnde verwachtingsgebieden groter is dan de bijbehorende oppervlaktecriteria.

Onderstaande meldplicht is overigens onverminderd van toepassing.

4.1.2 Grondwerkzaamheden, archeologische vondsten en meldingsplicht

Eventuele archeologische vondsten bij sloop-, bouw en/of graafwerkzaamheden moeten worden gemeld.

Bij de uitvoering van niet archeologische graafwerkzaamheden dient te allen tijde de wettelijke meldingsplicht (ex artikel 53 Monumentenwet 1988) in acht te worden genomen:

Degene die anders dan bij het doen van opgravingen een zaak vindt waarvan hij weet dan wel redelijkerwijs moet vermoeden dat het een monument is (in roerende of onroerende zin), meldt die zaak zo spoedig mogelijk bij Onze minister. Deze aangifte dient te gebeuren bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Het verdient tevens aanbeveling de verantwoordelijk ambtenaar van de gemeente, waar de vondst is gedaan, hiervan per direct in kennis te stellen.